Catégorie: Uitbreidingen

Uitbreiding Huis Schockert-Thomas

De uitbreiding van het huis Schockert-Thomas is opgevat als een uitrekking van het bestaande volume op het bestaande bijgebouw. Het programma omvat een nieuwe woonkamer die open is naar de natuur toe, een groot terras, een kleine dienstruimte, twee extra slaapkamers en een extra badkamer. Uitgezonderd de puntgevel die in metselwerk moest, werden alle toegevoegde ruimtes gebouwd in houtstructuur, geïsoleerd met houtvezels en bekleed met cederhout. Het metselwerk werd van buitenaf geïsoleerd en bepleisterd. De nieuw gecreëerde oppervlakken zijn onafhankelijk van de bestaande. De woonkamer geeft wijd open uit op het Citadelpark aan de overkant van de straat. De achterkant van het huis is open naar de tuin en naar de Fond-des-Tawes toe.

‘Hans & Delphine”

Hans en Delphine droomden van een nieuwe keuken, een nieuwe badkamer en een luchtiger en opener huis. Hans wilde zijn krant kunnen lezen in het zonlicht, Delphine wilde een grote tuin. Om aan deze wensen te voldoen werd een aanbouw gemaakt die aanvoelt als het verlengde van de tuin.

In plaats van een keuken te bouwen werd een ruimte ontworpen die het gevoel van een herfstwandeling oproept: het licht valt via een aantal lichtstraten subtiel door de vinnenstructuur van het plafond, de vloer is bedekt met blaadjes en de boomstammen maken de wandeling doorheen de ruimte avontuurlijk. Om de link met de tuin te vergroten werden beide zijwanden volledig wit gehouden, waardoor het accent komt te liggen op de vloer, de boomstammen, de vinnen en de tuin.

Het keukeneiland werd opgehangen aan twee boomstammen en werd bekleed met inox die de kleuren van ruimte reflecteert, en in de tuin doet een bruine betonnen zeshoek dienst als terras.

Uitbreiding inkomsgebouw supermarkt AMI

Meerwaarde van het gebouw voor de omgeving :

Martens Van Caimere Architecten waren ontwerper van de uitbreiding en reorganisatie van de ALVO supermarkt (AMI) te Berlare. De toegang en uitgangen van de bestaande winkel waren sterk verouderd, en hadden een problematische routing. Door een spievormig volume toe te voegen aan de voorzijde en zo het gebouw uit te breiden tot aan de maximale bouwlijn, werd dit euvel aangepakt, en kreeg de buurtsupermarkt een nieuwe en herkenbare gevel. Door de nieuwe ingreep kreeg de volledige winkelervaring een helder en leesbaar parcours, vanaf aankomst op de parking of aan de fietsenstalling tot aan de kassazone en zo terug huiswaarts. Een geïntegreerde stalling voor de winkelkarren en een overdekte zone voor in- en uitgang verhogen het winkelcomfort voor de bezoekers en creëren tegelijk een semipublieke ontmoetingsruimte. De inkomzone wordt autovrij en de kassa’s krijgen een ruime glaspartij die licht en zicht brengt in de voormalige ‘black box’.

Integratie en geschiktheid van het gebouw in sociale, milieu :

landschappelijke en economische context

Het uitgangspunt voor de opdrachtgever was de realisatie van een nieuw inkomgebouw met een uitermate duurzaam karakter. Terwijl de gangbare architectuur van supermarkten veelal steriel en onpersoonlijk aanvoelt, doelde de opdrachtgever op een inkomgebouw met eigen karakter om zo zijn cliënteel te kunnen begroeten. Het was de bedoeling een uitbreiding van het bestaande gebouw te realiseren die rust uitstraalde door haar materialisatie zodat de klanten op een ontspannen wijze konden winkelen en zich meer op eigen tempo doorheen de winkel zouden bewegen. Na de realisatie kon de opdrachtgever van de cliënteel vernemen dat net deze insteek door de winkelaars werd bevestigd met een gunstige financiële omzet voor de winkel tot gevolg. Een duurzame investering vertaalde zich dus letterlijk in een economische winstverhoging.

Voor de ontwerpers was het de uitdaging om op duurzame wijze een bijgebouw te realiseren in een bijzonder competitieve ‘betonnen’ bouwmarkt die vele tertiaire gebouwen domineert. Zij vonden hierin de oplossing door een in de Benelux unieke combinatie van een draagstructuur en binnenafwerking in CLT (Cross Laminated Timber) en kakhennepbeton als isolerende en waterdichte gebouwhuid én buitenafwerking.

Optimalisatie van de beschikbare bouwoppervlakte in overeenstemming met de stedenbouwkundige regels :

De uitbreiding zoekt de maximaal voorste bouwgrens op van het perceel. De langste gevel volgt hiermee het straatgabarit. Door de materialisatie in kalkhennepbeton, vormt de winkel voor passanten van de drukke Brugstraat een herkenbaar gebouw met een speels en beheerst karakter.

Kunstencentrum Vooruit ‘Snoepwinkel’

Kunstencentrum Vooruit is in de afgelopen 25 jaar uitgegroeid tot een internationaal toonaangevende kunstinstelling. De sterke groei, gewijzigde maatschappelijke noden en een ingrijpende stedenbouwkundige vernieuwing in zijn directe omgeving maakten een globaal masterplan voor de volledige toekomstige infrastructuur noodzakelijk. Gedurende de afgelopen drie decennia heeft Vooruit zich vooral gefocust op de restauratie van het immense monument. In verschillende fasen werd het gebouw met een oppervlakte van 20.000 m² geleidelijk aan gerestaureerd en in de mate van het mogelijke voorzien van nieuwe technieken en hedendaagse faciliteiten.

Het masterplan dat ontwikkeld werd door Dial Architects steunt op de brede visie van Vooruit en op de rol die een kunstencentrum zowel binnen zijn artistieke opdracht, binnen de stedelijke context als binnen het publieke domein moet vervullen. De wijk in het centrum van Gent, waarin Vooruit zeer centraal ligt, zal in de komende 10 jaar zeer drastisch van aanschijn veranderen. Het “Kunstenkwartier”, zoals dit stadsdeel genoemd wordt, ondergaat een ware metamorfose. Dit verplicht Vooruit tot een grondige bezinning over zijn stedenbouwkundige inplanting, zijn functie als gebouw en zijn maatschappelijke rol als ontmoetingscentrum.

Het masterplan is geënt op het driesporenbeleid dat Vooruit hanteert met betrekking tot zijn infrastructuur en waarin we drie pijlers onderscheiden:

1) restauratie met de nadruk op een duurzaam, proactief onderhoudsprogramma

2) renovatie met focus op aanpassingen aan het gebouw en zijn infrastructuur aan de nieuwe noden van een artistieke exploitatie, een professionele podiumtechniek, de actuele voorschriften inzake integrale veiligheid en milieu en een modern, verantwoord publiekscomfort

3) dagelijkse exploitatie met nadruk op dagdagelijks preventief en curatief onderhoud door een multidisciplinair team gebouwtechniek in eigen beheer

In een eerste fase werden het terras en de fietsenstalling gebouwd als uitbreiding op het café van de Vooruit, later werden ook de kantoren aan de achterzijde van de site grondig verbouwd en uitgebreid door middel van een optopping in houtstructuur. Bij elke fase is het implementeren van duurzame strategieën cruciaal. Zo worden er steeds nieuwe buitenruimtes gecreëerd, is er groenintegratie en worden er uitsluitend ecologische bouwmaterialen aangewend. In de laatste fase van het masterplan werden facilitaire en theatertechnische knopen ontrafeld, een publieksvriendelijk onthaal gecreëerd en kunstenaarsateliers uitgebouwd. Deze ateliers of ‘residenties’ vormen een laatste uitbreiding op het Kunstencentrum en werden opgetrokken in CLT-structuur.

Een aantal jaren geleden heeft Vooruit de aankoop kunnen realiseren van het enige fysiek aanpalende gebouw, ‘snoepwinkel’ genaamd. De uitbreiding van Vooruit met een nieuwe ‘snoepwinkel’ bood een unieke kans om een aantal onontwarbare knopen in de problematische distributie van mensen en goederen en in de stockage van materialen, die het gevolg zijn van het alsmaar stijgende succes van Vooruit, voor eens en voor altijd op te lossen. Bijkomend bood het de kans de perceptie van ‘Kunstencentrum’ opnieuw scherp te zetten en ruimte te creëren om een echte ontvangstzone voor de theaterbezoeker te organiseren. De doelstelling en ambitie was om op het gelijkvloers een heldere, leesbare structuur voor de bezoeker te realiseren, een aantal functies zoals ticket- en onthaalbalie te herlokaliseren en om de huidige smalle toegangszone om te vormen tot een publiek plein in de vorm van een overdekte marktplaats of ‘agora’. Deze ruimte vormt een cruciaal schakelelement tussen de publieke ruimte en het kunstencentrum. Een verdubbeling van de toegangsbreedte ontmijnt het conflict met laden en lossen. Transparantie en doorwaadbaarheid tussen straat, overdekt plein, lobby en overdekte binnentuin zijn de sleutelwoorden.

De totale realisatie van het masterplan zorgde voor 2000 m² nuttige oppervlakte. Dit werd gecreëerd door optopping, ondergraving en de uitbreiding naar naburige percelen.

Huis19

De oude stallen van het ‘Hof Ten Broecke’ in Afsnee werden jarenlang verwaarloosd door de vorige eigenaar en vervielen zo tot ruïne. Het dak van de stallen viel in en binnen de muren kregen planten vrij spel, de muren begonnen af te brokkelen en het houten schrijnwerk verdween stilaan.

Deze stallen sluiten aan bij de reeds gerestaureerde L-vormige hoeve waarin de familie Sapyn woont. Van zodra de kans zich aanbood, kochten zij het pand met de intentie hier twee polyvalente vakantiewoningen in te voorzien en het hof opnieuw in ere te herstellen en de samenhang tussen de gebouwen terug te brengen.

Aangezien het hof deel uitmaakt van een beschermd dorpsgezicht diende onderzocht te worden hoe deze nieuwe functie ingepast kon worden in het straatbeeld. Er werd beslist dat de contextuele referentie niet het kopiëren van de bestaande typologie kon zijn.

Gezien de jarenlange ruïneuze toestand van het gebouw, was het niet de oorspronkelijke vorm van de oude schuur die deel werd van het collectief geheugen van Afsnee maar wel de overgebleven ruïne ervan.

Daarom werd het nieuwe volume geen kopie van wat er ooit was, maar wel een keuze in materiaal en vorm die de ruïne benadrukt.

Vertrekkend van de ruïne als deel van het collectief geheugen en de vraag naar een coherent geheel werd de ruïne gefixeerd in haar toestand. Binnen de muren van de ruïne vindt het nieuwbouwgedeelte zijn plaats met een transparant gelijkvloers en een gesloten aandoende verdieping. Op beide verdiepingen wordt een vakantiewoning voorzien elk met hun respectievelijke sfeer.

Waar op het gelijkvloers de vakantiewoning door de enorme glaspartijen vooral contact zoekt met de binnenzijde van de ruïne, worden op verdieping zeer gerichte gevelopeningen gemaakt richting de omgeving.

Er ontstaat een dialoog tussen oud en nieuw die de ruïne opnieuw tot een kwaliteit maakt in plaats van een schandplek in Afsnee. Tussen het volume en de bestaande muren ontstaan er op het gelijkvloers verschillende tuinkamers met elk hun eigen sfeer. Op deze manier wordt de beschikbare bouwoppervlakte optimaal gebruikt zonder de relatie met de context te verliezen.

De indeling van beide verdiepingen werd zodanig bedacht dat er een polyvalent gebruik mogelijk is. Zo kunnen de ruimtes verhuurd worden als vakantiewoningen maar ook gebruikt worden als vergaderruimte, showroom en zelfs als (huiskamer)concertruimte.

“Alex”

De bouwheer is actief in de filmindustrie en kwam met de bijzondere vraag om iets te ontwerpen waardoor zijn (internationale) gasten zich hun verblijf hun hele leven zouden herinneren. Daarnaast wilde hij ook ruimte voor het geven van previews van films en andere culturele exploten. Een verlengde van zijn job én zijn woning in 1 gelaagd verhaal:

Meerwaarde van het gebouw voor de omgeving :

De locatie is heel idyllisch met enerzijds de Schelde die achter de romantische tuin stroomt en anderzijds het zicht op een kasteel dat naast het perceel ligt. De woning in Franse stijl had een tuinmuur waarachter tot voor kort een oude vervallen garage en bijgebouwen stonden in een verwilderde tuin. Een verloren hoek dus, maar toch had deze plek alles in zich om de ideale locatie voor het gastenverblijf te zijn: coole setting, privacy, ruimte en zicht. Al deze kwaliteiten werden voorheen genegeerd, maar worden ten volle geoptimaliseerd in het nieuwe gebouw.

Integratie en geschiktheid van het gebouw in sociale, milieu, landschappelijke en economische context :

Het gebouw komt op het eerste zicht wat vreemd over, maar zonder choquerend te zijn. Het prikkelt de zintuigen en de verbeelding. Het cortenstaal van de gevel past heel goed bij de groene omgeving. Het komt boven de tuinmuur uit piepen, maar vanuit de tuin gezien lijkt het bouwvolume eerder beperkt doordat het grootste deel van het bouwprogramma half ondergronds voorzien werd. Over deze halfondergrondse verdieping werd een heuvel aangelegd, waardoor de tuin naadloos overloopt in een groendak met zonneterras. Het groen en het cortenstaal vormen, in combinatie met de ronde vormen, een heel natuurlijk geheel.

Optimalisatie van de beschikbare bouwoppervlakte in overeenstemming met de stedenbouwkundige regels :

Het gastenverblijf werd gebouwd op een plaats waar voorheen een vervallen garage en wat koterijen stonden. Qua bouwvolume is er dus niet veel bij gekomen, en door de groene heuvel lijkt de impact eerder beperkt. Vanaf de straat gezien werd de oude tuinmuur behouden en ingezet als architecturaal element om de nieuwe ingreep mee vorm te geven en zelfs te versterken.

Door een groot deel van het bouwprogramma half ondergronds te voorzien is de impact van het bouwvolume veel kleiner.