Catégorie: Uitbreidingen

Aanbouw TJaeckx – Zwevegem

De ecologische uitbreiding is een voorbeeld voor zijn omgeving/wijk waar vooral ingezet wordt op traditionele uitbreidingen en veranda-aanbouwen.

Het toont dat een ecologisch, stedenbouwkundig en budgetvriendelijke uitbreiding om tot een volwaardige comfortabele eengezinswoning te komen ook op een andere en betere manier kan.

Naast zijn ecologische footprint laat het gebouw ook een afdruk na die qua oriëntatie en ligging op het perceel verantwoord is.

Een uitgebreid samengesteld gezin geniet in dit geval vanaf de middag volop van een L-opstelling. Om dit te bekomen, werd vooraf ook wel het nodige overleg met de stedenbouwkundige ambtenaar gepleegd.

Villa Broechem

De woning bevindt zich in de dorpskern van Broechem als helft van twee spiegelwoningen. De aanpalende woningen in de straat bestaan allemaal uit dezelfde lokale baksteen. De wens van de bouwheer was om in een energie-efficiënte woning te wonen met een hechte relatie tot de tuin. 

Om een hechtere relatie te creëren met de tuin werd er letterlijk een driehoekige kijker naar de tuin bijgebouwd. Zowel in plan als in snede. De bissectrice van deze driehoek staat loodrecht op de straat en evenwijdig met de aanpalende woning. Door deze vorm werd de impact op het straatbeeld minimaal en de relatie met de tuin maximaal. Het nieuwe driehoekige dakvolume geeft dynamiek aan het straatbeeld en onttrekt de zonnepanelen aan het zicht.

Zowel de uitbreiding als het bestaande gebouw wordt voorzien van een uitgesproken kroonlijst. Deze heeft de functie om de verbinding tussen oud en nieuw te versterken. Aan de onderzijde bieden ze plaats voor de inbouwmodules van de screens en aan de bovenzijde zit de verborgen goot. Door deze isolerende strip worden de koudebruggen tussen de delen die aan de binnenzijde geïsoleerd zijn en de nieuwe isolatielaag op het dak weggewerkt. De kroonlijst vormt een horizon en de basis voor een zinken daklandschap. Een spiegellijn voor de raamopeningen. Aluminium schrijnwerk onder verzinkt stalen ramen die opgaan in de materialiteit van het dak boven. De kroonlijst ligt even hoog als bij de linkerbuur terwijl de dakkapel aansluit bij de kroonlijst van de rechterbuur.

Patiohouse

De woning werd in 1908 gebouwd als centrale woning in een reeks van 5. Het hoofdgebouw werd behouden en met respect voor het verleden verbouwd. De circulatie en kamerstructuur werd integraal behouden. De enige grote wijziging is een uitdikking van de wand tussen de inkom en de voorplaats tot een kastenwand met toilet.

De originele grenen plankenvloeren werden ter plaatse gerestaureerd, opgeschuurd en geolied, ook in de badkamer. De keukenvloer was te veel beschadigd en werd opnieuw geplaatst in planken in pitchpine zoals de oorspronkelijke vloer. Nieuwe deuren werden gerecupereerd uit andere gebouwen.

De typische achterbouw met keuken en badkamer die in de afgelopen eeuw werd aangepast en bijgebouwd werd volledig gesloopt zodat ruimte vrijkwam om een kamer in te richten die de volledige perceelbreedte beslaat; een eindpunt in de woning en transitie naar de tuin. Het doel was om tot een zeer eenvoudig en uitgepuurd concept te komen.

De achterbouw volgt de bouwlijn van de aangrenzende percelen zodat de woning een bouwdiepte van 18 meter heeft.

De achterbouw volgt dus op het gelijkvloers de standaarddiepte van de toegelaten bouwgrens. Een patio en een bovenlicht zorgen voor extra licht in de diepe woning.

De ophoging ter hoogte van het bovenlicht blijft ook lager dan de bestaande gemene muur en bevindt zich in de toegelaten bouwdiepte van 12 meter op de eerste verdieping.

De grote uitdaging van het project was om het dakpakket zo laag mogelijk te houden. Enerzijds omdat het pakket verscholen zit achter de tussenregel van het schuifraam en bovenlicht en anderzijds om de impact op de buren te beperken.

Hierdoor werd beslist om te werken met CLT-panelen voorzien van een laag vacuümisolatie, waardoor het pakket op het hoogste punt van de helling tot 18 cm beperkt is.

W10M

Dit project bestaat uit de verbouwing en uitbreiding van een eengezinswoning tot een “kangoeroewoning” (intergenerationeel wonen). De bedoeling is om een woning te creëren voor het gezin en één voor de moeder van de eigenares. De woning voor het gezin komt op de twee verdiepingen, terwijl de woning voor de moeder op het gelijkvloers komt.

Om geld en middelen te sparen, werd een minimale transformatie uitgevoerd. De werfwerken gebeurden in 2 fasen. Tijdens de eerste fase werd een renovatie van de binnenruimte uitgevoerd door het gelijkvloers op te delen en door technische installaties toe te voegen. Hierdoor kon de bouwheer snel intrekken.

In de tweede fase werd de uitbreiding gebouwd. De uitdaging was om een manier te vinden om uit te breiden naar de tuinzijde toe en tegelijkertijd meer daglicht te brengen in de middelste ruimte van beide woningen (in de eetkamer voor de ene en in de keuken voor de andere). Op zoek naar een oplossing voor het bestaande dak met dakkappellen, vonden we dat de dakplooi door zijn vorm de mogelijkheid biedt om een raam te openen, waarmee het licht tot diep in de woning kan doordringen.

De binnenruimte van de woonkamers krijgt, door de aanwezigheid van een sculpturaal plafond,  een zekere ruimtelijke autonomie die versterkt wordt door de opening. Hierdoor ontstaan onverwachte licht- en schaduwspelen die met het verstrijken van de dag en de seizoenen veranderen.

Verbouwing van een vakantiewoning

Het eerste en oudste deel van de bungalow werd gebouwd in 1958.

Dit gedeelte wordt gekenmerkt door zijn 2 geschrankte rechthoeken in het grondplan.

De nieuwbouw sluit aan op de hoek van deze ‘originele’ bungalow.

Met zijn afgeronde hoeken onderscheidt de nieuwe volumetrie zich duidelijk van de

bewaarde.

De afgeronde vormen maken het volume zachter.

Door ook de verdieping terug te trekken ten opzichte van het gelijkvloers en door de

hoeken te laten wegdraaien, wordt de aanbouw als een klein volume gepercipieerd, mooi

in verhouding tot het bewaarde deel.

De connectie tussen het bewaarde en het nieuwe gebouwdeel is beperkt.

Dit maakt een ruime enveloppe die toelaat om elk van de woonkamers te doen communiceren

met de omliggende natuur, en zon en licht aan elke gebouwzijde te laten doordringen tot in de binnenruimte.

Net op deze connectie loopt de buitenruimte doorheen de binnenruimtes.

De eerste bouwfase uit ’58 wordt gerenoveerd zodat ook hier extra

wooncomfort ontstaat. De huidige functionaliteiten blijven hier bewaard: aan de zuidwestzijde bevindt zich de leefruimte.

In het nieuwe paviljoen komt een grote leefkeuken.

De grootste visuele toevoeging is de opbouw/verdieping op dit nieuwbouwgedeelte.

Deze ruimte wordt ingezet als ruime, polyvalente (toren)kamer.

De hoofdingang loopt via een nieuw pad tot in de voortuin, leidend naar de

voordeur, centraal tussen het bestaande en het nieuwe volume in. Deze toegang maakt

bestaand en nieuw als één geheel toegankelijk.

De (vakantie)woning herschikt zich zo: een houten, eigentijdse, gelijkvloerse structuur wordt

aangevuld met een gelijkwaardig, technisch hedendaags paviljoen.

De bewaarde bungalow verschijnt in houten gevelpanelen waarvan het formaat

de bepalende module vormt en ook is toegepast als opening (weglating) voor de vensteropeningen;

en dit gevat tussen de horizontale witte betonplaat –onderaan- en de witte dakrand –bovenaan-.

Het historisch stedenbouwkundig voorschrift, dat stelt dat de gevels in deze historische

modernistische wijk bij voorkeur wit moeten zijn, doet voor het nieuwe paviljoen opteren voor een verticaal geritmeerde gevel. Dit ritme genereert, mede dankzij de afgeronde hoeken van het nieuwe volume, een fijne schaduwwerking, die doorheen de dag over de gevels glijdt.

Ook de raamopeningen verschijnen in deze gevel als scherp uitgesneden vierkanten van

244×244, refererend aan de lengtemaat van de panelen van de bewaarde bungalow.

Deze weloverwogen materiaalkeuze maakt het bewaarde en het nieuwe gebouwdeel tot één

geheel: de prefab bungalow blijft duidelijk afleesbaar op de voorgrond. Het nieuwe paviljoen palmt

de hoek van het perceel in, in tweede orde ten opzichte van de historische structuur

vormt deze een nieuwe achtergrond en gelijktijdig verrijkt hij zowel functioneel als

volumetrisch het vakantiegevoel!

Door de nieuwe gevelbekleding onderaan noch bovenaan te beëindigen, m.a.w.

door ze voorbij de gevellijnen te laten doorlopen, gedraagt de sinusplaatbekleding zich

rond het houtskelet als een hedendaagse drapering.

Uitbreiding Siov

Eersteklas isolatie, warmteaanvoer in het oude gedeelte (boerderij) in de winterperiode via de aanwezigheid van grote raampartijen.
Sociaal: uitbreiding van een individuele woning in een landelijke context. Het bijgebouw dialogeert met het hoofdgebouw van de hoeve door zijn kleuren en volume. Zijn hedendaagse architectuur dialogeert met de oude hoeve zonder de woordenschat ervan te imiteren, de kubistische architectuur is in relatie tot het volume van de opmerkelijke haag die zich in het achterliggende gedeelte bevindt.

Crossover

Het project betreft de uitbreiding van een eengezinswoning. De klanten wensten een ruimte toe te voegen om er zowel een keuken als een eetkamer in onder te brengen. Hun belangrijkste zorg was de helderheid van de ruimte en de opening naar de tuin.

BESCHRIJVING :

a- Omgeving :

Gekenmerkt door lintbebouwing, staat het huis rechtover een pleintje dat vooral als parking dient. Het terrein achter het huis strekt zich in de lengte uit en wordt voornamelijk gebruikt als tuin. Het project betrof de aanpassing van de situatie aan de achtergevel. Deze is zuidwestelijk georiënteerd en krijgt dus vanaf het begin van de middag zonlicht. Zoals beschreven in bijlage 1 werd de overgang tussen het huis en de groene ruimte gevormd door een mineraal gangpad, aangelegd langs oude vervallen uitbreidingen. Een klein laag muurtje scheidde gangpad en terras van de rest van de tuin, waar een prachtige magnoliaboom staat. Oude uitbreidingen langs een hoge gemeenschappelijke muur accentueerden het bebouwde kader en vormden de eigendomsgrens met de buren aan de rechterkant. Het perceel van de buren is bovendien gemarkeerd door een gebouw dat eveneens in de lengterichting staat, wat als het ware een openluchtgang met hoge muren creëert. De andere gemeenschappelijke grens wordt gekenmerkt door een muur van +/- 230 cm hoog die verder doorloopt dan het terras van de klanten en die langs het terras van de linkerbuurman loopt.

b – Sociale, ecologische, landschappelijke en economische context:

Het project maakt deel uit van een relatief uniforme sociale omgeving die hoofdzakelijk gekenmerkt wordt door de aanwezigheid van traditionele eengezinswoningen in lintbebouwing. Zonder dat deze een invloed hebben op het onderwerp van het project, stellen we vast dat er een boekhandel, een café op het plein, een sportcentrum en een school in de buurt zijn. Wat de landschappelijke context betreft, kan – naast de invloedrijke kenmerken die in de omgevingsbeschrijving zijn opgenomen – het semi-landelijke aspect van de wijk opgemerkt worden, die dicht bij bosrijk gebied, de Dijle en de omringende velden ligt. In feite ligt het plein aan de verstedelijkte rand van de stad Waver. De normale economische context is voldoende en redelijk om aan de wensen van de klanten tegemoet te kunnen komen.

c- Oppervlakte optimalisatie:

Zoals hierboven beschreven werd, kenmerkte de situatie zich door de aanwezigheid van verouderde uitbreidingen. Het terrein werd bovendien gekenmerkt door de hoogte van de aangrenzende gebouwen. Deze bijzondere kenmerken stonden een zekere mate van stedenbouwkundige vrijheid toe in termen van verticale inplanting (grondinneming). De uitwerking van het project werd echter vooral geleid door de integratie in de omgeving. In feite hebben we de afdruk van het gebouw op de grond verkleind om zo de bodemdoorlaatbaarheid en de biodiversiteit te verbeteren.

TOEGEVOEGDE WAARDE – CONCEPT PROJECT: KRUISINGEN :

De ruimtelijke organisatie van het huis wordt gekenmerkt door een sterk orthogonaal raster. Het gelijkvloers wordt gekenmerkt door twee doorlopende woonruimtes en een garage, gescheiden door een distributiegang naar de eerste verdieping en de achtergevel. Deze lineaire organisatie markeert de bestaande binnenruimte. Het idee dat uit deze organisatie, in combinatie met de beschreven externe beperkingen (zoals de hoogte en diepte van de gemeenschappelijke muren, de vervallen uitbreidingen, de toegang tot de tuin en de aanwezigheid van de magnoliaboom) groeide, stelde een unieke en expressieve ruimte voor die deze beperkingen overstijgt. In feite dient de organisatie op plan om de eetkamer dankzij de keuken te articuleren. Deze keuze maakt een overgang naar het terras en vervolgens naar de tuin mogelijk. Het plan is ook terug te vinden in de verhogingen, waar de daken elkaar kruisen om de lichtkoepels te vormen.

Om het zonlicht te maximaliseren zijn deze gericht naar de eerste zonnestralen. Het project belicht ook de magnoliaboom en geeft deze vanwege de richting van de gevel een centrale plaats. Dankzij het slopen van de bijgebouwen verbetert de overgang naar de tuin en wordt er een dialoog met het terras gevormd, wat in lijn is met de continuïteit van het plan, en tegelijk de diepte van de bestaande gemeenschappelijke muren respecteert. Deze worden verkleind om de impact op de aangrenzende ruimtes te verbeteren. Met dit kruisingsprincipe breidt de architectuur zich uit naar de omgeving voor een overgang en een uitwisseling van ruimtes in het voordeel van de natuur.

0904 HOULETTE

Het project omvat de sloop van twee bestaande naast elkaar liggende volumes en de bouw van een nieuwe uitbreiding op het niveau van het gelijkvloers.

1. Programma:

De uitbreiding omvat een grote open ruimte voor keuken en eetkamer. Deze ruimtes komen uit op de tuin en een overdekt terras.

De uitbreiding omvat ook een bergruimte op de plaats van de huidige garage. Voor de gemakkelijkheid is ze direct toegankelijk vanuit de woonruimtes.

2. Toegang:

De directe toegang tot de uitbreiding wordt gecreëerd vanuit de Herdersstafstraat. Hij leidt onmiddellijk naar de keuken.

Er is ook een toegang tot de Spoorwegstraat vanaf het overdekte terras. Deze geeft vanaf de tuin direct toegang tot deze rustige straat.

De berging is direct toegankelijk vanuit de woonkamers en leidt naar de tuin en de Herdersstafstraat.

3. Inplanting:

De uitbreiding wordt ingeplant aan de achterzijde van het huidige gebouw en gedeeltelijk aan de linkergevel tot aan het uiteinde van de gemeenschappelijke linkerkant.

De uitbreiding sluit aan met het uiteinde van het perceel aan de kant van de spoorlijn.

De keuken en de eetkamer hebben een grote opening naar de tuin.

4. Volumetrie / Samenstelling :

Het nieuwe volume bevindt zich alleen op het gelijkvloers. Het is een volume met een plat dak.

Het gebouw bevindt zich op de hoek van de Herdersstafstraat en de Spoorwegstraat. Het project neemt de uitlijning van deze straten in zich op en er ontstaat een articulatie tussen het hoofdvolume van het huis en de uitbreiding aan de kant van de Spoorwegstraat.

Deze articulatie onderstreept de verandering van oriëntatie van de ophogingen.

De nieuwe ophogingen zijn bekleed met opengewerkt hout van verschillende diktes en breedtes om een dynamisch en schaduwrijk spel te creëren op de schil van het nieuwe volume. Het volume van het diepliggende terras is bekleed met vezelcementplaten van groot formaat en in lichte kleuren.

5. Materialen :

Het verlengstuk is bekleed met opengewerkt hout (Padoek) dat verticaal gelegd is.

De achtergevel is gedeeltelijk bekleed met lichtgrijze vezelcementplaten (overdekte ruimte).

De ramen zijn gemaakt van middelgrijs aluminium.

6. Omgeving:

De tuin werd aangepast: alle bestaande, betonnen looppaden en borders werden verwijderd om een eenvormige tuinruimte te creëren.

De betonnen afsluitmuur die het pand van de Spoorwegstraat scheidt werd gedemonteerd en vervangen door een beukenhaag. Er wordt een directe toegang tot de Spoorwegstraat gerealiseerd.

De bekleding op de grond van de voortuin is in betontegels, de vloer van het terras is een plankenvloer op noppen.

Crocq

In een stedelijke context van bestaande rijwoningen is er weinig ruimte om een toegevoegde waarde aan de omgeving te geven. Toch hebben we op het volgende willen werken: 

– +/- 10% van het grondoppervlak verminderen (afbraak van de bijgebouwen);

– Esthetische verbetering van de achtergevel: materialen, afwerking en design;

– Het gebruik van materialen van biologische oorsprong: geen vervuilende stoffen in het milieu (dichtbij en veraf) in alle fasen van het project;

– Behoud van de stijl en het cachet van de voorgevel (klein erfgoed).

Eengezinswoning in rijhuis waarvan de achtergevel een interessant uitzicht biedt (zonder inkijk) op de vegetatie van de binnenruimte en op het Woluwedal. 

Aan de straatkant werd de stijl bewaard, terwijl de achtergevel en de bijgebouwen afgebroken en heropgebouwd werden. Zo kon het daglicht tot in het hart van de woning gebracht worden, en kon een terras gecreëerd worden dat de verbinding met de tuin versterkt terwijl het uitzicht maximaal gevrijwaard bleef. 

Tot slot werden de volumes van de achtergevel in lijn gebracht met de aangrenzende doorstekken.

Om eventuele vertragingen bij de overlegcommissie te vermijden, wilden de bouwheren een project zonder enige afwijking van de stedenbouwkundige regels.

– Daarom werd het volume van de achterste kamer uitgelijnd met de diepstliggende gemeenschappelijke muur, maar deze gaat niet verder dan 3 m voorbij de minst diepliggende muur. De schuine hoek maakt het mogelijk om deze beperking eenvoudig op te lossen, en tegelijkertijd geeft hij een “twist” aan de gevel.

– De bestaande gevel werd uitgebroken en de nieuwe gevel met schuiframen werd verder naar achteren gezet. Deze ingreep maakte het mogelijk om binnen het toegelaten bouwvolume een terras te creëren op het niveau van de woonkamer.

Wat de oppervlaktes betreft, werd de verkleining van kelder en gelijkvloers gecompenseerd door uitbreidingen op de eerste en tweede verdieping. Zo werd een compacter volume bekomen (gereduceerde buitenenveloppe en gelijkwaardige leefruimtes).

Door een net te hangen konden oppervlaktes gebruikt worden die geen ideale plafondhoogte hebben, en er kon ook daglicht mee in het centrale deel van het huis gebracht worden.

House SL82

Het project dat ik hier presenteer is de verbouwing en uitbreiding van mijn eigen woning. Wanneer je als architect start aan het project van je eigen woning is dit toch wat anders dan wanneer je dit doet voor een klant. Je bevindt je in de unieke positie van zowel ontwerper als bouwheer wat extra vrijheid heeft. Dit was het uitgelezen moment om te reflecteren over mijn eigen aanpak van architectuur en duurzaamheid, zonder druk van een klant of planning. Ook kon ik materiaalgebruik in vraag stellen zonder mij te moeten conformeren aan de wens van een klant.

De bestaande woning bestond uit een hoofdgebouw van twee verdiepingen met hellend dak en een smalle langwerpige aanbouw, over de halve breedte van het perceel, tot diep in de tuin. De woning is een halfopen bebouwing maar heeft eerder een smalle ‘brandgang’ naast de woning dan een volwaardige passage met een afgewerkte gevel met raamopeningen. Verder was de tuin ook nog eens noordelijk georiënteerd.

Bovenstaande zaken zorgden voor een ‘atypische’ situatie die geen pasklaar antwoord had. Na enige tijd in de bestaande situatie te wonen, merkten we ook de meerwaarde van het lange, maar smalle terras naast de aanbouw. Dit zorgde ervoor dat de zon die over het huis scheen toch nog bij de woning achteraan kon komen.

Het idee ontstond om een gelijkaardig volume te realiseren als het bestaande, gebaseerd op het principe van een orangerie. Een langwerpig, transparant volume met grote, dubbele deuren die toegang geven tot het terras en de tuin. De ramen starten pas op zitbankhoogte wat zorgt voor een extra gevoel van geborgenheid.

Om dit op een kostenefficiënte manier te realiseren, werd gedacht aan houtskeletbouw waarbij de vliesgevel ook de structuur zou kunnen zijn. Dit resulteerde in grote blokramen met een tussenafstand van 90cm en een diepte van 30cm. Dit zorgde voor een bijkomend voordeel dat de grote diepte van de blokramen werkte als een soort visuele afscheiding van buiten naar binnen en omgekeerd. Dit zorgt voor het nodige gevoel van privacy met toch een zeer transparant geheel.

Aangezien het zelfdragend schrijnwerk een belangrijk onderdeel van het ontwerp was, moest dit op een kwalitatieve en duurzame manier gerealiseerd worden. We wouden vermijden om hiervoor ‘tropisch hardhout’ te moeten gebruiken, maar vermits ‘grenenhout’ meestal niet aan de buitenkant gebruikt wordt, kwamen we uit bij een gecombineerd vliesgevelsysteem. Grenen blokkaders met aluminium afdeklatten. De aluminium afdeklatten konden we dan ook direct in een kleur voorzien die mooi paste bij het orangerie-serreconcept.

Over de helft van de nieuwe aanbouw werd ook een bureauruimte gerealiseerd die met een interne vide verbonden is met het gelijkvloers. De gevel is hier een omkering van het gelijkvloers, gesloten maar met een 3-tal vierkante ramen die een gefilterde blik op de omgeving bieden. De gevel is afgewerkt met ‘goedkope’ ruitleien.

Een nieuwe leefkeuken voor Peter en Vero

Het project voorziet in een nieuwe aanbouw aan een rijwoning binnen de grote ring van Turnhout. De bestaande bijgebouwen –  een reeks achter elkaar gelegen kamers: eetkamer, keuken, toilet, badkamer, berging- waren tot op de draad versleten. Peter en Veronique verlangden naar meer licht in de woning en contact met de tuin. Ze wensten een nieuwe leefkeuken, badkamer en berging in bio-ecologische materialen én hout.

MEERWAARDE VAN HET GEBOUW VOOR ZIJN OMGEVING :

HET STEEGJE ALS MEERWAARDE VOOR DE STRAAT

Een belangrijke troef van het huis is de onderdoorgang tussen straat en tuin. Door de deuren ervan weg te nemen is de aanbouw zichtbaar vanop straat. De nieuwsgierigheid van de passant wordt geprikkeld, de bezoeker is welkom op de patio. Die patio mét zitbank ligt aan het einde van deze doorgang. Hier bevindt zich de tweede (achter)ingang van het huis.

ER IS LEVEN ACHTER DE VOORDEUR

Het PVC-schrijnwerk in de voorgevel (gelijkvloers) werd vervangen door hout. Op de glazen voordeur is een houten rooster bevestigd met een knipoog naar het balkenplafond in de keuken. Zo wordt het zicht gefilterd. Net als bij de doorgang ontstaat een uitnodigend gebaar zonder expliciet voyeuristisch te worden.

ONTHARDING

De nieuwe footprint geeft meer ruimte voor de tuin. Het groendak buffert het regenwater en zorgt ervoor dat de aanbouw vanuit vogelvluchtperspectief opgaat in zijn omgeving.

Dit is goed zichtbaar vanop het dakterras.

INTEGRATIE IN DE CONTEXT :

De rijwoning ligt binnen de grote ring van Turnhout. Dat is een zeer goed uitgangspunt voor een duurzame verbouwing. Winkels, scholen, het sociale netwerk van de stad, … liggen dichtbij. Door het behoud van de kwalitatief goede delen van het huis wordt de impact op het milieu beperkt. Het landschap wordt niet verder belast door een project ‘op de buiten’ en extra autokilometers. Door een beperkte uitbreiding te realiseren binnen het stedenbouwkundig mogelijke worden kosten bespaard.

De nieuwe leefkeuken is gerealiseerd in bio-ecologische en hernieuwbare materialen. Het bio-ecologische concept en de wens van met hout – als hernieuwbaar en ‘warm’ bouwmateriaal – te werken, vormt de leidraad om er een goed geïntegreerde en aangename woning van te maken.   

OPTIMALISATIE BOUWOPPERVLAKTE :

De stedenbouwkundige voorschriften schreven een maximum bouwdiepte van 17m voor. We bleven hierbinnen, alhoewel de oorspronkelijke bijgebouwen tot wel 23m diep gingen. Om voldoende licht binnen te trekken in de anders donkere zitruimte werd er een patio voorzien.

De nieuwe aanbouw heeft de maximum bouwhoogte van 3,50m. Door een trapje naar beneden te gaan ten opzichte van de straat komen we op gelijk niveau met de tuin en ontstaat binnen een vrije hoogte van 3,00m. De in oppervlakte beperkte leefkeuken (ca. 20m²) oogt door het hoge plafond, de patio en de beglaasde wanden met vele doorkijkjes, toch zeer ruim.

Crèche les Mésanges

Hoort u het gelach en geschreeuw van de kinderen? U bent wel degelijk op de juiste plek! Op deze site te midden van de velden bevinden zich de kleuter- en basisschool en het kinderdagverblijf van Momalle, een dorp dat tot de gemeente Remicourt behoort. Alles is hier zo geconcipieerd dat de kinderen zo dicht mogelijk bij de natuur kunnen opgroeien. Het moest een veilige en vertrouwenwekkende plek worden voor zowel de ouders als de kinderen van 0 tot 12 jaar oud. Laten we het gebouw van dichterbij bekijken: we zien hout, witte sierpleister en ludieke elementen in felle kleuren. Door de grote vensters vol vingerafdrukken laat zich een gewriemel van kleine mensjes raden … Een kinderdagverblijf? Een klein ventje voor het raam dat naar de koeien aan de andere kant van het glas staat te kijken, neemt de laatste twijfel weg. Dit houtskeletgebouw uit 2008 was al gauw te klein voor het aantal kinderen dat het moest opvangen. Daarom werd in 2015 een aanbesteding uitgeschreven voor de uitbreiding van het kinderdagverblijf. Er moesten aan de 3 bestaande afdelingen 2 nieuwe cellen voor de oudste kinderen worden toegevoegd, en er was een ruimere eetzaal voor het personeel nodig. De toe te voegen oppervlakte was in overeenstemming met de stedenbouwkundige voorschriften en de regels van het ONE voor de opvang van 15 bijkomende kinderen. Tijdens een bezoek ter plaatse werden de troeven en zwakheden van het bestaande gebouw geïdentificeerd (visuele controle, oververhitting, klimaatregeling, gebrek aan bergruimte, …). We namen ons voor om het nieuwe gedeelte op de reële behoeften af te stemmen, lessen te trekken uit de ervaringen van de gebruikers en bepaalde tekortkomingen van het bestaande gebouw te verhelpen. Na het bezoek ter plaatse en de analyse stelden we voor om de uitbreiding aan de westkant van het bestaande gebouw in te planten en een nieuwe vleugel te bouwen die loodrecht op dat gebouw werd ingeplant, schuin ten opzichte van het gebouw van de ‘middelste groep’. Dit bood de volgende voordelen:

• Continuïteit van de goede, functionele leesbaarheid van het gebouw (personeel/publiek/kinderen);

• Compacte vorm van het gehele gebouw, zowel in energetisch als in functioneel opzicht;

• Rationaliteit inzake bewaarde en geplande aangelegde zones rond het gebouw (parkeerterreinen, aanplantingen);

• Uitbreiding die dienst doet als gedeeltelijke bescherming van de zuidgevel (zon, regen, wind);

• Mogelijk onderscheid tussen de toegangen voor het publiek (nabijheid van parkeerplaatsen) en het personeel (secundair);

• Verlenging van de centrale gang die zowel een distributie- als een opbergfunctie heeft (plaatsbesparing).

De duidelijke scheiding van de verschillende functies en de centrale ligging van de technische lokalen en de lokalen voor het personeel bieden het voordeel dat een optimale veiligheid kan worden gegarandeerd, naast een groot gebruikscomfort bij de dagelijkse activiteiten. De leesbaarheid van de ruimten wordt ook buiten gegarandeerd, waar dezelfde taal als die van het bestaande gebouw wordt gehanteerd: een dualiteit van materialen voor de technische zones/personeelszones en de zones voor de kinderen die door een kleurrijk scherm van elkaar gescheiden zijn. Deze scheidingswand, die buiten doorloopt, gidst de gebruiker naar de ingang van het gebouw. Voor de uitbreiding werd een witte sierpleister gekozen om een optimale integratie met de andere gebouwen op het terrein te garanderen. Vanuit de technische kern vertrekken de gebouwen van de verschillende afdelingen als de stralen van een zon – de kleintjes aan de oostkant, de iets ouderen aan de zuidkant en de oudsten aan de westkant –, wat de evolutie van het kind symboliseert. Het gebouw begeleidt de kinderen bij het verkennen van hun omgeving en heeft ramen op hun hoogte waardoor ze vanuit verschillende invalshoeken over het omliggende landschap uitkijken. Tegen de tijd dat ze het kinderdagverblijf verlaten, hebben de kinderen de hele horizon afgewerkt.