Catégorie: Residentiële Gebouwen

Gentianesstraat

Het perceel van de vakantiewoning situeert zich aan het einde van de Rue des Gentianes.  Ze ligt op een helling en heeft zicht op het nabijgelegen golfterrein. Er zijn geen harde grenzen. Enkele huizen volgen de richting van de straat; bomen lijken vrij op het terrein ingepland. De stedenbouwkundige voorschriften van de gebouwen zijn dit echter niet: oriëntatie, lengte en breedte, dakhelling zijn precies gedefinieerd en strikt aan te houden. De uitdaging van dit project ging schuil in de ruimtelijke indeling in het opgelegde volume; een uitdaging eerder in indeling dan toevoeging of positionering.

De maximale voetafdruk van het volume werd onderverdeeld in 4 gelijke delen met de locatie van een centrale trappenkern aan het snijpunt van de kruising. Zoals bij een spiraal draaien de 4 gelijke vloerplaten in tegengestelde richting rond de centrale trappenkern. Om te zorgen dat er zonlicht in de eetruimte aan de tuinzijde komt, werd een groot raam op het dak aan de zuidkant voorzien en één vloerplaat op niveau 1 weggelaten. Dit geeft de woning een zekere ruimtelijkheid, die men van buiten uit op het eerste gezicht niet verwacht. Vanop bepaalde niveaus hebben gebruikers zicht op andere niveaus en gebruikers worden gadegeslagen door andere gebruikers vanop andere niveaus; een spel van ‘kijken en bekeken worden’ ontstaat.

De uiteindelijke aanblik van dit project is sterk bepaald door de keuze van de materialen voor de wanden, vloeren, dak en gevel: de onderbouw van de woning is uitgevoerd in beton en metselwerk, opgevuld met beton; de bovenbouw is opgebouwd uit voorgefabriceerde panelen van kruislaaghout of Cross Laminated Timber (CLT). De in een lokale natuursteen (pierre calcaire givétien) uitgevoerde gevels vormen de afwerking voor het volume en geeft het volume een traditionele en moderne uitstraling. Een mooi contrast tussen de binnen- en de buitenkant ontstaat: donker, hard en koud versus licht, zacht en warm. Met behulp van een eenvoudig, archetypisch volume en de keuze van lokale materialen is het project gedefinieerd en op subtiele manier geïntegreerd in het vaak mistige landschap van de zuidelijke regio Wallonië. 

Minimalistische eengezinswoning in CLT

De woning staat in het bosrijke gebied van Waasmunster op een redelijk groot perceel. In

deze verkaveling zijn alle percelen goed afgeschermd van de openbare weg.

Daardoor heeft het ontwerp weinig impact op de omgeving.

Door de minimalistische architectuur met een zeer open gevel naar de tuinkant, is de

woning zeker niet dominant in de bosrijke omgeving.

De vormgeving en materiaalkeuze (witte pleisterkalk en houten accenten) van de woning is

helemaal niet dominant in de groene omgeving. Hoewel het een grote woning

betreft, kunnen we hier wel degelijk spreken van een nederige aanwezigheid tussen het

groen.

De bouwheer wenste een moderne woning in minimalistische architectuur met een

sterke openheid naar de tuin toe, zonder verlies van privacy.

Nulenergiewoning te Brasschaat

De opdrachtgevers hadden een bebost terrein van 1ha gekocht, met een open plek waar ooit al een villa had gestaan. Hierdoor was het mogelijk een huis te bouwen zonder bomen te rooien.

Na analyse van het terrein, besloten we de woning in te planten aan de rand van de open plek, vlak tegen een zone met grote beuken. Hierdoor kan de woning enerzijds de zuidwestzon maximaal capteren, maar anderzijds ook genieten van de zeer diverse zichten op het terrein: zicht op de groep hoge beuken langs de oostzijde, op de bosrand en struweel langs de noordzijde en overheen de zonrijke, open plek naar de rest van het bos langs de straatzijde (zuid + west).

a. meerwaarde voor de omgeving

De bedoeling van het hele project was een woning te maken met zo min mogelijk impact op het bouwterrein en de omgeving. Doordat de woning zeer diep op het terrein is ingeplant, is ze quasi onzichtbaar vanop de straat. Door de koperen gevelbekleding, zal ze na verloop van tijd ook opgaan tussen de boomstammen. Hierdoor wordt het natuurlijke en beboste uitzicht van de straat volledig bewaard. In contrast met de vele plekken in de gemeente waar bos dient te wijken voor woningen, hebben we gezocht naar een maximale integratie van de woning in het bos.

b. integratie en geschiktheid van het gebouw in zijn context

Zoals hierboven reeds toegelicht, was de integratie van de woning in haar natuurlijke omgeving één van de belangrijkste uitgangspunten van het ontwerp.

Samen met de opdrachtgever verkozen we echter een veel bredere aanpak en wilden we een woning maken met een zo minimaal mogelijke impact op het milieu.

We bouwden een nulenergiewoning die door passieve, bouwkundige maatregelen haar energieverbruik beperkt en de noodzakelijke energie door gebruik van duurzame technieken zelf opwekt.

Daarnaast werd ook zorgvuldig omgesprongen met de gebruikte materialen, waarbij we een optimum zochten tussen economie van materiaalgebruik, levensduur, oorsprong, hergebruik en herbruikbaarheid. Hierdoor werd het gebruik van grondstoffen én energie, en de hiermee samenhangende uitstoot van CO² maximaal teruggedrongen.

De bouw van een dergelijke, hoogperformante woning vraagt vanzelfsprekend een hogere economische investering dan een standaardgebouw. Op lange termijn is er echter een interessante terugverdientermijn voor de bouwheer, maar ook een grote maatschappelijke winst, aangezien de woning zowel bij de bouw, tijdens het gebruik als op het einde van haar levensduur een minimale impact heeft op haar directe omgeving.

Dit project toont volgens ons ook aan dat het mogelijk is om met duurzame, milieuvriendelijke bouwmethodes (in het bijzonder de houtskeletconstructie) een nulenergiewoning te realiseren zonder uitzonderlijke investeringen in technische installaties. Bij toepassing op grotere schaal, zal de initiële investeringskost van dit soort gebouwen volgens ons bijgevolg nog behoorlijk kunnen dalen.

c. optimalisatie van de beschikbare bouwoppervlakte

Het verkavelingsplan, geldig voor het bouwterrein, liet een zeer grote bouwzone toe. Volledig in de filosofie van bouwen met een minimale impact, hebben we echter naar een zo compact mogelijk volume gezocht, waarbinnen zeer ruim gewoond kon worden. We gebruikten uiteindelijk slechts 20% van de toegelaten voetafdruk.

Bij het uitwerken van de houtskeletgevels met koperbekleding, stelden we bovendien vast dat deze slechts half zo dik waren als de gevels in massief metselwerk die we voor een andere nulenergiewoning hadden moeten gebruiken. Ook hier kon er dus bijkomend op de ingenomen ruimte bespaard worden.

Woning JOS

Kwalitatieve eengezinswoning binnen de Gentse bebouwde kom, met visuele meerwaarde voor het naastgelegen park. Herkennings-/afspreekpunt.

Landschappelijk:

Als laatste woning van de doodlopende straat, moet de woning een rol opnemen als visueel interessant sluitstuk. De kopse gevel is namelijk het eerste richtpunt vanuit het naastgelegen Sint-Baafskouterpark en krijgt daarom een sprekende en herkenbare zijgevel in een diagonale vurenhouten gevelbekleding, gecombineerd met ramen met buitenkaders en gevelaccenten in zwart geschilderd hout. De voorzijde gaat dan weer naadloos over in de gevelrij, zonder het ritme van de straat te breken, maar onderscheidt zich door zijn atypische materiaalkeuze van leien. Geïntegreerd maar onderscheiden.

Sociaal:

Hoewel de woning op maat van de huidige opdrachtgever gemaakt is, werd ervoor gezorgd dat de 4 slaapkamers en de polyvalente ruimte de woning geschikt maken voor meerdere gezinssituaties. Zo hoeven er ook op langere termijn geen aanpassingen en uitbreidingen aan de woning te gebeuren.

Economische context:

Het budget van een opdrachtgever is niet eindeloos. Door simpele, betaalbare materialen in te zetten met een kleine knipoog (waardoor ze een frisse uitstraling krijgen), krijgt de woning dat tikkeltje meer. Dit gebeurt dan zonder het Belgische vastgoedpatrimonium te verzwaren met een onbetaalbare woning in luxematerialen.

Milieu:

De ligging van de woning is ideaal: Bus- en treinstation op wandelafstand, park naast de

deur, scholen en werkgelegenheid op fietsafstand, … Ook de oriëntatie van de woning op het perceel, tuinzijde zuidoost en toegangsweg noordwest, speelt in het voordeel om zonne-energie optimaal te capteren in winter, voor- en najaar. Door dan de juiste voorzorgsmaatregelen te nemen (nachtkoeling, buitenzonweringen, …), wordt de nood aan artificiële koeling in de zomer ook weer vermeden.

Door de horizontale projectie van de woning te beperken, wordt de onverharde buitenruimte gemaximaliseerd en wanneer het opgevangen regenwater niet volledig hergebruikt zou worden, infiltreert het in de bodem via de infiltratievoorziening.

Voorlopig is de woning nog aangesloten op gas, maar alle voorzieningen zijn genomen om op termijn over te schakelen op een lucht-water warmtepomp, gevoed door extra zonnepanelen die de afhankelijkheid van het elektriciteitsnet niet te hoog te maken.

De maximale voetafdruk van het gebouw bedraagt volgens de stedenbouwkundige voorschriften 6,5111 x 18111 op het gelijkvloers en 6,5111 x 12m op de eerste verdieping.

Omwille van ecologische en ruimtelijke overwegingen is er echt gekozen om dit

maximale gabarit niet na te streven. De woning is ontworpen met een voetafdruk van 6,5m x 12111 op beide verdiepingen. Hierdoor verkrijgen we een compact volume dat bijdraagt tot het behalen van de doorgedreven energetische eisen die we nastreven en zo behouden we ondertussen ook meer broodnodige, onverharde buitenruimte die niet zinloos wordt volbouwd in het Urban Heat Island.

De dakhelling kleurt met zijn asymmetrische 30° tot 60° buiten de lijntjes van de toelaatbare dakhelling van 30° tot 50°, maar omwille van de voordelen is dit door stedenbouw aanvaard. Dit levert namelijk een dakvorm op die ideaal is voor de plaatsing van de zonnepanelen op het zuiden, die speelsheid in de gevel brengt en die interessante ruimtes genereert binnenin.

WUL

Het project betreft een eengezinswoning die op een onbebouwd perceel van geringe breedte werd ingeplant. Deze smalle strook grond sloot aan op het perceel waarop de eerste woning van de klant en opdrachtgever zich bevond. De bebouwde omgeving, de geringe beschikbare breedte aan de straatkant en de topografie van het terrein maakten het op het eerste gezicht niet eenvoudig om dit perceel te valoriseren. Het bleef dus lange tijd braak liggen.

Op vraag van de klant ging het project de uitdaging aan om de bouwgrond te valoriseren. Het deed dit door de inplanting van een geoptimaliseerd volume dat echter volledig in overeenstemming was met de stedenbouwkundige voorschriften.

De architectuur werd afgestemd op de vrij alledaagse bebouwde omgeving. Op dit reeds erg beperkte perceel dwongen verplichtingen op het vlak van mandeligheden en stedenbouwkundige voorschriften de ontwerpers om de logica van de uitsparingen steeds verder door te drijven, vertrekkend van een maximaal volume.

Het project slaagde erin om het gewenste programma (woning en creatief atelier gelinkt aan een professionele ruimte) onder te brengen in een architecturaal ontwerp dat even eenvoudig als buitengewoon is.

In alle fasen van de bouw werd in belangrijke mate gebruikgemaakt van hout dat ook bewust zichtbaar werd gelaten vanuit de publieke ruimte.

De opengewerkte bekleding fungeert als een beschermende schil voor de muren en vervaagt geleidelijk totdat nog slechts een visuele filter overblijft. Deze filter zit tussen de blikken van de voorbijgangers en het creatieve atelier + kantoor waar natuurlijk licht vanuit het noorden (d.w.z. de straatkant) nodig was.

Het gebouw werd in een sterk hellend terrein ingewerkt. Dit was mogelijk door te spelen met niveauverschillen en de opeenvolging van de 3 verdiepingen van de woning via 4 tussenniveaus te laten verlopen. Deze niveauverschillen hebben ook te maken met aandacht voor het milieu. Er werd namelijk getracht om zo weinig mogelijk grond af te graven. Die zou noodzakelijkerwijs moeten worden afgevoerd, zodat het verstandig was om het vervoer te beperken en zo weinig mogelijk veranderingen aan te brengen in de natuurlijke topografie van het perceel.

Bioklimatologisch en eco-constructief huis

ARCHITECTUUR

Het huis ligt aan de rand van het dorp Nalinnes, in een zeer landelijke omgeving, midden in de velden.

De architectuur is grotendeels geïnspireerd op houten boerderijgebouwen, enerzijds om zich zo goed mogelijk te integreren in de omringende landelijke omgeving, en anderzijds om een verband te leggen tussen het gebouw en de gekozen natuurlijke materialen.

Het secundaire volume van de garage is bedekt met een zadeldak dat dezelfde helling heeft als het hoofdvolume. Het staat los van het hoofdvolume om de zichtbaarheid van het geheel te verbeteren en om de buitenentree aan de voorzijde van het huis te creëren.

BIOKLIMATOLOGISCH ONTWERP EN HERNIEUWBARE ENERGIEBRONNEN

Het bioklimatologische ontwerp van het gebouw en het gebruik van hernieuwbare energie (fotovoltaïsche panelen, geothermische warmtepomp) geven dit gebouw een zeer kleine ecologische voetafdruk. Het is geclassificeerd als A++, met een positieve energieopbrengst.

ECO-CONSTRUCTIE EN KORTE KETEN

Het huis werd gebouwd en geïsoleerd met materialen van biologische oorsprong (genageld CLT, gelijmd gelamelleerd hout, kalkhennepblokken, houtvezel) die het grijze energieverbruik alsook het waterverbruik van de werf sterk hebben verlaagd.

Het is een echte “koolstofreserve”, die gebouwd werd met respect voor de zeer-korte-keten, want de productie van de bouwonderdelen vond plaats op minder dan 50 km afstand van de bouwplaats.

D – B

Het project ligt op een zeer mooi perceel van +/-1ha, langs een kleine landweg in een heuvelachtige omgeving.

Het huis staat tegenover een oud, stenen gebouw. Onze wens was om het typische karakter van het gebouw aan de straatkant te behouden. De gevel werd daarom sober gehouden, met lokale steen en met een bekleding. Het volume is een klassieke gelijkvloers + 1.

Aan de tuinzijde is de gevel veel meer uitgesneden en is het volumespel anders. Elke ruimte neemt een eigen identiteit aan in relatie tot haar behoeften en de omgeving. Het terrein is goed ontsloten en vrij heuvelachtig.

Het huis strekt zich werkelijk naar de tuin uit, het biedt een breed perspectief en een optimale lichtinval, terwijl het er tegelijkertijd voor zorgt dat het niet oververhit raakt. De living is losgekoppeld van en ligt een stap hoger dan de rest van het gelijkvloers. Het huis ligt tegen de helling van het terrein. Het is verlengd met een lang overhangend dak, een beetje zoals een kever. Het dak staat in relatie met de helling van het terrein, het zorgt voor schaduw in de living en voor een echt “zomersalon”, beschut tegen de avondmist! Aan de achterkant van het perceel staan een ezel en schapen. Het is dus ook belangrijk om een oogje in het zeil te kunnen houden vanuit bijna elke plek in het huis.

De gemeente stond onmiddellijk open voor het concept van ons project en stond achter onze wens om respectvolle en lokale materialen te gebruiken (vurenhout, steen uit de groeve van Yvoir, plankenvloeren uit de zagerij van Florée).

Omdat we ons in een individuele zuiveringszone bevinden, hebben we gekozen voor een zuivering via een lagune. Het is een 100% ecologisch en mechanisch systeem (geen pomp of compressor, geen elektriciteit nodig).

Huis D

De inplanting van het gebouw houdt rekening met de problemen op het vlak van de oriëntatie, het uitzicht en de natuurlijke hellingen van het terrein, evenals met de afstand, de uitlijning en de typologie van de aangrenzende gebouwen. Het gebouw bestaat uit 2 van elkaar onderscheiden volumes die het mogelijk maken om rekening te houden met de niveauverschillen van het betrokken terrein.

Het eerste volume op straatniveau dient als fundering voor het tweede aan de straatkant en is gedeeltelijk ingegraven. Het herbergt de garages en een kelder.

Het tweede volume wordt ingenomen door de leefruimtes, het heeft een zadeldak dat loodrecht op de weg staat, het is gedeeltelijk gezet op het natuurlijke terrein aan de achterzijde en op het eerste volume voor het voorste deel. De beoogde vorm is in dit geval identiek aan de vormen die we in de directe omgeving van het project kunnen vinden. De volumes blijven eenvoudig en hebben goede proporties. De bovenste delen van het onbebouwde garagevolume worden gebruikt als terras voor de slaapkamers of als groendak aan de straatkant.

Om deze twee afzonderlijke volumes te bereiken werden verschillende toegangen gerealiseerd. De eerste, voor de toegang tot de garages, bevindt zich ter hoogte en op een paar meter afstand van de weg. Deze toegang, die als parkeerzone gebruikt kan worden, werd behandeld met grastegels om hem zo discreet mogelijk te houden.

Le Bauw Centrum

De uitvoering van het project in het hart van een voormalige steengroeve was een uitdaging. Het oorspronkelijke perceel was trapeziumvormig, waarvan de smalste zijde de toegang tot de openbare weg was. Het gebouw is volledig geïntegreerd in de natuurlijke omgeving en de architectuur is in overeenstemming met de belangrijkste kenmerken van het landschap.

De indeling is in lijn met de bestaande indeling op de aangrenzende percelen en zet zo de door de oude gebouwen geïnitieerde bio-klimatologische ontwikkeling voort. Omdat het programma bestaat uit een eengezinswoning en een privé-sportcentrum in een sociale en economische context van een peri-urbane dorpskern, past het perfect.

Gezien het bijzondere karakter van het terrein, wilden we in overleg met de bouwheer de beperkingen ervan in ons voordeel gebruiken. Een talud van de voormalige steengroeve aan de ingang van de site werd behouden om de unifamiliale toegang tot het sportcomplex te privatiseren. Binnen het streven naar een lokale en ecologische aanpak had het project tot doel om de afgraving en opvulling van het oorspronkelijke terrein tot een minimum te beperken.

De architectuur van het project is gearticuleerd rond de dubbele functie van het gebouw: een privégedeelte en een professioneel gedeelte en houdt rekening met een terrein dat gevormd wordt door niveaukrommingen. Het professionele gedeelte, bestemd voor een fitnesscentrum met sportcoaching, werd op de voorgrond gezet om de toegang te vergemakkelijken en om een gastvrij volume met een plat dak te presenteren.  Om het “privé-volume” af te schermen, werd het bewust op de achterkant van het terrein gezet, waardoor het vanzelf meer privacy krijgt. Tegelijk wordt de tuin verbonden met de zuidwest georiënteerde ramen van de leefruimtes.  Het op één vlak gebalanceerde dak scheidt het privévolume van het professionele gedeelte. Het geeft een licht reliëf aan het volume, terwijl de overstek van de buren gevrijwaard wordt van een agressiever dak met twee vlakken. De integratie van de volumes in de verschillende niveaus van het terrein en met de buren krijgt hier zijn volle betekenis, zowel in integratie als in discretie. Zoals elk bestudeerd project, heeft het altijd de zorg gehad om voorbeeldig te zijn. Het Q-Zen-label is het resultaat van een dagelijkse bereidheid van het architectenbureau.

Woning B

Het gebouw is grotendeels opgetrokken uit steen en hout.

De stenen buitenbedekking is gemaakt van zandsteenblokken uit de Condroz.

De structuur van het gebouw is gemaakt van massieve CLT-panelen. Deze bestaan uit meerdere gekruiste lagen van genagelde massieve houten planken. Het hout is van lokale oorsprong en wordt gewonnen uit de zijkant van de boom.

Dit maakt deel uit van het principe van het genagelde CLT-systeem, d.w.z. voorrang geven aan de planken die niet vaak gebruikt worden, om niet te concurreren met de traditionele toepassingen van de andere delen van de boom, zoals hout voor timmerwerk, vloeren, meubels, enz.

De gebruikelijke bestemming van deze kwaliteit van planken is eerder verpakking en paletten.

Ecologisch gezien is het voordeel enorm, omdat de levenscyclus van het hout enorm wordt verlengd.  De levensduur van een palet is zeer kort en die van een eengezinswoning van massief hout is zeer lang.  Theoretisch is een LCA (Life Cycle Assessment) van een gebouw, ongeacht de materialen, gebaseerd op 50 jaar, maar de werkelijke levensduur van gebouwen is veel langer.

Dit geeft een economische en vooral ecologische meerwaarde aan een kwaliteit van planken die meestal niet erg duurzaam is.

Het huis is gebouwd op een beboste heuvel, in een verkaveling van de jaren ’70 met verschillende ongelijksoortige gebouwen, zonder bijzonder belang.

Het gelijkvloers bestaat uit een betonnen fundering met een stenen buitenbedekking, die het huis in de helling moet verankeren. Daarop werd een prismavormige houten structuur geplaatst die zich over twee niveaus ontwikkelt.

Dit principe maakt het mogelijk om grote en kostbare grondwerken te vermijden en dus om het gebouw zo goed mogelijk te integreren in het hellende terrein.

Het doel van dit project is om het habitat-volume te “herinterpreteren”, het te integreren in de site en om er een hedendaagse look aan te geven. De interventie ter plekke moet daarbij minimaal gehouden worden.

Met dit project willen we een hedendaagse en kwalitatieve architectuur promoten, die een logica van aanpassing aan de omgeving, al dan niet bebouwd, moet bestendigen.

De leefruimtes, die op de bovenste niveaus werden ingericht, profiteren dankzij de grote raampartijen van maximale lichtinval en uitzicht op het dal.

Het houten parallellepipedum kreeg een isolerende gevel met een witte coating. Dit geeft het gebouw een smetteloze uitstraling die het contrast met de natuurlijke omgeving nog extra accentueert.

De wens van de klant was om een uniek woonvolume te verkrijgen, dat de leefruimtes met een atelier en een slaapkamer verbindt, en dat tegelijkertijd een interessant uitzicht geeft op de vallei en de beboste heuvel.

Het houten parallellepipedum zorgt voor een compact volume van twee niveaus die met elkaar in verbinding staan via een ruime vide. Daardoor kan vanuit elke binnenruimte geprofiteerd worden van de buitenruimtes.

De compactheid van het gebouw maakt het ook mogelijk om te besparen op grondwerken en materialen en om minder te verlies te lijden op de buitenschil.

Paviljoen Saint-Antoine

Het project heeft de vorm van een paviljoen waar de relatie met de tuin alomtegenwoordig is. De ligging van dit paviljoen aan de rand van de gemeente toont op individuele schaal een verlangen naar verdichting in plaats van stadsuitbreiding, waardoor milieukwesties voorrang krijgen op die van het individu.

De indeling en de vierkante vorm van het gebouw maken het mogelijk om zowel de uitlijning met de rijbaan als de aangrenzende gebouwen te respecteren. Tegelijkertijd integreert het zich harmonieus in de bestaande beplanting die kenmerkend is voor de context (maximaal behoud van bestaande subjecten). Het hoofdgedeelte van het gebouw ontwikkelt zich op één niveau, waardoor er een constante en directe relatie met de omliggende tuin ontstaat. Het plat dak laat toe om het project harmonieus te integreren in de nabijgelegen context door een vrij laag gabarit te behouden en in resonantie met de gebouwen op de naburige percelen.

Door het vierkante vlak biedt het project verschillende uitzichten op het landschap. De kamers zijn goed verlicht en open naar buiten toe, en de belangrijkste woonruimte profiteert van drie verschillende oriëntaties. Om de groenrijke context rond het project te maximaliseren, vertaalt het vlak zich in een opeenvolging van ruimtes met gedifferentieerde uitzichten op het landschap. De criteria met betrekking tot een gezonde natuurlijke verlichting werden uiteraard gerespecteerd. Omdat bij de landschappelijke integratie ook de materialiteit een rol speelt, zijn de gevels de uitdrukking van de poëtische rationaliteit die het hele project begeleidt. Ze werden allemaal op dezelfde manier behandeld, zowel architectonisch als esthetisch. De gekozen materialen zijn duurzaam en gaan samen met het geheel. De houten gevelbekleding is in overeenstemming met de houten ramen en de deur- en vensterbanken, evenals met de omgeving. De donkere houtkleuring vermindert de impact van het gebouw en vermengt zich met het bestaande plantenweefsel.

Woning Leba

De woning, volledig in houtskeletbouw en met houten bekleding, ligt aan de rand van een woonwijk aan de rand van Bastogne.

Het project is in overeenstemming met de belangrijkste kenmerken van het landschap en met de principes van de ligging van het perceel (bouwzone, halfvrijstaande woning, gevel van het gebouw, enz.)

De gebruikte materialen en kleuren voor de gevel maken een echte integratie met het landschap en de omgeving mogelijk.

De omgeving en de zonneschijn leidden tot twee open gevels tegenover twee zeer gesloten gevels.

De zwarte “vlakken” die in de houten gevelbekleding zijn geschoven, verdelen de oppervlakken naargelang hun functie en accentueren de grafische kant van het geheel. Ze begeleiden de bezoeker in zijn parcours en in zijn architecturale lectuur.

De verzonken entree en het overdekte terras accentueren de derde dimensie van de constructie.

De binnenniveaus werden bestudeerd om het volume perfect in de lichte helling van het terrein in te schrijven.