Catégorie: Residentiële Gebouwen

TMB House

Op het plateau van Masnuy-Bruyère, het achterste deel van een tuin gekocht van de buurman, gelegen tussen vochtige weiden en een bos.

Het project: daar een huisje bouwen, licht verheven boven de moerassige grond. Het volume is compact, als een inheemse monoliet die het silhouet van de plaatselijke typologieën uitlicht.

Het is zuidgericht gegraven om een royaal overdekt terras en toegang tot het huis te bieden. De andere ramen beantwoorden aan een precieze omlijsting van de nabije omgeving, hier het bos, daar de weide of de gevel van een naburig huis.

Binnen is het programma als volgt: op het gelijkvloers een kleine suite, een wasruimte en woonruimtes. Boven, een kantoor, een slaapkamer, een kleedkamer (of een 3e slaapkamer), een ruime badkamer.

In tegenstelling tot de enveloppe is de binnenruimte dynamisch en zelfs complex: een set schuine mezzanines rond een trapmeubel.

In de woonkamer blijft de houten constructie zichtbaar, als een venster op de geschiedenis van deze constructie, dit skelet dat maar al te vaak onder de afwerking verdwijnt. Deze werd als enige behandeling gebrand.

De plankenvloer van het terras is gemaakt met een oude voorraad Douglashout die bij een leverancier werd gerecupereerd. Dit overdekte terras dient als een “extra” buitenruimte.

Het interieurmeubilair (kantoor, draaideur, trap, dressing, bibliotheek-leuning) maakt deel uit van een globaal project.

Huis R-D

De bouwheer, een aannemer gespecialiseerd in isolatie en houtbouw, wilde een ecologische en energiezuinige woning.

Zijn woning moest plaats bieden aan zijn gezin met 3 kinderen en er moest een werkplaats/opslagruimte bij worden geplaatst.

Houtskeletbouw bood hem de mogelijkheid om een performante buitenschil te creëren met hernieuwbare en lokale materialen waarvan de fabricage weinig energie vereist.

Het terrein bevindt zich in een kleine, smalle dorpsstraat en helt af. Het vertoont een uitgesproken reliëf met een niveauverschil van 3 meter. De twee volumes werden ingeplant aan de straatkant op het laagste deel van het perceel.

Het huis loopt gelijk met de straat terwijl de werkplaats, die loodrecht op de straat ingeplant werd, op de perceelgrens met de buurman staat.

De werkplaats omvat een kantoor en een tegen diefstal beveiligde opslagplaats voor bouwgereedschap en -materiaal.

De lange en smalle vorm van het perceel, gezien vanaf de straat, is typisch voor een rurale omgeving en versterkt het ‘plattelandskarakter’ van de Chemin Goffin.

Om de bouwprofielen zo goed mogelijk te integreren in dit plattelandsgebied in de dorpskern van Tourinnes-La-Grosse dat onderworpen is aan het RGBSR (Règlement Général sur les Bâtisses en Site Rural – Algemeen reglement voor de bouw in rurale gebieden), werden de 2 volumes traditioneel gehouden en zijn de materialen die vanaf de straat zichtbaar zijn, voornamelijk baksteen en natuurleisteen.

Een kleine binnenplaats, op hetzelfde niveau als de weg en het atelier, geeft toegang tot het huis. Enkele trappen leiden naar een toegangszone in een insprong van de gevel, beschut tegen de regen.  Voor de aannemer is het een ware luxe om op zijn eigen terrein een werkplaats te hebben. Hij kan ’s ochtends al zijn materiaal inladen voor hij naar zijn bouwplaatsen rijdt, doorgaans in de onmiddellijke omgeving. 

De gevel van de woning, die dieper op het perceel ingeplant werd, loopt gelijk met de aangrenzende gevels aan de straatkant. Het volume is aan de ene kant in de helling ingewerkt en steekt aan de andere kant boven het perceel uit. Aan de achterkant zijn de tuin en het terras in trapvorm aangelegd om het niveauverschil te overwinnen.

De noordgevel aan de straatkant is samengesteld uit een spel van materialen en volumes waarin zowel de lokale traditie als het hedendaagse karakter tot uiting komen. Het grote leien dak en de bakstenen muur waarin grote openingen zitten, herinnert aan de oude plattelandsgebouwen.

Onder de dakgoot loopt een horizontale strook van ruwe planken uit douglashout waarin kleine raampjes zitten. Dit doorbreekt het metselwerk en maakt het gebouw lichter.

We merken op dat het gebruik van bakstenen van variabele lengte zonder voegen in wildverband geen invloed heeft op de integratie van het gebouw.

Woning en Atelier VERBIEST

Het gaat om een oude opslagplaats die zich in een klein, zeer dicht bebouwd huizenblok bevindt. Het project omvatte gerichte afbraakwerken om buitenruimte, tuinen en terrassen te creëren, zodat er meer ademruimte vrijkwam in het midden van het huizenblok. De grote blinde muren werden vervangen door een gevarieerd en luchtig landschap. De weelderige vegetatie die tegen de muren op klom, werd gevaloriseerd en aangevuld.

Het project omvat een woning en een kunstenaarsatelier dat vooral voor het maken van keramiek bedoeld is. Verscheidene Brusselse keramiekkunstenaars zullen het atelier delen. Een van hen is Evelia Macal die met haar gezin op de bovenverdiepingen woont. Het project vernieuwde het hart van het huizenblok en gaf het opnieuw lucht. Het vestigde er een zachte activiteit die verenigbaar is met de woningen en verankerde een artisanale en creatieve activiteit in een stedelijke omgeving.

Een gedeelte van het dak werd vervangen door een serre zoals in de landbouw wordt gebruikt. Het is de bedoeling om er allerlei gewassen in te telen (fruit, enz.). Ook de tuinen met onder meer munt en verschillende fruitbomen zijn in hoofdzaak productief.

Twee belangrijke pijlers van het architecturale project verankerden de ecologische benadering.

In de eerste plaats werden beton en samengestelde materialen zoveel mogelijk gebannen. Zo werden de betonnen structuren, die te zwak waren, verstevigd met houten structuren die tegelijk als afwerking dienen (houten kolommen, houten vloerplaten die ter plaatse werden gemaakt van naast elkaar geplaatste vloerbalken). Voor de isolatie werd gebruikgemaakt van hennepblokken (Isohemp), die in België worden gemaakt, en hennepwol. Verder werd leempleister gebruikt waarvoor het basismateriaal op Brusselse bouwplaatsen werd gerecupereerd (BC Materials). De stalen relingen en de marmerelementen tot slot werden gerecupereerd op een andere bouwplaats van het architectenbureau AgwA (Palais des Expositions in Charleroi). Voor de kozijnen, die veelal door de bestaande constructies worden beschermd, werd naaldhout gekozen (douglas) om het gebruik van exotische houtsoorten te vermijden. Op die manier werden het gebruik van cement, staal en minerale of synthetische isolatiematerialen alsook de aanvoer van energieverslindende nieuwe materialen sterk beperkt. De architectuur werd op die manier verrijkt met onverwachte details en ruimten.

Ten tweede werd getracht om de verwarmde oppervlakken te beperken in functie van hun gebruik dat naargelang van de seizoenen kan variëren, terwijl ook zoveel mogelijk constructies werden behouden om de hoeveelheid af te voeren puin te beperken. Het oorspronkelijke gebouw had een nuttige oppervlakte van zo’n 1000 m². Voor het project werd slechts één woning aanvaard. Het was in het kader van het project niet meer mogelijk om de bebouwde en de niet-bebouwde oppervlakken van elkaar te onderscheiden. Zo ontvouwt de tuin vooraan zich onder de oude betonliggers in de koetsgang aan de straatkant (ongeveer 200 m²). De woning en het atelier zijn twee kleine verwarmde eenheden in het gebouw (ongeveer 220 m²). Ze beschikken allebei over een grote niet-verwarmde ruimte die tijdens de zomermaanden een uitbreiding vormt (ongeveer 180 m²). Het atelier komt uit op een overdekt terras en een tuin met daarin de ovens en de voorraden (en de kippen!) (ongeveer 120 m²). De woning heeft een terras dat afgebakend is door de oude gevels die een scherm vormen om de privacy van de omwonenden te beschermen (ongeveer 60 m²). De landbouwserre is een semi-buitenruimte bovenop de woning: het warmteverlies van de woning wordt er benut (ongeveer 80 m²).

Maison C

Toen hun gezinswoning te groot werd, vroeg het echtpaar C zich af wat er met hun huis moest gebeuren en hoe hun toekomstige woning eruit moest zien. Al gauw werden ze het eens over de volgende twee wensen:

1. Wonen in een huis dat beter op hun behoeften afgestemd was.

2. Oud worden met hun kinderen en kleinkinderen om hen heen.

Door zijn afmetingen kon het perceel in de breedte worden verdeeld en bood het plaats aan hun toekomstige woning terwijl het hoofdhuis kon blijven staan voor de kinderen.

De tuin (inclusief moestuin) en de toegangen tot de straat werden dus gedeelde ruimten. Leven in familieverband was weliswaar de drijfveer achter het project, maar toch moest er een evenwicht worden gevonden tussen de gewenste nabijheid en de behoefte aan privacy van elke wooneenheid. De gevelopeningen en de eigen buitenruimten moesten dus met de nodige voorzichtigheid worden aangepakt. Met behulp van enkele architecturale elementen die de rechtstreekse en diagonale inkijk beperken, kon voor de nodige afstand worden gezorgd met het oog op een harmonieus samenleven.

De ontwerpers kregen betrekkelijk veel vrijheid, aangezien er geen specifieke stedenbouwkundige voorschriften van toepassing waren. Het voornaamste opzet: de omgeving respecteren door de afmetingen van het gebouw zo klein mogelijk te houden en het bouwwerk maximaal in de grote tuin integreren. Het gebouw werd ingeplant in het verlengde van de gezinswoning, op enkele meters afstand. Door zijn bescheiden omvang, teruggetrokken inplanting en materialiteit valt het vanaf de straat niet erg op. Voor het project werd voornamelijk met hout gewerkt, onder meer voor de buitenstructuren en -bekledingen. De voorgevel staat vlak bij een boom die het huis ’s zomers verbergt. Aan de achterkant gaat het groendak perfect op in de tuin met wisselende kleuren naargelang van het seizoen.

Dankzij de eenvoud van het project, de doeltreffendheid van het grondplan en de keuze voor bepaalde bouwtechnieken – houtskelet met cellulose-isolatie, ramen zonder kozijnen – konden de bouwkosten worden beperkt zonder afbreuk te doen aan de ecologische ambitie van het project.

Een open structuur voor een aanpasbaar gebruik

Het gebouw maakt deel uit van een fijnmazig netwerk van straten, kleine dorpskernen en groepjes woningen in de landelijke omgeving van Wieze, gelegen tussen Lebbeke en Aalst. Landelijke typologieën zoals boerderijen, schuren en loodsen worden afgewisseld met recenter gebouwde, alleenstaande woningen.

Oudere gebouwen in Bontegem zijn in de meeste gevallen met de voorgevel op de perceelsgrens gebouwd, op ongeveer twee meter afstand van de straat, zoals de boerderij naast het gebouw. Nieuwere woningen en gebouwen bevinden zich door de recente stedenbouwkundige voorschriften op twaalf meter van de perceelsgrens. Deze combinatie van in- en uitspringende volumes resulteert in een straatbeeld met afwisselende dieptezichten die af en toe ook gepaard gaan met vergezichten op de achterliggende velden en akkers.

De volumetrie van het gebouw is een combinatie van drie volumes die ten opzichte van elkaar verschoven en gedraaid zijn. Deze verschuiving en verdraaiing genereren oksels tussen de beide volumes die beschermde buitenruimtes in de volumetrie integreren, in relatie met de zijstroken van de tuin. In de noordoostelijk georiënteerde oksel bevinden zich de ingangen van de woning en van de dokterspraktijk. In de zuidwestelijk georiënteerde, meer intieme, oksel is een open zitruimte voorzien die uitkijkt op de achtertuin. Het volume aan de straatzijde, met de praktijk, garage en kinderkamers, positioneert zich parallel ten opzichte van de straat terwijl het volume aan de tuinzijde, het woongedeelte van de woning met keuken en ouderkamer, zich draait naar de tuin en het mooie vergezicht daarachter op de velden en akkers.

Door het uiteenschuiven van de volumes ontstaat er aan de binnenzijde een tussenruimte die dienst doet als articulatie tussen de verschillende functies van de woning. Ze verbinden zowel visueel, door middel van een vide, als fysiek, door middel van de trap, de twee verdiepingen maar ook de relatie tussen de praktijk met de woning en de verbinding tussen de inkom en de zithoek. Natuurlijk licht valt via deze tussenruimte zenitaal naar binnen. De splitsing van volumes fragmenteert het geheel waardoor het minder imposant oogt. Bovendien biedt deze ontdubbeling een enorm potentieel met het oog op de toekomst. Het gebouw kan doorheen de tijd aan de noden van de gebruikers aangepast worden.

De buitenberging, een tuinmuur en een open houten structuur aan de voorzijde van het gebouw creëren een derde “volume” in de schakeling.

De open structuur positioneert zich in lijn van de voorgevel van de rechterbuur en de voorgevel van de achterliggende woning is uitgelijnd met de voorgevel van de linkerbuur. Er ontstaan interessante perspectieven tussen de verschillende volumes en hun buren.

De ommuurde ruimte, een typologie die terugkomt in boerderijen uit de buurt, vindt hier een hedendaagse invulling. Ze wordt gebruikt als parkeerruimte (voor patiënten), als toegangsruimte, als speelruimte voor de kinderen en als buitenwerkruimte (dicht bij de buitenberging en de garage).

De volumes van de woning zelf zijn ook opgevat als ommuurde ruimtes. De woning is een lege doos omwikkeld door een gevel uit houtskelet. De houten buitenschrijnwerkelementen zijn prefab tussen de wanden geplaatst, net zoals de houtskeletelementen. Ook in het buitenschrijnwerk zijn de diepe verticale stijlen structureel.

Het gevelparament is niet meer dan een drapering van de houtskelet, die openingen laat ter hoogte van het buitenschrijnwerk.

Woning JV

-De perceelsvorm was een gevolg van de reeds vergunde opsplitsing van een bestaand

perceel en kadert op deze wijze in een lokale verdichtingsstrategie. Hierbij werd ruimte

geboden om een halfopen bebouwing te voorzien tegen de bestaande zijgevel aan van de

bestaande aanpalende woning.

Kenmerkend voor het tuinlandschap is de aanwezigheid van een mooie loofboom en het

zicht op het achterliggende rurale landschap: grasland begraasd door schapen. Deze

elementen werden als basis ingezet voor het ruimtelijke ontwerp.

De woning kreeg een uitgesproken hedendaags karakter, waarbij de uitkragingen

(luifel-dakboord) subtiel aansluiten op de aangrenzende interbellumwoningen. Een

consequent grid staat garant voor een dialoog tussen de buiten- en binnenomgeving en

zorgt voor een heldere ruimteopbouw met veel aandacht voor lichtinval.

-Door de korte bouwtijd, was er voor de klant een groot voordeel. Bovendien is de klant

in staat om op een korte termijn inzicht in de schaal van de ruimten te verwerven tijdens de bouw.

-Budgettair was het systeem een goede oplossing, aangezien er op de meeste plaatsen

(behalve de keuken en de badkamer) niets moest worden afgewerkt.

De bouwdiepte en het gabarit (verplicht hellend dak) lagen vast ten gevolge van de

stedenbouwkundige voorschriften. Het grid is dan ook afgesteld op de eisen van de

bouwheer en deze stedenbouwkundige eisen. Door te werken met beperkte uitkragingen kon

aan de wens om 3 slaapkamers te voorzien worden voldaan.

De bomen maken het huis

Het gebouw is gelegen in een residentiële wijk met verschillende bouwstijlen, bestaande

uit voornamelijk eengezinswoningen. Van de verkaveling uit 1970 blijven nog maar

enkele vrije percelen over. Het perceel van dit project bevindt zich aan de rand van de

wijk en kijkt aan de achterzijde uit op een open weidelandschap.

Op het perceel is een klein bos gelegen, gebed tussen de villa’s van de verkavelingswijk.

Her en der verspreide beuken, berken en naaldbomen maken het bos en onderscheiden

zich van het kortgeknipte gras, enkele verdwaalde bomen en de rechthoekige hagen van

de buren.

De woning, twee balkvormige volumes die ten opzichte van elkaar verschoven zijn, past

zich in tussen de bomen. Er worden zo weinig mogelijk bomen gerooid, waardoor het bos

zo veel mogelijk intact blijft.

De volumetrie van de woning is ontstaan uit een evenwichtsoefening waarbij rekening

gehouden is met de wettelijke en de functionele randvoorwaarden, de integratie in de

omgeving en de oriëntatie. De woning bestaat op het gelijkvloers uit twee afgeschuinde,

balkvormige volumes die ten opzichte van elkaar verschoven zijn. Op de verdieping zijn

de uitstekende delen van de balken voor -en achteraan verwijderd om zo de bouwdiepte te

beperken en de verdieping zo compact mogelijk te maken. De dakoppervlaktes van het

gelijkvloers die op die manier vrijkwamen, zijn voorzien van groendak.

De verschuiving en hoekverdraaiingen in de gevels zorgen voor een minder monolithisch

uiterlijk aan de buitenzijde. Het volume lijkt minder groot en past zich in tussen de

bestaande bomen. Door de toegangen van de woningen aan de zijkanten te situeren,

ontstaat er een volwaardige voorzijde en wordt het straatbeeld niet ingenomen door een

oprijlaan en garagepoort. De bomen zelf zorgen hier voor de voorgevel als natuurlijke

buffer tussen straat en woning.

Voor de materialisatie van de buitenschil werd geopteerd voor materialen en kleuren die

niet afsteken ten opzichte van de omgeving. De zwarte gevelbekleding abstraheert het

gebouw, dat zich verbergt achter een gevel van bomen. Pas als je dichterbij komt, ontdek

je de verfijnde details, de variatie in de verschillende stroken en de geleding.

De gevel bestaat uit vier horizontale stroken. In de plankenbekisting van de lage betonnen

sokkel is het ritme van de zwarthouten planken aanwezig. Het ritme, de hoogte en de

breedte van de gevelbeplanking zijn in elke strook anders. De ramen, de buitendeuren en

de garagepoort hebben telkens de hoogte van de band waarin ze zich bevinden en zijn

opgenomen in de ritmering van de gevels. In de bovenste strook worden de verticale

latten doorgetrokken voor de ramen, als zonwering of om de privacy van de bewoners te

garanderen.

G1508 reconversie voormalige zeefdrukkersatelier tot woning

Een oud magazijn achter een rijwoning in Ledeberg maakt plaats voor een nieuwe woning. Een nieuwe rechthoekige houten dakstructuur wordt zorgvuldig ingepast op het perceel, bijgesneden door het hoofdgebouw en de grillige perceelsvorm.

Waar het dakvlak loskomt van de gemene muren, ontstaan twee ruime patio’s.

De beglaasde garagepoort wordt de nieuwe voordeur, geeft vanop de straat een gelaagd zicht doorheen de woning en stelt het binnenkomen uit.

Twee houten moerbalken in een T-figuur dragen het dak, op hun snijpunt gesteund door een nieuwe ronde betonkolom. De roostering volgt de richting die door de hoofdbalken gedicteerd wordt en suggereert verschillende ruimten in het open plan.

De twee patiogevels van de woning worden volledig uitgevoerd in hoge aluminium schuiframen en de tuinmuren begrenzen de ruimte.

Lichte wanden uit cellenbeton creëren kamers onder het dak en isoleren de gemene muur.

Het ontwerp vindt zijn kwaliteit door de spanning die ontstaat tussen de grilligheid van de aangetroffen situatie en de helderheid van de interventie.

Op het niveau van het plan resulteert dit in de twee patio’s, die door hun verschillende vorm en oriëntatie elk een eigen verhouding krijgen tot de binnenruimte, met een gedifferentieerde lichtinval doorheen de dag.

De houten dakstructuur reageert in haar detaillering op de verschillende aansluitingen: opgelegd in balkschoenen waar ze de bestaande constructies raakt of op ingewerkte betonsloffen in de nieuwe wanden, opgehangen aan de bovenliggende randbalken aan de patio’s.

De detaillering van de dakrand geeft extra hoogte aan de schrijnwerkgevels en laat de roostering uitrafelen naar de patio’s, waardoor de ruimte visueel volledig uitloopt in de buitenruimte en een uitzonderlijke lichtheid krijgt.

Een kort trapje maakt de verbinding met de bestaande hoofdbouw en geeft de woning de flexibiliteit om probleemloos een wijzigende gezinssituatie of alternatieve woonvormen te accommoderen.

Boshuis DL

RESPECT VOOR DE OMGEVING: De woning is volledig opgebouwd uit natuurlijke materialen zoals hout, beton en kleiklinkers, waardoor deze opgaat in de omgeving. De inplanting houdt rekening met de omgeving. De woning bestaat uit verschillende volumes die gepositioneerd zijn tussen en rond de bestaande bomen. Bij de aanvraag werd er bij de gemeente gepleit voor een terugspringende rooilijn zodat de woning enerzijds omringd wordt door de natuur, maar er anderzijds een deel natuur voelbaar blijft aan de straatzijde, wat bijdraagt tot een groenere straat. In de voortuin wordt een voedselbos gerealiseerd dat mee bouwt aan de biodiversiteit van de omgeving. Een deel hiervan is zelfs publiek toegankelijk. Rondom de woning zijn geen verhardingen (terras, oprit od.) zodat de natuur voelbaar is tot aan de gevels.

SOCIALE CONTEXT: Het ontwerp is zo bedacht dat het huis opsplitsbaar is in 3 units, waardoor de woning erg flexibel en duurzaam is. Momenteel is deze woonst geschikt voor een gezin van 4, maar is aanpasbaar aan toekomstige noden van een groeiend gezin of nieuwe bewoners. Op het terrein vervagen de perceelsgrenzen. De voortuin is deels toegankelijk voor passanten. Zij kunnen iets plukken uit het voedselbos of passeren langs het blotevoetenpad. Achteraan ontstond er een vorm van collectief wonen. De achtertuin grenst nl. aan een gemeenschappelijk bos dat gedeeld wordt met de 3 aangrenzende woningen.

MILIEU: Er is nauwelijks materiaal afgevoerd tijdens de bouw van deze woonst. Veelal werd het materiaal gerecupereerd. Er werd ook gewerkt met lokale grondstoffen (zie onderdeel circulair materiaalgebruik). Het regenwater wordt uiteraard gerecupereerd en gebruikt voor toiletten en buitenkranen. Er is geen aansluiting op de riolering, maar alles infiltreert op eigen terrein.

LANDSCHAPPELIJKE CONTEXT: De keuze gaat heel bewust naar natuurlijke materialen die lokaal geproduceerd worden (zie onderdeel bioklimatisme).

Het ontwerp houdt rekening met de natuurlijke glooiing van het terrein. Er is geen aan- of afvoer van grond.

ECONOMISCHE CONTEXT: Omdat het zelf bouwen van de woning een wens was, is er gekozen voor een authentieke en traditionele manier van bouwen. Deze draagt bij tot de sfeer van deze woning alsook aan de budgettaire haalbaarheid. Beton en baksteen voor de plint als draagstructuur en een hout als lichter materiaal voor de verdieping. Zo werd het mogelijk om alles ter plaatse en handmatig te verwerken, zonder een bouwkraan die een te grote impact zou hebben op de bestaande omgeving en beplanting. Er werd gekeken naar wat aanwezig was en/of zelf verwerkt kon worden. Zo werd dit een budgettair haalbaar project dat voor € 1000 per m2 werd gebouwd. Het ruwbouw-is-afwerking-principe draagt daar ook toe bij. Zoals bv. de houten balkenstructuur in het plafond of het keukenmeubilair in beton en hout. Zelfs de toestellen en afwerking bestaan uit recuperatiemateriaal of eigen ambachtsproducten.

BOUWOPPERVLAKTE:  De woning werkt met sublevels en begint pas op -1.00 m waardoor er 3 niveaus mogelijk waren binnen de opgelegde kroonlijsthoogte. Ondanks deze 3 niveaus blijft het toch een laag volume dat ondergeschikt blijft aan de omringende boomtoppen. De bewoonbare oppervlakte werd dus geoptimaliseerd binnen een beperkte bouwhoogte, wat eveneens bijdraagt tot de ruimtelijke inpasbaarheid in de omgeving. BUITENKAMERS: De leefzones binnen worden verlengd door de gratis buitenkamers die ontstaan omwille van de specifieke inplanting van de verschillende volumes.

Emiel Claus

In 2012 kregen we de vraag een bestaande woning aan de oever van de Leie te herdenken. De oorspronkelijke aaneengeschakelde, gesloten volumes zijn een rommelige verzameling van stijlen en hebben een wisselende bouwtechnische kwaliteit. De bouwheren hebben één grote wens: een woning die milieuzin in zich draagt realiseren.

In deze unieke omgeving van uitzonderlijke kwaliteit hebben we getracht een gebouw te bedenken en te realiseren dat een even hoge kwaliteit in zich draagt en deze van de omgeving versterkt. Het gebouw ligt verscholen in de tuin en ligt er te rusten als een dier, met zijn kop richting de rivier. Zijn lijf deelt te tuin in tweeën: de wilde tuin, richting de straat en de open tuin, met zicht op de Leie. De staart schermt de toegang tot het perceel via de privéweg af. De rug van het dier bestaat uit één groot meanderend houten dak. Het dak wordt gedragen door drie betonschouwen, wat oud met nieuw verbindt en binnen met buiten. Het start laag in de inkomzone, waar je het bijna kan aanraken, om dan op te klimmen richting Leie, waar het openvouwt en plaats maakt voor een volwaardige verdieping. Aan de noord–oost zijde, waar de woning dicht tegen de perceelsgrens ligt, duikt het dak terug naar beneden waardoor het beschutting biedt ten opzichte van de buur. De onderliggende ruimten worden gevormd door een stenen, orthogonale sokkel, waarin iedere opening wordt bepaald in functie van het zicht op de omgeving. In het lijf van het gebouw, tussen de twee tuinen, wordt de binnenvloer opgetrokken en de twee gevels opengewerkt. In deze ‘podiumzone’ sta je midden op het perceel, met zicht op de twee tuinen en de Leie.

De architecturale beleving van het gebouw en zijn omgeving staat centraal in dit ontwerp. Hierbij is er gezocht naar een maximale ‘rust’. Dit door openingen, hoogtes, voegen in materialen en de materialen waaruit deze zijn opgebouwd volledig op elkaar af te stemmen en technieken maximaal weg te werken. Het dak, gevelschrijnwerk, ruwbouw en inrichting zijn aangepast en meerdere malen herdacht om naadloos op elkaar te kunnen aansluiten. De structuur is in de hele woning zichtbaar, bepaalt de afwerking en ritmering en is gedetailleerd en uitgewerkt op schaal van een meubel.

Dit project betekende de start van ons bureau, bij het ontwerp en de realisatie zijn wij geen enkele uitdaging uit de weg gegaan. De initiële ambitie om te vertrekken vanuit de zichtbare houten dakstructuur en deze de onderliggende ruimten en hun linken, de materiaalkeuze en de detaillering te laten bepalen houden we vast tot op vandaag. Om deze ambitie, binnen een redelijk budget, technisch en bouwkundig haalbaar te maken was een grote uitdaging voor zowel onszelf als voor de bouwheren, de ingenieurs en de aannemers. Er zijn onnoemelijk veel alternatieven onderzocht en ieder mogelijk ‘probleem’ werd gezien als een uitdaging om ontwerpmatig op verder te bouwen. Het project heeft op deze manier een heel eigen logica en taal ontwikkeld, waar we zoveel mogelijk trouw aan proberen te blijven. Deze uitdaging zou nooit gelukt zijn zonder het enthousiasme en de gedeelde ambitie van al onze partners in dit project. De aannemer voor de dakstructuur en het gevelschrijnwerk Bourdeaud’hui bvba werd met dit project dan ook in 2017 bekroond als winnaar van de schrijnwerk award.

De maquettes en schaalmodellen van dit project zijn in 2017 tentoongesteld in het DAM in Frankfurt in het kader van de tentoonstelling MAATWERK MASSARBEIT. Over deze tentoonstelling is tevens een publicatie gemaakt; Maatwerk / Made to measure. In 2019 is PERNEEL OSTEN ARCHITECTEN uitgenodigd door A+, Vai en ULiège voor de lezingenreeks ACROSS. Naar aanleiding van deze lezingenreeks zijn de maquettes en schaalmodellen in het najaar van 2019 tentoongesteld in Bozar te Brussel.

G1203 reconversie steenkapperij Gentbugge

Een voormalige steenkapperij wordt ontsloten door een poortgebouw langs de Leo Tertzweillaan in Gentbrugge. De site wordt herbestemd als een binnengebied met een cluster van nieuwe woonentiteiten en kleine ateliers. Dit project maakt hier deel van uit. De bouwheer is eigenaar van een deel van de site waar een betonnen overkapping gelinkt is aan een hogere loods, opgebouwd in staalstructuur.

Het ontwerp laat deze structuren intact en voegt een derde, lichte houten structuur toe. Van de betonnen overkapping worden dak- en vloerplaat uitgeslepen zodat een ommuurde tuin ontstaat. De bestaande betonstructuur wordt in de tuin behouden en wordt gekopieerd in de houten draagstructuur van de woning, die rust op een aan de onderzijde geïsoleerde funderingsplaat die wordt gepolijst als afwerking. Het betonnen vlak geeft de woning de nodige thermische inertie. De houten tussenvloeren bestaan uit 6 cm massieve houtplaten die meteen afwerking zijn. Een compact kamerbreed woonvolume over 2 verdiepingen schuift zich onder de overkapping van de hogere loods tegen de zijwanden aan.

In de zuidgevel wordt vaste driedubbele beglazing afgewisseld met een ritme van opengaand schrijnwerk dat vol uitgevoerd wordt. In de zomer krijg je bij het openstaan van de ramen een totale transparantie. Op gelijkvloers krijgt deze gevel een interessante relatie met de 3 meter brede overdekte reststrook die overgaat in de tuin. Op verdieping krijg je een zicht over de stedelijke omgeving en fungeert de overkapping als zonnewering.

Meerwaarde van het gebouw voor de omgeving
Herwaardering industrieel erfgoed, inpassing zonder impact (lichten en zichten) op dichtbebouwd binnengebied

Integratie en geschiktheid van het gebouw in sociale, milieu, landschappelijke en economische context
Perfecte integratie. Dmv industriele houtbouwtechnieken een verderzetting realiseren van de aanwezige structuren. Economisch bouwen. Een duurzame skeletconstructie die door de opdrachtgever die schrijnwerker-kunstenaar is kan ingevuld en afgewerkt worden.

Optimalisatie van de beschikbare bouwoppervlakte in overeenstemming met de stedenbouwkundige regels
De bouwheer was overtuigd om compacter te wonen in een beperkt volume zodat een luifel overblijft en de bestaande constructies in hun waarde behouden blijven. Geen stedenbouwkundige impact.

Door onder een afzonderlijke luifel te bouwen zal de houtconstructie een veel langere levensduur hebben dan onder blote omstandigheden.