Catégorie: Niet-Residiëntiele Gebouwen

Nautile Sylvestre

Ter gelegenheid van de 85ste editie van de “Foire Agricole de Libramont” (België) werd het publiek verwelkomd in een uniek paviljoen, de “Nautile Sylvestre”. Het paviljoen is het embleem geworden van “Demo Forest”, het tweejaarlijkse evenement gewijd aan de bosbouw.

Het houten paviljoen doet denken aan een totempaal en is de eerste structurele toepassing van koud gebogen CLT-panelen. De constructie is het resultaat van een samenwerking tussen architectenbureau Art & Build en ontwerpbureau Saïse Design, in samenwerking met studiebureau Ney + Partners/WOW (structuur) en de industrieel LTS / Wood Shapers / CFE.Het thema van deze editie: “Wie zal morgen onze steden bouwen? “was de ideale gelegenheid om het architectonisch potentieel te verkennen van de ontmoeting tussen de traditionele bosbouwsector en de digitale tools die steeds vaker in de bouw worden gebruikt.

De Nautile Sylvestre werd gebouwd om een centrale plaats in te nemen op Demo Forest en werd geïnstalleerd in de buurt van Bertrix. Het gebouw is een duidelijk en overtuigend bewijs dat houtbouw een goed alternatief kan zijn voor de traditionele bouw, zowel wat de ecologische voetafdruk betreft als voor de kringloopeconomie.

Op dat vlak onderscheidt de Nautile Sylvestre zich door zijn formele vooringenomenheid en stelt hij de hedendaagse normen in vraag. Een innovatief paviljoen dat nieuwe formele perspectieven opent op het gebruik van hout in hedendaagse constructies, en in dit geval op het hergebruik van panelen in CLT (Cross Laminated Timber).Een beeld geven zonder het te vervormen. Icoon en vlaggendrager van de Belgische bosbouwsector, is deze structuur met zijn geometrische vormen niet erg spraakzaam en toch welbespraakt, kinderlijk en tegelijk totemistisch en ze past perfect in het landschap.

Door de poreusheid en de interactie met de bezoeker wordt deze schijnbare eenvoud langs binnen meervoudig en rijkelijk, waar de volumes een bijna baarmoederlijke sfeer creëren. 

Omdat het een mobiel paviljoen is, is het gebouw niet onderworpen aan de stedenbouwkundige voorschriften.

De Treeloft

Stelt u zich een loft voor die volledig uit hout opgetrokken is en 3,5 meter hoog op grote boomstammen rust, zodat op de grond plaats vrijkomt. Via een luik komt u naar binnen in deze groene woning waarin u onder de sterrenhemel slaapt en tussen het gebladerte van de buitenlucht geniet.  Dankzij de grote glaspartijen en het terras op het dak voelt u zich helemaal opgenomen in het bos.

De Treeloft, met een oppervlakte van 57 m², heeft 2 slaapkamers en 67 m² terras. Door de ramen met spiegelglas gaat de woning perfect in de omgeving op en wordt de privacy van de bewoners gewaarborgd, zonder ook maar iets af te doen aan de natuurbeleving.

Frans Masereel Centrum

Het Frans Masereel Centrum is een creatieve plek gewijd aan de grafische kunsten en is ook een kunstenaarsresidentie waar tot twintig artiesten kunnen verblijven. Het ligt in Kasterlee, op zo’n 60 km van Antwerpen. Het is een kwalitatieve werkomgeving met beperkingen en werd in 1968 door de Belgische architect Lou Jansen gebouwd. Onze opdracht is om het centrum uit te breiden naar het zuiden met een nieuw paviljoen van 400 m². Dit paviljoen zal gebruikt worden als expositieruimte en zeefdrukwerkplaats. Deze taak vereist dat we zowel aandacht hebben voor de architecturale kwaliteiten van het bestaande centrum als dat we uitkijken naar de nieuwe mogelijkheden ervan. Het project is geen ode of kritiek. We hebben vooral gezocht naar rijke en complementaire relaties met de bestaande omgeving en naar manieren om de ruimte rondom het nieuwe paviljoen te voorzien van nieuwe mogelijkheden.

Het bestaande centrum heeft een zeer eenvoudige geometrie, een koepel. Met dit gegeven als uitgangspunt werd het ontwerp voor het nieuwe paviljoen ook samengesteld uit twee eenvoudige vormen: een glazen cilinder en een kegelvormig dak. Door de vorm op verschillende plaatsen uit te snijden, ontstaan er verschillende ruimtes.

De glazen cilinder verbindt de binnenruimte visueel met het prachtige open landschap van de omgeving. Doordat hij de natuurlijke omgeving eromheen weerspiegelt, verdwijnt de glazen cilinder terwijl er gevelwanden verschijnen. De holle figuren gevormd door de bakstenen muren zijn als een Vlaamse huizenrij en zijn analoog aan de typisch residentiële omgeving van het bestaande centrum en het Vlaamse landschap. Binnenin het centrum wordt met deze uitsparingen een machikado gevormd, een intersectie tussen verschillende ruimtes.

Het centrum biedt een kwalitatieve omgeving voor reflectie, experiment en artistieke creatie. De ligging op het Vlaamse platteland biedt een perfecte plaats voor een retraite uit het stadsleven. Een beetje zoals de MacDowell Colony of het Black Mountain College, brengt het centrum kunstenaars uit de stad samen in een afgezonderde, landelijke omgeving. Het project probeert de geografische inplanting van het centrum te benutten door het omringende landschap te integreren in de dagelijkse beleving van artistieke creatie of bezoek. Het centrum is geen galerij in de stad die men in 10 minuten kan bezoeken. Het is cruciaal om de naburige voorzieningen te integreren in de beleving ervan.

De muren snijden in de oorspronkelijke cirkel een reeks van zes ruimtes en zes tuinen in. Deze operatie maakt het mogelijk om verschillende activiteiten en atmosferen naast elkaar te laten bestaan. Terwijl de zes ruimtes op een centraal punt samenkomen, vormen de zes tuinen onafhankelijke ruimtes, elk met hun eigen kenmerken. Elke tuin is geplaatst tussen twee programma’s, met iets andere verhoudingen, een andere atmosfeer en een ander gebruik. Ze hebben allemaal twee bakstenen gevels en zijn naar het landschap toe open.

Sport- & cultuurzaal Ter Dijle en Basisschool Spring in’t Veldeke te Sint-Agatha-Rode (1211SAR)

De bestaande kwaliteiten van de site als fijnmazig netwerk van trage wegen, open doorzichten, niveauverschillen en pittoreske vergezichten, vormen het uitgangspunt voor de nieuwe basisschool met sport- en cultuurzaal. Tegelijkertijd wordt de toegankelijkheid van de site vergroot en hiermee die van het volledige dorp: het bestaande bouwblok wordt afgewerkt en de huidige publieke paden worden doorgetrokken en geaccentueerd.

Door de sport- en cultuurzaal te positioneren aan de zijde van de hoofdweg doorheen het dorp, toont dit volume zich aan zijn ruime omgeving en benadrukt het hiermee zijn nieuwe kernfunctie in het dorp, zonder het kleinschalige karakter te verliezen.

De gebouwen zijn als paviljoenen op en in de helling van de Dijlevallei geïntegreerd.

Tussen de verschillende paviljoenen ontstaan pleintjes en groene speelruimten voor de school en de buurt. De sport- en eetzaal van de school doen tegelijkertijd dienst als sport- en cultuurzaal voor de buurt. Een gelijktijdig gebruik door school en buurt is mogelijk door de indeling in verschillende met elkaar verbonden paviljoenen. De site als nieuw centrum speelt zo een belangrijke rol in het sociale leven van het dorp en daarbuiten. Als cluster van paviljoenen rond pleintjes en groenruimten, creëert het als typologie een aanzet voor andere ontwikkelingen langsheen de hoofdweg, alsook de nog te bouwen sociale woningen die de aangezette landschappelijke structuur verder zullen invullen.

Het domein is geen afgesloten geheel. De paviljoenen staan opgesteld naast en op de kruising van twee publieke voetwegen dwars over de site. Wat schijnbaar een obstakel is, is in het ontwerp net als sterkte ingezet. Eén van de voetwegen loopt door het schoolgebouw heen. Het schoolgebouw vormt een brug die toelaat de publieke voetwegen open te houden zonder het schoolgebeuren te verstoren. Deze zachte routes verbinden de site met de omliggende wijken.

De verzonken paviljoenen met een sterk uitgewerkt dakenlandschap, maximaliseren de interactie tussen de groene omgeving en het schoolgebeuren en tonen zich als betekenisvolle, nieuwe, publieke accenten.

Ze houden een meerwaarde in voor hun omgeving:

  • Door kernversterking met veel aandacht voor landschapsbeheer dankzij de landschappelijke inbedding;
  • Door extra voorzieningen te creëren in de dorpskern ten dienste van de gemeenschap.;
  • Door een kwalitatieve verdichting op een onregelmatige kavel binnen het dorpsweefsel, dankzij de voorafgaande opmaak van een masterplan door het ontwerpteam waarin naast een basisschool met sport- en cultuurzaal ook plaats gemaakt werd voor sociale woningen;
  • Door in te zetten op duurzame mobiliteit: geen autoverkeer tot dichtbij en zeker niet op de site, maar parkeerplaatsen gegroepeerd vlak bij bushaltes aan de rand, verbonden via de voetwegen tot in het hart van de site, een ruime overdekte fietsenstalling onder één van de schoolpaviljoenen aan de toegang tot de site. De veilige verbindingen via trage voetwegen, op maat van zowel kind als volwassene;
  • Door voldoende groene ruimte te voorzien en veel waterdoorlatende verharding voor de speelplaatsen;
  • Door een flexibele & multifunctionele planorganisatie te voorzien op verschillende gebruiksmogelijkheden & toekomstige evoluties in o.a. het onderwijs, zonder ingrijpende

aanpassingen, tevens worden de ruimtes efficiënter gedeeld door meerdere gebruikers en daardoor maximaal benut.

Renovatie kantoorgebouw voor stedelijk onderwijs

Het hoofdkantoor van het stedelijk onderwijs is centraal gelegen aan de Leiengordel, een van de belangrijkste stedenbouwkundige structuurelementen en verkeersaders van de stad.

Het gebouw behelst een publieke laag met onthaal, vergaderzalen en refter. Samen met de kantoren en de parking zorgen zij voor het samenbrengen van alle diensten van het stedelijk onderwijs.

De renovatie bestaat uit enkele heldere ingrepen: het vergroenen en deels ontpitten van het binnengebied met een nieuwe daktuin op de bestaande parking.

Het behoud van de bestaande ruwbouw met een nieuwe, duurzame gevel in licht geanodiseerde aluminiumplaten geeft uiting aan het publieke karakter van het gebouw in de context van de Leien. Het dak kreeg een nieuw kroonstuk, uitgerust met publieke vergaderzalen die optimaal kunnen genieten van de vergezichten.

De structuur van het bestaande hoofdvolume en zelfs een belangrijk deel van de beeldwaarde in het binnengebied bleven behouden.

Parking:

De bestaande parking aan de achterzijde van het gebouw werd heraangelegd om aan de bestaande normen te voldoen. Ze werd tevens voorzien van natuurlijk daglicht en aangename groendaken voor het personeel.

Penthouse:

De bestaande, technische dakverdieping werd vervangen door een nieuw kroonstuk voor het gebouw. Dit werd uitgerust met collectieve functies met zicht op de stad.

Basisschool het Eiland

De wijk Malem is bij velen gekend dankzij de zeer typerende tuinwijkarchitectuur van begin jaren 50 – witte baksteen, blauw gesmoorde dakpannen en groene voortuinen.

Centraal in deze rustige, uniforme wijk ligt het gerenoveerde schoolgebouw.

Na ongeveer 20 jaar leegstand werd de school nieuw leven ingeblazen als uitbreiding van de nabijgelegen basisschool ‘het eiland’.

Het bestaande schoolgebouw werd gerenoveerd met behoud van de typerende elementen en een uitzuivering van het geheel. 

De indeling werd heringericht tot een toegankelijk geheel en de zolderruimte werd omgebouwd tot polyvalente atelierruimte. Op deze manier kan de beschikbare ruimte maximaal benut worden.

Daarnaast werden de verschillende bijgebouwen vervangen door een kwalitatieve uitbreiding.  De voornaamste functies (refter en overdekte speelplaats) worden onder een houten luifelstructuur ondergebracht. De bijkomende functies zijn lineair georganiseerd naast het gebouw. Zo blijft een grote speelplaats over.

Basisschool het Eiland streeft ernaar een brede school te zijn waardoor een groot deel van het gebouw ook polyvalent ingezet moet worden.  Onder de luifel ontstaat hierdoor een veelzijdige en uitnodigende ruimte. Zowel de speelplaats, de refter als de atelierruimte kunnen volledig afgesloten worden voor gebruik door externen.

Ook de reeds aanwezige samenwerking tussen de school en de aanpalende kerk (herbestemd tot ‘Circusplaneet’) zal dankzij de renovatie versterkt worden. 

De ontwerpteams van beide gebouwen onderhouden een constante dialoog om de renovatie van het kerkgebouw en de aanleg van de speelplaats op elkaar af te stemmen.

Waar de kerk momenteel als aanvullende polyvalente ruimte gebruikt wordt door de school, zal in de toekomst een wisselwerking in beide richtingen ontstaan.

Door deze verschillende lagen van interactie slaagt het vernieuwde gebouw er zowel esthetisch als functioneel in een meerwaarde te betekenen voor de omgeving. 

De renovatie en uitbreiding van het gebouw creëert een dialoog tussen heden en verleden dankzij het respect voor de typerende kenmerken en een eenduidige, toegevoegde structuur.

Verbouwing en uitbreiding kinderdagverblijf Elmer Noord

De waarde van architectuur draait niet louter om het gebouw op zichzelf. De gevoelswaarde ervan is minstens even belangrijk: de spirit van het gebouw, de dynamiek, de meerwaarde voor de omgeving. Zowel het materiële als het immateriële bepalen de meerwaarde van architectuur.

Elmer Noord is een door Kind & Gezin vergunde en gesubsidieerde kinderopvang, sinds 2004 gesitueerd in Schaarbeek, Vooruitgangstraat 317, aan de rand van de Noordwijk. Destijds werd het bestaande rijhuis, met bel-etage en sous-sol, samen met de achterbouw in gebruik genomen als kinderopvang, maar het aantal vragen naar opvang overstijgt reeds jaren het aanbod. De aankoop in 2016 van het aanpalende gebouw, Vooruitgangstraat 319,  maakt het mogelijk om een verhoging van de kinderopvangcapaciteit te verwezenlijken, om de toegankelijkheid te verhogen en de organisatie van de bestaande kinderopvang te optimaliseren en te verruimen met verschillende sociale voorzieningen.

Met de uitbreiding van de werking stijgt de tewerkstelling van 12 naar 25 medewerkers. Elmer werkt aan opleiding en tewerkstelling van laaggeschoolden en verwacht ook een verdubbeling van het aantal mensen dat een traject naar kwalificatie tot “Begeleider in de kinderopvang” kan doorlopen. Deze mensen krijgen toegang tot de arbeidsmarkt.

Ook door het inzetten op urgentie-opvang kunnen ouders eenvoudig ingaan op een jobaanbieding. Vaak is het vinden van kinderopvang op korte termijn de drempel om een job aan te nemen. Elmer Noord zet in op gemeenschapsvorming binnen een inclusieve benadering. Door naar de kinderopvang te komen ervaren de ouders zich gesteund in de opvoeding van hun jonge kinderen. Zo kunnen ze participeren aan het maatschappelijk leven. Daarnaast wordt er actief ingezet op publiek toegankelijke sessies waar ouders met jonge kinderen de kans krijgen elkaar te ontmoeten in het kader van laagdrempelige activiteiten. De werking van Elmer wordt door een gecoördineerd aanbod een echt referentiepunt voor jonge ouders uit de buurt en wil een brug slaan tussen de verschillende culturen en de verschillende belangen die eigen zijn aan het stedelijke spanningsveld in het sociaal-culturele milieu rond de site.

De architectuur van het gebouw is eenvoudig en sober, maar tracht de poëzie te vinden in het omgaan met utilitaire materialen en het creëren van een warme, uitnodigende en vertrouwde omgeving. Zo is hout in al zijn toepassingen als basismateriaal gekozen om de structurele logica van het bouwen en het functioneel afwerken en inrichten van de ruimtes vorm te geven. Het gebouw wenst zich bescheiden ten dienste te stellen van een unieke educatieve visie, gericht op mensen en kinderen die op zoek zijn naar een kwaliteitsvolle en stimulerende omgeving. Zowel met peuters en kinderen als met ouders, begeleiders en bezoekers gaat het gebouw een dialoog aan die de ontwikkeling  van elk individu mee wil ondersteunen vanuit een specifieke architecturale context.

Door de herbouw van de twee gesloten bestaande achterbouwen tot één nieuwe, lichtrijke uitbreiding met aandacht voor de open ruimte is er meer begroening mogelijk gemaakt. De patio en tuin worden voorzien van levend groen en vergroten de buitenbeleving. Deze groene ruimtes worden maximaal ingezet bij de interne werking, maar worden ook regelmatig opengesteld naar kinderen en ouders uit de buurt, die niet over een eigen, veilige buitenruimte kunnen beschikken. De grenzen tussen binnen- en buitenruimte zijn zo minimaal mogelijk gehouden. Ook het licht hellend groendak en de grote plantenbakken op de terrassen zorgen voor een interessant aandeel aan groen in het project en vergroten de biodiversiteit in het binnengebied. Deze vormgeving zorgt voor een significante meerwaarde voor het binnengebied en de aangrenzende gebouwen (woningen en kantoren).

De beschikbare bouwoppervlakte is beperkt, maar door een goede samenwerking met het beleid is deze maximaal benut kunnen worden met respect voor de stedenbouwkundige voorwaarden met betrekking tot de perceelsgrenzen (lichten en zichten).  Door de nieuwe achterbouw in te richten als een compact volume op twee bouwlagen, kon het programma verwezenlijkt worden met voldoende vrije ruimte voor buitenbeleving, groenaanplantingen en de mogelijkheid tot het creëren van lichtrijke en ruimtelijk interessante leefgroepen met maximale gevelopeningen, zonder gevaar voor rechtstreekse inkijk en oververhitting door de zon.

“Met zonder jas”

De meerwaarde voor de omgeving situeert zich in de eerste plaats in de inplanting van het gebouw.

De buitenruimte. Daar draait het om bij een speeldomein als de Warande. Met onze architectuur hebben we de beleving ervan versterkt door ze te omzomen. We hebben het gebouw niet ingeplant op het centrale speelveld – zoals bij de wedstrijdopgave gevraagd – maar we zochten de randen op.

Wij hielden doelbewust de ‘open plek in het bos’ onbebouwd: deze zorgt voor tal van extra spelmogelijkheden en voor een mooie, kwalitatief geborgen kampeerplaats met voldoende vrije ruimte voor een kampvuur en pleinspelen. 

In een eerste fase spelen we in op de uitbreiding van het speeldomein en de nieuwe hoofdtoegang aan de noordzijde. We zoeken met het gebouw die rand op. Daarmee geven we een gezicht aan het domein. De nieuwe publieke doorsteek van noord naar zuid laveert mooi doorheen de warande en geeft bezoekers en passanten een helder overzicht van de activiteiten. Iedereen kan proeven van een bruisende Warande. Net op het snijpunt van de publieke doorsteek en ons gebouw voorzien we de verwelkomingszone: een open maar overluifelde zone die de schakel tussen het onthaal en de polyvalente ruimtes vormgeeft. De luifel, direct tegen het onthaal, vormt als het ware een poort naar het speeldomein. Het is een plek waar groepen opgevangen kunnen worden, uit de regen, in afwachting van het toewijzen van een lokaal. We organiseren het programma op zo’n manier dat we een maximaal overzicht krijgen op het volledige domein. 

Nu de inplanting gekend is, kan het gebouw zich integreren en schikken in de waardevolle en maximaal te bewaren context. We voorzien een volledig gelijkvloers gebouw, een bewust laag volume dat vanuit iedere ruimte maximaal contact met de omgeving biedt. Het gebouw houdt zichzelf “ low-profile” en past zich aan de omliggende natuur aan. Het gebouw zal zichzelf niet wegcijferen maar zal, door de vrij grote lengte (van 155 meter) als een sterk ruimtelijk element, de “oude achterkant” opwaarderen tot een fantastische aankomst op het terrein.

Ons gebouw heeft overigens een sterke sociale ambitie: voor de kinderen moet het buitenleven en de betrokkenheid met het park primeren. Daarom werd een zeer eenvoudig maar ingrijpend grondplanprincipe gehanteerd: het gebouw is opgevat zonder gangen en alle gebruiksruimtes werden eenvoudig schouder aan schouder naast elkaar gepositioneerd. Rondom deze ruimtes werd een brede, overdekte luifel voorzien. Dus iemand die van de ene naar de andere ruimte wil, is verplicht om uit het gebouw te stappen, onder de luifel naast het park te circuleren en weer binnen te stappen.

Op deze manier leeft men echt buiten met het hoofd in de veranderende seizoenen, volop bewust van het buitenklimaat. Je beleeft het kampgevoel intens “Met Zonder Jas”.

Waar je in een klassiek gebouw doorheen een gang zou lopen, loop je hier onder deze luifel, steeds met het park als fantastisch decor. De landschappelijke context primeert. De doorlopende bank rondom nodigt uit om er volop van te genieten. Het maakt die overdekte ruimte gerieflijk, ontvankelijk en poëtisch. 

Economisch gezien is deze planopbouw zeer voordelig. Er wordt een zeer grote oppervlakte aan interne circulatieruimte uitgespaard, de overkragende luifel wordt dankzij een zeer eenvoudig structureel principe gerealiseerd. Maar de grootste economische troef situeert zich op lange termijn in de flexibiliteit van het gebouw: doordat alle eenvoudige, rechthoekige ruimtes aan de buitenruimte palen, kunnen ze zonder bijkomende ingrepen van bestemming wijzigen. Er moet nooit een circulatie omgelegd worden en alle lokalen zijn van natuurlijk daglicht voorzien: daarom kan de bestemming in iedere ruimte wijzigen: van slaapzaal naar polyvalente ruimte, van speelkamer naar spreekruimte, van vergaderlokaal naar slaapkamer voor de begeleider … tot oneindige combinaties toe!

De optimalisatie is bekomen door geen interne gangen te voorzien, maar enkel een aaneenschakeling van netto-ruimtes te bouwen. Stedenbouwkundig beperkt het gebouw zich tot één bouwlaag en stelt zich ondergeschikt op ten opzichte van het bos en het park.

Fiets- en voetgangersbrug

De bouw van de “Passerelle Vivegnis” maakt deel uit van het masterplan en actieprogramma voor de Nord/Saint-Léonard wijk, die sinds 1995 door het Waalse Gewest is aangewezen als ZIP-QI (zone d’initiatives privilégiées – initiatiefwijk).

Dit stadsproces wordt geïnitieerd door de stad Luik in een geïntegreerde en participatieve operationele aanpak, rond een projectmanager, een Regie voor de wijk en een Commissie voor Stadsvernieuwing (Commission de Rénovation urbaine – CRU). Die bestaat uit mandatarissen uit de overheid, vertegenwoordigers van de wijkcomités en bewoners.

Binnen het Masterplan, dat in 1997 werd voltooid door het kantoor AURAL, werd vervolgens een gedetailleerde studie van de Vivegnis-site uitgevoerd door het kantoor Pluris, dat een reeks doelstellingen verfijnde en op basis waarvan in 2004 een ideeënwedstrijd werd gelanceerd voor vier openbare projecten: een appartementsgebouw, waarvan het gelijkvloers nu de plaatselijke bibliotheek is, een incubatiecentrum voor startups, openbare ruimtes (hoofdplein en pleintje) en de voetgangersbrug. De uitvoering van deze projecten zal een domino-effect hebben op andere operaties, zowel openbare als private.

De projecten hebben aanleiding gegeven tot ontmoetingen en uitwisselingen met de bewoners om zoveel mogelijk hun betrokkenheid en de toe-eigening van de plek te stimuleren. De Place Vivegnis is ontworpen als een ruimte op de schaal van de wijk, voor bewoners en buren, maar ook voor wandelaars die op zoek zijn naar groen en die de loopbrug naar de Coteaux-wandelpaden zullen gebruiken, en voor degenen die via de loopbrug in de wijk terecht zullen komen.

De belangrijkste bedoeling was om de configuratie van het plein te versterken. Daar gaapt sinds het verdwijnen van het station een gapend gat. Het plein moet zowel een grens als een filter vormen tussen de stad en de heuvel, waardoor een afgemeten maar betekenisvol object ontstaat dat de synthese zou moeten zijn van een inhoud en zijn omhulsel.

Dit leidde tot het formuleren van een sequentie in drie stappen: een betonnen funderingselement op het plein, een houten klimelement en een stalen oversteekelement over de treinsporen.

De prismavormige houten structuur bevat in de periferie de schuine opritten en bordessen. In de centrale overspanning bevinden zich de “stabiliteitskernen” van de constructie, evenals de trappen die een kortere weg vormen, waardoor een verscheidenheid aan routes mogelijk is, afhankelijk van stemmingen, noodsituaties en verplaatsingsmiddelen. Bovenaan biedt een open plek een geprivilegieerd uitzicht op het plein en de wijk. Het is een van de steunpunten van de horizontale loopbrug die de spoorweg overspant tot aan de voormalige keermuur van het eerste grasplateau van de Coteaux, ongeveer 9 meter hoger gelegen dan de Place Vivegnis. Van daaruit leidt een nieuwe verbinding naar de Macors impasse in de richting van Herstal. Tijdens de klim en de afdaling wordt de wandelaar in scène gezet, in een relatie tussen het statische en het mobiele, tussen de waarnemer en de waargenomene.

De bedoeling was om een “klimmende” ruimte te creëren, die vervat zit in een goed bevestigd, statisch volume (massief, sterk, aanwezig!), met een eigen bestaan, een eigen taal, met een ingang en een uitgang, als een soort sas tussen het plein en de voetgangersbrug die naar de Coteaux leidt.

Gare Maritime

a. Meerwaarde van het gebouw voor de omgeving

Tour & Taxis is een site van circa 37 ha met een exceptioneel patrimonium. De site is gelegen aan het Brusselse kanaal en werd opgebouwd in de periode van 1902 tot 1907. Onderdeel van deze site is het (voormalig) goederenstation Gare Maritime, met een totale oppervlakte van circa 39.000 m². De Gare Maritime is opgenomen in de “inventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles”.

De combinatie van deze indrukwekkende oude stationshal met een hedendaagse invulling en een vernieuwend werk- en retailconcept maakt van de Gare Maritime een uniek project. Er ontstaat niet alleen een aangename plek om in te vertoeven voor de dagelijkse gebruikers, het project heeft ook de ambitie om uit te groeien tot één van de toeristische trekkers in het Brussels Gewest. De ontwikkeling van de Gare Maritime zal op deze manier ook een belangrijke bijdrage leveren aan de uitbouw van de Tour & Taxis site en aan de ontwikkeling van de gehele Kanaalzone.

b. Integratie en geschiktheid van het gebouw in sociale, milieu, landschappelijke en economische context

PERFECTE INTEGRATIE IN DE CONTEXT

De nieuwe Gare Maritime zorgt voor meer verbinding met de stad, zowel sociaal als landschappelijk. Het gebouw is publiek toegankelijk, met veel ruimte voor evenementen en ontmoeting.

Het voormalig goederenstation bestaat uit zeven aaneengeschakelde stationshallen. De architectonische opzet van de nieuwe invulling volgt de ruimtelijke logica en maatvoering van deze bestaande historische hallen, met het ritme van spanten en kolommen.

Concreet worden er binnen in het goederenstation twaalf onafhankelijke nieuwbouw volumes gebouwd. Hierdoor ontstaat binnen de hal een structuur van boulevards en straten, van parkjes en pleinen, als een overdekte stad.

Naast de inbouwvolumes worden groenperken, met hoogstammige bomen, en diverse kleine kiosken voorzien die zorgen voor een aangename atmosfeer.

In de flexibele paviljoens kunnen verschillende functies worden ondergebracht, zoals kantoren, ateliers, winkels, showrooms en productieruimten. Ze zijn opgebouwd uit een gelijkvloers, een eerste en een tweede verdieping – de zogenaamde “creatieve zolder”- met onder de nok nog een insteekverdieping. Door de opsplitsing in twaalf afzonderlijke paviljoens krijgt elk kantoor zijn eigen voordeur en blijft het een project op mensenmaat.

c. Optimalisatie van de beschikbare bouwoppervlakte in overeenstemming met de stedenbouwkundige regels

Het werken met houten inbouwvolumes was de ideale manier om binnen de historische stationshal de maximaal voorziene stedenbouwkundige oppervlakten te kunnen ontwikkelen.

De houten volumes staan volledig op zichzelf en zijn onafhankelijk van de ingenieuze scharnierende constructie van de hal. De stationshal en de volumes kunnen dus onafhankelijk van elkaar blijven bewegen.

Door gebruik te maken van een houten structuur konden de lichtst mogelijke invulconstructies worden opgetrokken die slechts een zeer beperkte fundering vereisen, hierdoor wordt er geen bijkomende belasting uitgeoefend op de originele baksteenfunderingen van de hal.

Daarnaast werd het bouwproces vergemakkelijkt doordat de verschillende constructieonderdelen geprefabriceerd werden. Deze onderdelen konden door het beperkte gewicht met kleinere kranen in elkaar gezet worden, wat gezien de beperkte hoogte van de bestaande hal een noodzaak was. De doorlooptijd op de werf was aanzienlijk korter dan bij een traditionele bouw door de uitgekiende engineering op voorhand en door de droge afbouw moest er geen rekening gehouden worden met droogtijden. Zo konden de eerste huurders na slechts 8 maanden bouwtijd (vanaf het plaatsen van de fundering tot en met de volledige inrichting) hun 4500 m² kantoren al in gebruik nemen.