Prix: Niet-gerangschikt

Aanbouw TJaeckx – Zwevegem

De ecologische uitbreiding is een voorbeeld voor zijn omgeving/wijk waar vooral ingezet wordt op traditionele uitbreidingen en veranda-aanbouwen.

Het toont dat een ecologisch, stedenbouwkundig en budgetvriendelijke uitbreiding om tot een volwaardige comfortabele eengezinswoning te komen ook op een andere en betere manier kan.

Naast zijn ecologische footprint laat het gebouw ook een afdruk na die qua oriëntatie en ligging op het perceel verantwoord is.

Een uitgebreid samengesteld gezin geniet in dit geval vanaf de middag volop van een L-opstelling. Om dit te bekomen, werd vooraf ook wel het nodige overleg met de stedenbouwkundige ambtenaar gepleegd.

Villa Broechem

De woning bevindt zich in de dorpskern van Broechem als helft van twee spiegelwoningen. De aanpalende woningen in de straat bestaan allemaal uit dezelfde lokale baksteen. De wens van de bouwheer was om in een energie-efficiënte woning te wonen met een hechte relatie tot de tuin. 

Om een hechtere relatie te creëren met de tuin werd er letterlijk een driehoekige kijker naar de tuin bijgebouwd. Zowel in plan als in snede. De bissectrice van deze driehoek staat loodrecht op de straat en evenwijdig met de aanpalende woning. Door deze vorm werd de impact op het straatbeeld minimaal en de relatie met de tuin maximaal. Het nieuwe driehoekige dakvolume geeft dynamiek aan het straatbeeld en onttrekt de zonnepanelen aan het zicht.

Zowel de uitbreiding als het bestaande gebouw wordt voorzien van een uitgesproken kroonlijst. Deze heeft de functie om de verbinding tussen oud en nieuw te versterken. Aan de onderzijde bieden ze plaats voor de inbouwmodules van de screens en aan de bovenzijde zit de verborgen goot. Door deze isolerende strip worden de koudebruggen tussen de delen die aan de binnenzijde geïsoleerd zijn en de nieuwe isolatielaag op het dak weggewerkt. De kroonlijst vormt een horizon en de basis voor een zinken daklandschap. Een spiegellijn voor de raamopeningen. Aluminium schrijnwerk onder verzinkt stalen ramen die opgaan in de materialiteit van het dak boven. De kroonlijst ligt even hoog als bij de linkerbuur terwijl de dakkapel aansluit bij de kroonlijst van de rechterbuur.

Patiohouse

De woning werd in 1908 gebouwd als centrale woning in een reeks van 5. Het hoofdgebouw werd behouden en met respect voor het verleden verbouwd. De circulatie en kamerstructuur werd integraal behouden. De enige grote wijziging is een uitdikking van de wand tussen de inkom en de voorplaats tot een kastenwand met toilet.

De originele grenen plankenvloeren werden ter plaatse gerestaureerd, opgeschuurd en geolied, ook in de badkamer. De keukenvloer was te veel beschadigd en werd opnieuw geplaatst in planken in pitchpine zoals de oorspronkelijke vloer. Nieuwe deuren werden gerecupereerd uit andere gebouwen.

De typische achterbouw met keuken en badkamer die in de afgelopen eeuw werd aangepast en bijgebouwd werd volledig gesloopt zodat ruimte vrijkwam om een kamer in te richten die de volledige perceelbreedte beslaat; een eindpunt in de woning en transitie naar de tuin. Het doel was om tot een zeer eenvoudig en uitgepuurd concept te komen.

De achterbouw volgt de bouwlijn van de aangrenzende percelen zodat de woning een bouwdiepte van 18 meter heeft.

De achterbouw volgt dus op het gelijkvloers de standaarddiepte van de toegelaten bouwgrens. Een patio en een bovenlicht zorgen voor extra licht in de diepe woning.

De ophoging ter hoogte van het bovenlicht blijft ook lager dan de bestaande gemene muur en bevindt zich in de toegelaten bouwdiepte van 12 meter op de eerste verdieping.

De grote uitdaging van het project was om het dakpakket zo laag mogelijk te houden. Enerzijds omdat het pakket verscholen zit achter de tussenregel van het schuifraam en bovenlicht en anderzijds om de impact op de buren te beperken.

Hierdoor werd beslist om te werken met CLT-panelen voorzien van een laag vacuümisolatie, waardoor het pakket op het hoogste punt van de helling tot 18 cm beperkt is.

W10M

Dit project bestaat uit de verbouwing en uitbreiding van een eengezinswoning tot een “kangoeroewoning” (intergenerationeel wonen). De bedoeling is om een woning te creëren voor het gezin en één voor de moeder van de eigenares. De woning voor het gezin komt op de twee verdiepingen, terwijl de woning voor de moeder op het gelijkvloers komt.

Om geld en middelen te sparen, werd een minimale transformatie uitgevoerd. De werfwerken gebeurden in 2 fasen. Tijdens de eerste fase werd een renovatie van de binnenruimte uitgevoerd door het gelijkvloers op te delen en door technische installaties toe te voegen. Hierdoor kon de bouwheer snel intrekken.

In de tweede fase werd de uitbreiding gebouwd. De uitdaging was om een manier te vinden om uit te breiden naar de tuinzijde toe en tegelijkertijd meer daglicht te brengen in de middelste ruimte van beide woningen (in de eetkamer voor de ene en in de keuken voor de andere). Op zoek naar een oplossing voor het bestaande dak met dakkappellen, vonden we dat de dakplooi door zijn vorm de mogelijkheid biedt om een raam te openen, waarmee het licht tot diep in de woning kan doordringen.

De binnenruimte van de woonkamers krijgt, door de aanwezigheid van een sculpturaal plafond,  een zekere ruimtelijke autonomie die versterkt wordt door de opening. Hierdoor ontstaan onverwachte licht- en schaduwspelen die met het verstrijken van de dag en de seizoenen veranderen.

Verbouwing van een vakantiewoning

Het eerste en oudste deel van de bungalow werd gebouwd in 1958.

Dit gedeelte wordt gekenmerkt door zijn 2 geschrankte rechthoeken in het grondplan.

De nieuwbouw sluit aan op de hoek van deze ‘originele’ bungalow.

Met zijn afgeronde hoeken onderscheidt de nieuwe volumetrie zich duidelijk van de

bewaarde.

De afgeronde vormen maken het volume zachter.

Door ook de verdieping terug te trekken ten opzichte van het gelijkvloers en door de

hoeken te laten wegdraaien, wordt de aanbouw als een klein volume gepercipieerd, mooi

in verhouding tot het bewaarde deel.

De connectie tussen het bewaarde en het nieuwe gebouwdeel is beperkt.

Dit maakt een ruime enveloppe die toelaat om elk van de woonkamers te doen communiceren

met de omliggende natuur, en zon en licht aan elke gebouwzijde te laten doordringen tot in de binnenruimte.

Net op deze connectie loopt de buitenruimte doorheen de binnenruimtes.

De eerste bouwfase uit ’58 wordt gerenoveerd zodat ook hier extra

wooncomfort ontstaat. De huidige functionaliteiten blijven hier bewaard: aan de zuidwestzijde bevindt zich de leefruimte.

In het nieuwe paviljoen komt een grote leefkeuken.

De grootste visuele toevoeging is de opbouw/verdieping op dit nieuwbouwgedeelte.

Deze ruimte wordt ingezet als ruime, polyvalente (toren)kamer.

De hoofdingang loopt via een nieuw pad tot in de voortuin, leidend naar de

voordeur, centraal tussen het bestaande en het nieuwe volume in. Deze toegang maakt

bestaand en nieuw als één geheel toegankelijk.

De (vakantie)woning herschikt zich zo: een houten, eigentijdse, gelijkvloerse structuur wordt

aangevuld met een gelijkwaardig, technisch hedendaags paviljoen.

De bewaarde bungalow verschijnt in houten gevelpanelen waarvan het formaat

de bepalende module vormt en ook is toegepast als opening (weglating) voor de vensteropeningen;

en dit gevat tussen de horizontale witte betonplaat –onderaan- en de witte dakrand –bovenaan-.

Het historisch stedenbouwkundig voorschrift, dat stelt dat de gevels in deze historische

modernistische wijk bij voorkeur wit moeten zijn, doet voor het nieuwe paviljoen opteren voor een verticaal geritmeerde gevel. Dit ritme genereert, mede dankzij de afgeronde hoeken van het nieuwe volume, een fijne schaduwwerking, die doorheen de dag over de gevels glijdt.

Ook de raamopeningen verschijnen in deze gevel als scherp uitgesneden vierkanten van

244×244, refererend aan de lengtemaat van de panelen van de bewaarde bungalow.

Deze weloverwogen materiaalkeuze maakt het bewaarde en het nieuwe gebouwdeel tot één

geheel: de prefab bungalow blijft duidelijk afleesbaar op de voorgrond. Het nieuwe paviljoen palmt

de hoek van het perceel in, in tweede orde ten opzichte van de historische structuur

vormt deze een nieuwe achtergrond en gelijktijdig verrijkt hij zowel functioneel als

volumetrisch het vakantiegevoel!

Door de nieuwe gevelbekleding onderaan noch bovenaan te beëindigen, m.a.w.

door ze voorbij de gevellijnen te laten doorlopen, gedraagt de sinusplaatbekleding zich

rond het houtskelet als een hedendaagse drapering.

Uitbreiding Siov

Eersteklas isolatie, warmteaanvoer in het oude gedeelte (boerderij) in de winterperiode via de aanwezigheid van grote raampartijen.
Sociaal: uitbreiding van een individuele woning in een landelijke context. Het bijgebouw dialogeert met het hoofdgebouw van de hoeve door zijn kleuren en volume. Zijn hedendaagse architectuur dialogeert met de oude hoeve zonder de woordenschat ervan te imiteren, de kubistische architectuur is in relatie tot het volume van de opmerkelijke haag die zich in het achterliggende gedeelte bevindt.

Crossover

Het project betreft de uitbreiding van een eengezinswoning. De klanten wensten een ruimte toe te voegen om er zowel een keuken als een eetkamer in onder te brengen. Hun belangrijkste zorg was de helderheid van de ruimte en de opening naar de tuin.

BESCHRIJVING :

a- Omgeving :

Gekenmerkt door lintbebouwing, staat het huis rechtover een pleintje dat vooral als parking dient. Het terrein achter het huis strekt zich in de lengte uit en wordt voornamelijk gebruikt als tuin. Het project betrof de aanpassing van de situatie aan de achtergevel. Deze is zuidwestelijk georiënteerd en krijgt dus vanaf het begin van de middag zonlicht. Zoals beschreven in bijlage 1 werd de overgang tussen het huis en de groene ruimte gevormd door een mineraal gangpad, aangelegd langs oude vervallen uitbreidingen. Een klein laag muurtje scheidde gangpad en terras van de rest van de tuin, waar een prachtige magnoliaboom staat. Oude uitbreidingen langs een hoge gemeenschappelijke muur accentueerden het bebouwde kader en vormden de eigendomsgrens met de buren aan de rechterkant. Het perceel van de buren is bovendien gemarkeerd door een gebouw dat eveneens in de lengterichting staat, wat als het ware een openluchtgang met hoge muren creëert. De andere gemeenschappelijke grens wordt gekenmerkt door een muur van +/- 230 cm hoog die verder doorloopt dan het terras van de klanten en die langs het terras van de linkerbuurman loopt.

b – Sociale, ecologische, landschappelijke en economische context:

Het project maakt deel uit van een relatief uniforme sociale omgeving die hoofdzakelijk gekenmerkt wordt door de aanwezigheid van traditionele eengezinswoningen in lintbebouwing. Zonder dat deze een invloed hebben op het onderwerp van het project, stellen we vast dat er een boekhandel, een café op het plein, een sportcentrum en een school in de buurt zijn. Wat de landschappelijke context betreft, kan – naast de invloedrijke kenmerken die in de omgevingsbeschrijving zijn opgenomen – het semi-landelijke aspect van de wijk opgemerkt worden, die dicht bij bosrijk gebied, de Dijle en de omringende velden ligt. In feite ligt het plein aan de verstedelijkte rand van de stad Waver. De normale economische context is voldoende en redelijk om aan de wensen van de klanten tegemoet te kunnen komen.

c- Oppervlakte optimalisatie:

Zoals hierboven beschreven werd, kenmerkte de situatie zich door de aanwezigheid van verouderde uitbreidingen. Het terrein werd bovendien gekenmerkt door de hoogte van de aangrenzende gebouwen. Deze bijzondere kenmerken stonden een zekere mate van stedenbouwkundige vrijheid toe in termen van verticale inplanting (grondinneming). De uitwerking van het project werd echter vooral geleid door de integratie in de omgeving. In feite hebben we de afdruk van het gebouw op de grond verkleind om zo de bodemdoorlaatbaarheid en de biodiversiteit te verbeteren.

TOEGEVOEGDE WAARDE – CONCEPT PROJECT: KRUISINGEN :

De ruimtelijke organisatie van het huis wordt gekenmerkt door een sterk orthogonaal raster. Het gelijkvloers wordt gekenmerkt door twee doorlopende woonruimtes en een garage, gescheiden door een distributiegang naar de eerste verdieping en de achtergevel. Deze lineaire organisatie markeert de bestaande binnenruimte. Het idee dat uit deze organisatie, in combinatie met de beschreven externe beperkingen (zoals de hoogte en diepte van de gemeenschappelijke muren, de vervallen uitbreidingen, de toegang tot de tuin en de aanwezigheid van de magnoliaboom) groeide, stelde een unieke en expressieve ruimte voor die deze beperkingen overstijgt. In feite dient de organisatie op plan om de eetkamer dankzij de keuken te articuleren. Deze keuze maakt een overgang naar het terras en vervolgens naar de tuin mogelijk. Het plan is ook terug te vinden in de verhogingen, waar de daken elkaar kruisen om de lichtkoepels te vormen.

Om het zonlicht te maximaliseren zijn deze gericht naar de eerste zonnestralen. Het project belicht ook de magnoliaboom en geeft deze vanwege de richting van de gevel een centrale plaats. Dankzij het slopen van de bijgebouwen verbetert de overgang naar de tuin en wordt er een dialoog met het terras gevormd, wat in lijn is met de continuïteit van het plan, en tegelijk de diepte van de bestaande gemeenschappelijke muren respecteert. Deze worden verkleind om de impact op de aangrenzende ruimtes te verbeteren. Met dit kruisingsprincipe breidt de architectuur zich uit naar de omgeving voor een overgang en een uitwisseling van ruimtes in het voordeel van de natuur.

0904 HOULETTE

Het project omvat de sloop van twee bestaande naast elkaar liggende volumes en de bouw van een nieuwe uitbreiding op het niveau van het gelijkvloers.

1. Programma:

De uitbreiding omvat een grote open ruimte voor keuken en eetkamer. Deze ruimtes komen uit op de tuin en een overdekt terras.

De uitbreiding omvat ook een bergruimte op de plaats van de huidige garage. Voor de gemakkelijkheid is ze direct toegankelijk vanuit de woonruimtes.

2. Toegang:

De directe toegang tot de uitbreiding wordt gecreëerd vanuit de Herdersstafstraat. Hij leidt onmiddellijk naar de keuken.

Er is ook een toegang tot de Spoorwegstraat vanaf het overdekte terras. Deze geeft vanaf de tuin direct toegang tot deze rustige straat.

De berging is direct toegankelijk vanuit de woonkamers en leidt naar de tuin en de Herdersstafstraat.

3. Inplanting:

De uitbreiding wordt ingeplant aan de achterzijde van het huidige gebouw en gedeeltelijk aan de linkergevel tot aan het uiteinde van de gemeenschappelijke linkerkant.

De uitbreiding sluit aan met het uiteinde van het perceel aan de kant van de spoorlijn.

De keuken en de eetkamer hebben een grote opening naar de tuin.

4. Volumetrie / Samenstelling :

Het nieuwe volume bevindt zich alleen op het gelijkvloers. Het is een volume met een plat dak.

Het gebouw bevindt zich op de hoek van de Herdersstafstraat en de Spoorwegstraat. Het project neemt de uitlijning van deze straten in zich op en er ontstaat een articulatie tussen het hoofdvolume van het huis en de uitbreiding aan de kant van de Spoorwegstraat.

Deze articulatie onderstreept de verandering van oriëntatie van de ophogingen.

De nieuwe ophogingen zijn bekleed met opengewerkt hout van verschillende diktes en breedtes om een dynamisch en schaduwrijk spel te creëren op de schil van het nieuwe volume. Het volume van het diepliggende terras is bekleed met vezelcementplaten van groot formaat en in lichte kleuren.

5. Materialen :

Het verlengstuk is bekleed met opengewerkt hout (Padoek) dat verticaal gelegd is.

De achtergevel is gedeeltelijk bekleed met lichtgrijze vezelcementplaten (overdekte ruimte).

De ramen zijn gemaakt van middelgrijs aluminium.

6. Omgeving:

De tuin werd aangepast: alle bestaande, betonnen looppaden en borders werden verwijderd om een eenvormige tuinruimte te creëren.

De betonnen afsluitmuur die het pand van de Spoorwegstraat scheidt werd gedemonteerd en vervangen door een beukenhaag. Er wordt een directe toegang tot de Spoorwegstraat gerealiseerd.

De bekleding op de grond van de voortuin is in betontegels, de vloer van het terras is een plankenvloer op noppen.

Verbouwen en uitbreiden bestaande woning DMV Nieuwe Optopping

Een bestaande, vrijstaande woning in de Aubettestraat te Bellegem is voorzien van één bouwlaag met plat dak. Enkel aan de achterzijde werd een 2de bouwlaag voorzien als bovenbouw, eveneens met plat dak. De woning is teruggetrokken t.o.v. de straat. De verbouwing heeft betrekking op de tweede bouwlaag. Die wordt heropgebouwd in houtskelet + plat dak, met eenzelfde oppervlakte als de bestaande bovenbouw, doch iets hoger uitgewerkt met een zeer beperkte volume-uitbreiding als gevolg.

De opdracht bestaat erin de bestaande eengezinswoning te verbouwen en beperkt uit te breiden om vooral de bovenbouw om te vormen tot een hedendaags geheel, voorzien van het nodige leefcomfort gekoppeld aan een grote ruimtelijkheid met oog voor voldoende natuurlijke lichtinval.

De woonfunctie van het geheel blijft uiteraard behouden. Dit alles nadat Art, Architecture And more de woning reeds een tiental jaar geleden van een uitbreiding had voorzien met een zichtbetonportiek aan de zuidwestgevel.

De bestaande bovenbouw wordt daarvoor afgebroken en een nieuwe bouwlaag wordt op de bestaande oppervlakte voorzien. De oppervlakte wordt zo niet uitgebreid, het volume wordt echter iets groter door de bouwhoogte van de bovenverdieping een beetje op te trekken zodat enerzijds een voldoende comfortabele, nuttige plafondhoogte ontstaat en anderzijds een nieuwe vloerconstructie kan worden voorzien bovenop en losliggend t.o.v. de bestaande platdakconstructie op de begane grond. Op deze wijze ontstaat een akoestisch onafhankelijk bovenvolume en wordt de bestaande dakconstructie niet extra belast door de bovenbouw, temeer de optopping volledig d.m.v. een houtskeletstructuur wordt uitgevoerd. De nieuwe bouwhoogte brengt echter geen licht of zichthinder met zich mee voor de omgeving.

Het nieuwe verdiepingsvolume wordt enerzijds aanzien als verblijfs-, studie- en ontspanningsruimte voor de studerende kinderen van het gezin en wordt aldus voorzien van 2 slaapkamers met eigen badkamer, een zitruimte en kantoor- of studeerzone. Bijgevolg kunnen de kinderen zich a.h.w. terugtrekken in hun eigen leefwereld wanneer ze dit wensen, terwijl ze eveneens betrokken blijven bij het dagelijkse gebeuren in en rond de gezinswoning. Anderzijds brengt de bouwheer er zijn kantoor in onder.

De verschijningsvorm is weinig of niet gewijzigd t.o.v. de bestaande toestand. De bovenbouw wordt echter wel volkomen geïntegreerd in het geheel door de nieuwe gevelbekleding, zijnde verticale, onregelmatige en ongeschaafde planken met open voeg, plaatselijk ook op het gelijkvloers door te trekken. Hierdoor ontstaat een gebouw waarin verschillende volumes met hun eigen identiteit en materiaalgebruik samengebracht worden tot één woongeheel.

Het gebouw opent zich volledig aan de zuidwestgevel, door het gebruik van een op de tuin gericht, plafondhoog en gevelbreed raamensemble, waardoor zonlicht overvloedig kan binnen schijnen en de ruimte geniet van een weids uitzicht over de omgeving. Oververhitting wordt tegengegaan door het gebruik van zonwerende beglazing of screendoek.

Tenslotte wordt op het gelijkvloers een polyvalente ruimte gecreëerd waar vroeger een dierenartspraktijk met wachtkamer was voorzien. Dit echter zonder veel structurele werken.

Er wordt een harmonieus geheel gecreëerd dat zich openstelt naar het omringende landschap. De grillige, houten gevelplanken met open voeg trekken de aandacht, als waren het boomstammen die in de groene omgeving opgaan.

Ophoging van een woning in Tilff

De ophoging van het gebouw maakt het dankzij haar lichtheid mogelijk een antwoord te bieden op twee uitdagingen in het project.

1/ de stabiliteitsoplossing, met één enkel bouwsysteem

2/ de CLT-structuur maakt het mogelijk om de structuuroppervlakken zichtbaar te laten

De ophoging van het gebouw stelt een volume met een schuin dakvlak aan de straatzijde voor, waardoor de visuele impact vanaf de straat beperkt blijft en de aanpalende constructies gerespecteerd worden. Het trappenhuis werd aan de buitenkant van het bestaande volume opgetrokken waardoor de bewoners tijdens de werkzaamheden in hun woning konden blijven wonen, maar waardoor er vooral een visuele impuls werd gegeven aan het hout aan de achterzijde van het gebouw. Wat de glooiingen in het terrein betreft, heeft de keuze om de woonkamer op de verdieping GLV+2 in te richten gezorgd voor een volume dat niet naar de straat gericht is, maar naar het bos aan de achterzijde van het gebouw waardoor de woonkamer in de zuiderzon baadt. Het gebouw krijgt op die manier ook meer zonlicht. Het trappenhuis zorgt voor de identiteit van het architecturale project waarbij het mogelijk werd de inkomhal in de richting van het bos herin te richten. Bovenaan de trap, genieten de bewoners van een bovenaanzicht op de tuin en de woonkamer biedt, ver weg van de drukte van de straat, adembenemende vergezichten op de heuvel van Sart Tilman. Vanaf de straat leidt de architecturale wandeling naar het hoogtepunt: het uitzicht over de uitlopers van de heuvel. Een bruinkleurig zink werd gebruikt voor de gevelbekleding dat past bij de aangrenzende, bakstenen constructies. Het gebruik van zink zorgt voor een ritme dat vanaf de straat het hout benadrukt.

De Hut

In het hart van een historisch centrum, gevleid tegen een walmuur, vastgeklampt aan de aanpalende woningen, krijgt het project langzaam maar zeker vorm op de site.

Het past zich perfect aan de omringende elementen aan en haalt er zelfs voordeel uit. Aangezien de oude stenen muur als ondersteuning dient, hebben we zijn oorspronkelijke aanwezigheid versterkt door de oude in de loop der jaren opgevulde openingen vrij te maken. Ze bieden licht en zicht aan de gecreëerde woningen in de beschutting van zijn beschermende massa. De houtskeletconstructie die met dakspanen bedekt is staat daardoor symbool, mede door haar bouwmethode en aanblik, voor de ‘hut’. De ‘hut’ die een verdieping toevoegt aan de bestaande woning.

Dakuitbreiding voor een eengezinswoning

De bestaande eengezinswoning ligt op het grensgebied van Herent-Wilsele, topografisch op een zuid-gerichte helling, op de uitloper van het plateau, uitkijkend over agrarisch landschap met vergezichten tot voorbij Mechelen.

Deze optopping heeft tot doel de huidige bewoonbare oppervlakte te vergroten. Het bestaande gebouw dateert van 2003 en wordt de woning van een gezin met 2 opgroeiende kinderen.

Het volume is in donkerbruine baksteen opgetrokken.

De grens met de naastliggende percelen wordt gevormd door groen.

Het perceel biedt geen uitbreidingsmogelijkheid. Daarom komt het ontwerp bovenop, ingepast binnen het toegelaten stedenbouwkundig gabarit. M.a.w. de dakuitbreiding past binnen de maximaal toegelaten bouwenveloppe. Het volume kraagt deels uit, maar respecteert hierbij ook de zijdelingse, bouwvrije strook.

Vermits de 60 m² grote uitbreiding een grote impact heeft op het beperkte basisvolume, zochten we een vorm die het volume minimaliseert. Door een knik te geven in de voor- en achtergevel wordt de breedte van het volume gebroken. In deze zeshoek schrijven we een rechthoekige leefruimte in. De randen tussen zes- en vierhoek worden gebruikt als dienstruimten. Deze dienstruimten worden natuurlijk via ronde dakkoepels van licht voorzien. De rechthoek krijgt 2 grote ramen, van muur tot muur – van vloer tot plafond, die beiden uitzicht en doorkijk garanderen. In die rand realiseren we ook de trap die zich tegen de buitengevel van de bestaande woning ent. Op die manier neemt de extra verticale circulatie geen ruimte in op de bestaande leefverdieping. Bijkomend realiseren we met de trap en het dakvolume de vaste zonnewering voor het bestaande zuidgerichte terras aan de leefruimte.

Deze nieuwe trap bevindt zich boven de bestaande buitentrap die het terras verbindt met de tuin.

De wandeling door en langs het huis krijgt op die manier een binnen-buitencontinuüm. Bij het bovenkomen in de dakuitbreiding, via de nieuwe gesloten trapkoker, bieden de grote ramen

in voor- en achtergevel vergezichten en verademing.