Catégorie: Optoppingen

Cohousing in voormalige rijkswachtkazerne

In Deurne verbouwde Polygoon Architectuur in samenwerking met architect Jouri De Pelecijn een voormalige rijkswachtkazerne tot een harmonieus cohousingproject met vier ruime doorzonwoningen. Voor deze herbestemming werd doordacht gebruik gemaakt van de oorspronkelijke structuren, terwijl de uitbreidingen in houtskeletbouw het pand een tijdloos karakter geven.

Vier bevriende gezinnen hadden een visie: een samenwoonproject met gemeenschappelijke functies en een gedeelde tuin, maar met voldoende behoud van privacy. Een voormalige rijkswachtkazerne met conciërgewoning in Deurne bood de ruimte die ze zochten, op een perceel van 60 meter diep en 27 meter breed.

Wat meteen opvalt, is de harmonische ritmiek in de gevels. Door de twee middelste woningen een gedeelde inkomhal te geven, kon de karakteristieke baksteenarchitectuur van de voorgevel behouden blijven. De nieuw opgetrokken binnenmuur verdeelt het middelste raam onopvallend doormidden. De houten panelen van de bovenverdieping volgen en versterken het ritme van de bakstenen penanten eronder, wat zorgt voor een rustgevend en tijdloos effect. Het pand springt in het oog, zonder sterk te contrasteren met het straatbeeld en het woonlint. Waar mogelijk werden de bestaande raamopeningen behouden. Bij de nieuwe bovenste bouwlaag opteerden de architecten voor een ritmisch spel van langwerpige verticale ramen afgewisseld met houten panelen. Door de profielen van de zuidgerichte ramen wat dieper te plaatsen, vormt de houten omkadering een natuurlijke zonnewering.

Een van de uitdagingen was de ligging van het perceel. De voorgevel is zuidgericht; de tuin kijkt uit op het noorden. Het was essentieel om zoveel mogelijk licht binnen te trekken en daarom werd er gekozen voor lichte en luchtige doorzonwoningen. Daarnaast zorgen lichtstraten, koepels en een vide voor natuurlijk daglicht.

Bij dit cohousingproject werd resoluut gekozen voor een ruime gemeenschappelijke tuin. Op de binnenkoer stonden oorspronkelijk enkele garageboxen. De bouwheren speelden even met het idee om daarvan een gemeenschappelijke ruimte te maken, zoals vaker gebeurt bij cohousingprojecten. De meerwaarde van een grote tuin in een stedelijke context is echter zo groot, dat ze uiteindelijk toch beslisten om de constructie af te breken en de volledige ruimte te benutten als tuin: een ingreep die de levenskwaliteit van de bewoners sterk vergroot. Vanuit de leefkeukens in de nieuwe achterbouw kijken de bewoners nu uit de op de tuin; een verademing in het drukke Deurne.

Het afbreken van de garageboxen betekent overigens niet dat er een gebrek is aan gemeenschappelijke ruimte. De tuin en de fietsberging worden gedeeld. En er was nog een opportuniteit die de architecten niet onbenut hebben gelaten. Het oorspronkelijke volume was volledig onderkelderd. Nu bevindt er zich een gemeenschappelijke wasplaats waar de bewoners wasmachines en droogkasten delen en elkaar ongedwongen kunnen ontmoeten. Ook hier schittert de balans tussen ontmoeting en privacy. Er zijn immers ook vier private kelders, die telkens bereikt kunnen worden vanuit de private traphal van de bewoners. De indeling creëert de mogelijkheid om via de gemeenschappelijke wasplaats en de private kelders van woning naar woning te gaan. Ideaal voor jonge gezinnen die graag bij elkaar babysitten, en volledig in lijn met het concept van “samen-huizen”.

Het perceel beschikt over heel wat ruimte aan de straatkant. Voor de herbestemming was die naar goede Vlaamse gewoonte bestraat en tot parkeerplaats uitgeroepen. De huidige bewoners doen echter bewust aan autodelen. Zo kwam er plaats vrij om de troef van de zuidgerichte ligging uit te spelen. Er werd een tweede voortuin toegevoegd die de verhoudingen van de gevel respecteert. Op die manier kunnen twee volwaardige autostaanplaatsen gecombineerd worden met een  groen uitzicht voor de buurt en vanuit alle woonkamers.

Wie goed kijkt naar de zijmuur, ziet een kleine knipoog naar het bouwkundig verleden van het pand: een stenen rozet werd letterlijk ingekaderd door de houten buitenbekleding.

Onbenutte zolder wordt passieve duplex-dakwoning

Meerwaarde van het gebouw voor de omgeving :

01. De dakwoning benut een restruimte in de stad. Een onbenutte zolder wordt bouwgrond.

02. De houten constructie vervolledigt de parkwand en speelt in op de horizontale belijning en de kleuren van het metselwerk in omringende gevels.

03. De woning is met hout gebouwd, een hernieuwbare grondstof.

04. De woning zorgt ervoor dat een uitbreidend gezin zijn plek vindt in de stad en niet zoals zo vaak het geval is de stad verlaat. Grote terrassen met verschillende zichten, belichting, privacy, met ander karakter, zorgen voor voldoende buitenruimte aan de woning en kan een alternatief bieden voor de tuin op het platteland. De woning bezit een groot zuiderterras, maar ook een ontbijtterras en een verpozingsterras, telkens met andere zichten op de stad.

05. De woning is goed bereikbaar met openbaar vervoer, autobezit is niet nodig.

06. De ruimte, het licht en het zicht zorgen voor een aangename woning. Daarnaast zorgen de lichte wanden binnenin dat de woning ook later nog aanpasbaar is en haar bewoners kan overleven. Het zuiderlicht komt tot in het hart van de woning via de trap en de vide.

07. De woning is een passiefwoning en heeft beperkte energie nodig(luchtdicht, 3-dubbel glas, degelijke isolatie, beperking opwarming, ventilatiesysteem D met zeer hoog rendement). Fotovoltaïsche cellen op het dak leveren elektriciteit.  De zonneboiler zorgt voor warm water. Zonwerende beglazing en een zonneluifel beperken de opwarming van de woning.

08. De woning verdicht het woonweefsel in de stad.

09. De woning heeft karakter en stimuleert haar omgeving.

Integratie en geschiktheid van het gebouw in sociale, milieu, landschappelijke en economische context :

01. zie a.02. De verbouwing kan stimulerend werken voor het opwaarderen van de wijk.

02 zie a.03. De materialen werden merendeels gekozen op basis van hun score op de levenscyclusanalyse (NIBE classificatie)

03. zie a.04 en a.07

04. De woning richt zich op de stedelijke zichten en context, heeft een verregaande relatie met de stad. Zien en gezien worden, zowel bij open als gesloten ramen, zonder dat het ten koste gaat van de privacy (o.a. door de hoogte).  Dit verhoogt het sociale weefsel in de stad.

05. Er werd intens overleg gepleegd met de bouwheer, de  stedenbouwkundige diensten en de brandweer. Het overleg vormde een katalyserend proces dat tot het huidige ontwerp heeft geleid.

Optimalisatie van de beschikbare bouwoppervlakte in overeenstemming met de stedenbouwkundige regels :

01. De bouwhoogte was beperkt tot de hoogte van de opening in de parkwand. In overleg met stedenbouw van de stad en het gewest konden we de bouwlagen genoeg hoogte geven (2m50)en konden we de woning extra ruim laten aanvoelen door balklagen waar mogelijk zichtbaar te houden (waar geen brandvereisten van toepassing zijn), uitzicht te bieden (ondanks de passiefwoning), en beide bouwlagen ruimtelijk met elkaar te betrekken.

02. De bestaande trappenhal die de zolder bediende, vormt de toegang tot de woning. Om geen ruimte te verliezen wordt de interne trap boven de bestaande trappen ingeplant.

03. De opstanden naar het zuiderterras zijn ingericht als kasten.

04. De ruimten tussen de schoorstenen van de ondergelegen appartementen worden benut als kasten.

05. Een wand loodrecht op de gevel herbergt alle gesloten functies: een badkamer, een toilet,  een technische berging en een maximaal benutte bergruimte dankzij ingebouwde apothekerskasten. 06. Niet alles is volgebouwd, er werd bewust gekozen om voldoende gevarieerde buitenruimte te bouwen aan de woning. Zo verandert de beleving van de woning naargelang het seizoen en het buitenklimaat.

Jaspar

Het gebouw ligt tussen de Kleine Ring en een grote straat met een smaller weefsel, de Munthofstraat. Het gebouw werd in drie opeenvolgende fasen opgetrokken. De eerste was een traditionele eengezinswoning, gebouwd langs de Jasparlaan in 1874, met twee verdiepingen. Dit huis werd in 1929 uitgebreid met twee verdiepingen plus een zolderverdieping voor dienstmeisjeskamers. Bij deze gelegenheid werd een nieuw gebouw gecreëerd met een gevel aan de Munthofstraat. Elke verdieping van de woning werd zo getransformeerd tot een appartement, elk met een gevel aan elk van de twee straten. De derde fase is het onderwerp van deze aanvraag. De zolderverdieping werd afgebroken en een houten structuur werd opgetrokken om een duplex te creëren op het hoofdgebouw aan de Jasparlaan, en het dak van het hoofdgebouw tegenover de Munthofstraat werd omgevormd tot een terras.

Wat deze laatste stap betreft, is de toegevoegde waarde ervan voor het milieu

de verdichting van het stedelijk weefsel in het stadscentrum, met name door een beredeneerde verdichting van het stedelijk weefsel in het stadscentrum, die het mogelijk maakt om een grote woning te creëren. Het nieuwe volume wordt opgetrokken aan de kant van de Kleine Ring, waar de breedte van de boulevard en de schil van de gebouwen die aan de boulevard grenzen, grotere afmetingen aanvaarden. De gebouwkern tegenover de Munthofstraat is niet verhoogd, waardoor een meer adequate grootte voor deze smallere straat kan worden behouden. Het dak daarentegen wordt een terras. De operatie verbetert de energieprestatie van het gebouw, de biodiversiteit op het terrein, het beheer van het regenwater, benut het zonnepotentieel en maakt deel uit van een circulaire economiestrategie. Het creëert een nieuwe grote positieve energiehuishouding, die zonder CO²- of fijnstofuitstoot kan worden gebruikt.

De voorgevel aan de kant van de Jasparlaan is met één verdieping verlengd. Het ontwerp is bedacht om te passen in de strategie die in 1930 werd ontwikkeld, namelijk het behoud van de eenheid van de gevel en zijn esthetiek. Aangezien de woonfunctie het basiselement van het stedelijk weefsel vormt, was het niet wenselijk dat de ingreep werd onderscheiden van de openbare ruimte. Op aandringen van de gemeentelijke overheid is de behandeling van de extra verdieping rigoureus mimetisch ten opzichte van de bestaande. De reeds bestaande kroonlijst is gerestaureerd en een verdieping hoger herbouwd. De in 1929 begonnen beweging wordt zo versterkt, waarbij de ingreep in dit historische substraat wordt beschreven, zonder dat er sprake is van een verwijzing naar het stedelijke ensemble. Deze gevel is een masker, een teken van respect voor het oude gebouw, het tegenovergestelde van een “hedendaagse doos”-operatie. Deze operatie moet, ondanks de complexiteit ervan, onbeduidend lijken. Het beantwoordt dus aan de behoefte van het appartement aan anonimiteit en aan de banaliteit van dit programma, naast het bestendigen van oude technieken en het behouden van een zeker verrassingseffect.

Op de 6e verdieping is een patio gecreëerd, die licht en lucht in het hart van het appartement brengt, naast een meer intieme buitenruimte. Het maakt het mogelijk om een meer ingedeelde versie van de 5e plattegrond te herhalen: de ruimtes op de gevels maken het mogelijk om de gehele breedte van de gevel te meten, ze zijn geproportioneerd om in directe relatie te staan met het uitzicht. Ze bepalen impliciet de woonruimtes in het interieur, waarvan de intimiteit dus behouden blijft.