Prix: Niet-gerangschikt

Bouw van een crèche met 36 plaatsen

Meerwaarde van het gebouw voor de omgeving

Het terrein waarop het kinderdagverblijf ‘La Maison de Casimir’ zich bevindt, ligt in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in een dorp langsheen de rijksweg van Chimay naar Couvin. De bebouwde omgeving omvat een cultureel centrum, een gemeenteschool en een reeks woningen voor ouderen. Dankzij de functie van het gebouw zou het dienstenaanbod er niet alleen completer maar ook dynamischer worden. Die nieuwe dynamiek wilden we graag vertalen in een hedendaags gebouw dat in zijn omgeving geïntegreerd is.

Integratie en geschiktheid van het gebouw in sociale, milieu, landschappelijke en economische context

Aangezien de bouwvolumes in de omgeving allemaal van elkaar verschilden – het cultureel centrum met zijn imposante volume en platte dak, de bejaardenwoningen met één enkel niveau en zadeldak, de school met vierzijdige daken –, hoefden we ons niet aan een bepaalde bouwhoogte te houden. De omgeving was een bont allegaartje. Na een analyse van de site zetten we op basis van de onmiddellijke omgeving enkele grote lijnen uit. We besloten dat we ons project compact moesten houden om de impact op het terrein te beperken en we kozen voor een rechtstreekse aansluiting op de weg aan de kant van de Rue des Battis. We opteerden voor een volumetrie met een plat dak om het verwarmde volume te beperken en compact te houden. Zo reduceerden we het volume tot het hoogst noodzakelijke. We tekenden een gebouw met een grondinname van +/- 500 m², met alleen een benedenverdieping die we organiseerden rond de buitenfuncties die voor het programma van een kinderdagverblijf vereist zijn, d.w.z.:

– een vanaf de straat zichtbare ingang met toegangshelling voor mensen met beperkte mobiliteit en rechtstreekste trap;

– Aangepaste parkeerplaatsen voor mensen met beperkte mobiliteit en mama’s met kinderen;

– Wacht- en rustruimten op verschillende plaatsen dicht bij het onthaal, waar de gebruikers elkaar kunnen ontmoeten;

– Veilige en schaduwrijke buitenspeelruimten;

– Aparte technische en logistieke toegang (naar voorraadlokaal, stookplaats, …) voor het personeel.

Qua kleuren en materialen zijn in de bebouwde omgeving traditionele rode bakstenen, middengrijze steen en gekleurde bakstenen (wit) terug te vinden. Vanuit het idee om het gebouw in zijn omgeving in te werken, besloten we daarom om baksteen te gebruiken voor het administratief volume maar wel in een meer hedendaagse kleur (diep grijsbruin). Voor de rustvolumes stelden we voor om, met het oog op een lichter visueel effect, een verticale houten bekleding te plaatsen die mettertijd grijs wordt. Voor de buitenspeelruimten raadden we aan om een felgekleurde bekleding van massief gelaagd hout in warme oranjetinten te gebruiken. Om de onderkant van de volumes te beschermen, kozen we een onderbouw in blauwe steen. Het buitenschrijnwerk werd uitgevoerd in hout met antracietgrijze aluminiumbekleding.

Optimalisatie van de beschikbare bouwoppervlakte in overeenstemming met de stedenbouwkundige regels

Vanwege de organisatie en de toegankelijkheid brachten we alle functies op hetzelfde niveau onder (de benedenverdieping). Het algemeen plan van het project moest alles zeer compact houden en probeerde de vorm van een perfect vierkant te benaderen. We onderscheidden de diverse functies van elkaar door hun volumetrie en bekleding, waarvoor we met parallellepipedums van verschillende hoogten speelden. We hadden het geluk dat er geen specifieke voorschriften van toepassing waren die welbepaalde bouwhoogten, volumes, daktypes of materialen oplegden.

Ontwikkeling van een activiteitszone voor de wegenisdienst van de gemeente Oudergem

Het project betreft de aanleg van een activiteitszone voor de wegenisdienst van de gemeente Oudergem.

Aangezien de activiteitszone zich in het Zoniënwoud bevindt (een beschermd gebied), bestond de voornaamste doelstelling van het project erin om de constructie in de omgeving te integreren en het omliggend kader te respecteren.

De lange groene lanen met aan weerskanten populieren en dichte hagen, evenals de heuveltjes die de lichte niveauverschillen tussen de sportvelden markeren, vormden een bron van inspiratie voor het project. Daarom werd volop de kaart getrokken van de groene architectuur met lichte volumes uit natuurlijke materialen waarvan de buitenvoorzieningen verscholen zitten achter de bestaande vegetatie aan de kant van de straat en achter een houten omheining en struiken aan de kant van de sportvelden die net achter de site liggen.

De twee loodsen zijn zichtbaar van op de velden. Om die reden werd gekozen voor een uitgepuurde volumetrie, terwijl de bekledingen een onregelmatige geometrische vorm kregen om de gevels dynamischer te maken en hierop een schaduwspel te creëren, net als op de daken.

De twee gebouwen zijn opgetrokken uit hout: de structuur is gemaakt van gelijmd gelamineerd hout en de gevelbekleding (gevels en dak) uit robinia een lokale houtsoort.

De opengewerkte houten bekleding maakt het volume lichter en zorgt voor een schaduwspel. De ruimte tussen de latten is op sommige plaatsen groter (in overeenstemming met de doorzichtige polycarbonaatpanelen die erachter geplaatst zijn en die het daglicht naar binnen laten vallen in de gebouwen).

Ter hoogte van de toegangszones werden groene ruimten en grasvelden aangelegd. Er werden ook haagbeuken aangeplant, een boomsoort die al aanwezig is op de site van het Rood Klooster. Het project voorziet in houten omheiningen en een groene heuvel als fysieke en visuele scheiding tussen de buitenzones en de speelvelden. Klimplanten langsheen de betonnen steunmuren zullen deze overgroeien en bedekken.

Overkapping van een benzinestation

De bogen van de luifel uit gelijmd gelamineerd hout die met de metalen structuren verbonden zijn, overdekken de bedieningszone van het pompstation.  

Het project is ingeplant langsheen een rijksweg met aan weerskanten handelszaken en gebouwen die in architecturaal opzicht vrij onsamenhangend, weinig uniform en veeleer oninteressant zijn.

Het project wilde een hedendaags en dynamisch imago creëren met een gastvrije en beschermende uitstraling en een ‘signaalfunctie’ in de straat.

De bogen en tegenbogen symboliseren de dynamische vloeiende beweging, de aerodynamica en de snelheid die door de auto worden belichaamd en ‘markeren’ de functie van de luifel, terwijl ze de reiziger tegelijk oproepen om halt te houden en op adem te komen.

Om de structuren uit gelijmd gelamineerd hout te vervaardigen, moest de dimensionering worden geoptimaliseerd in functie van het evenwicht van de overhang.

School La CIME

Het project betreft de bouw van een nieuwe middelbare school van type 4 voor jongeren met een handicap. De school moet plaats bieden aan ten hoogste 50 leerlingen en 35 professionals uit verschillende categorieën. Naast de lokalen voor de onderwijsactiviteit, het dagcentrum en de administratieve functies is er een eetzaal die buiten de schooluren als polyvalente zaal voor evenementen van de gemeente of als cafetaria voor het park kan worden gebruikt.

Meerwaarde van het gebouw voor de omgeving:

Gezien het belang van de vegetatie in de wijk werden de grote bomen die er stonden, behouden. Het project voorzag in de aanleg van een groene ruimte op de binnenplaats waarmee de natuur als het ware naar het hart van het door groen omgeven gebouw werd gehaald. De transparantie van de eetzaal verzekert de visuele continuïteit van de groene omgeving. Een privétuin, die aan het park grenst, behoort eveneens tot de school. Het is de bedoeling om er een gemeenschappelijke moestuin aan te leggen die in een tweede fase toegankelijk zou worden.

Verder hebben we geprobeerd om voor dit gebouw materialen te kiezen die een lange levensduur hebben, een goede energetische performantie bieden, een zo beperkt mogelijke milieu-impact hebben en op het einde van hun levensduur kunnen worden gerecycleerd (meer mogelijkheden dankzij droge bouwtechnieken).

Integratie en geschiktheid van het gebouw in sociale, milieu, landschappelijke en economische context:

De geringe hoogte van het gebouw bevordert zijn integratie in de omgeving en zorgt ervoor dat de omwonenden hun uitzicht op het park maximaal behouden.

Om de bestaande verhoudingen tussen de aangrenzende percelen en gebouwen zo weinig mogelijk te verstoren, werd het nieuwe gebouw ingeplant met behoud van een redelijke afstand tot de buren: aanleg van een brede doorgang parallel met de sporthal, parkeerterrein dat met de scoutslokalen en het Centrum wordt gedeeld, afscheiding van het Wolvendaalpark door een aangeplante tuin.

Het nieuwe schoolgebouw komt de sociale synergie tussen de verschillende bewoners van de site en hun omgeving ten goede dankzij de benutting van de context en de aandacht voor de nabijheid van de ‘petite école dans la prairie’ (kleuter- en lagere school), het Recreatiecentrum voor de 3e leeftijd en het park.

Door de keuze van de materialen (lichte structuur uit CLT en houten bekleding konden de architecturale en landschappelijke intenties concreet worden ingevuld en kon het gebouw in zijn omgeving aan de rand van het Wolvendaalpark worden geïntegreerd.

Qua economische context was het ontwerpen van dit gebouw een bijzonder project: er werd gebouwd op initiatief van de ouders. Zij hadden voor de bouw privédonoren gevonden. De ‘werking’ werd daarentegen door de overheid in handen genomen. Het financiële budget was beperkt en dus probeerden we een sober en rationeel gebouw te ontwerpen, zonder de architecturale kwaliteiten uit het oog te verliezen. Om de kosten van het project zo goed mogelijk onder controle te houden, werkten we vanaf de eerste schetsen samen met het bouwbedrijf, de stabiliteitsingenieur en de ingenieur speciale technieken.

Optimalisatie van de beschikbare bouwoppervlakte in overeenstemming met de stedenbouwkundige regels:

Het terrein bevindt zich op het grondgebied van de gemeente Ukkel. Het ligt op een gemeentelijk perceel tussen de sporthal Stroobant, een recreatiecentrum voor de 3e leeftijd, de scoutslokalen en het Wolvendaalpark. De bijzondere situatie van de leerlingen met beperkte mobiliteit en de mogelijkheden die de terreinafmetingen en het stedenbouwkundig reglement bieden (gebied voor voorzieningen van collectief belang of voor openbare diensten), deden ons beslissen om het volledige programma op de begane grond te realiseren, zodat de kinderen met beperkte mobiliteit zich zo vlot mogelijk door het gebouw zouden kunnen verplaatsen. Alle ruimten zijn toegankelijk voor mensen met beperkte mobiliteit.

De ligging stelde ons in staat om:

– het gebouw op te trekken uit 3 balken + een galerij;- de bestaande situatie zo goed mogelijk te respecteren en het evenwicht tussen de gebouwen op de site zo weinig mogelijk te verstoren;

– het gebouw in zijn omgeving te integreren.

De Nieuwe School & Padvindershallen van de 66e scoutsafdeling.

Voordat de werken van start gingen, werd het perceel gebruikt door de 66e scoutsafdeling die er huisde in lokalen die in zeer slechte staat waren. Als onderdeel van het programma om het aantal beschikbare plaatsen in de scholen op een kwaliteitsvolle manier te verhogen, was de gemeente in dit perceel geïnteresseerd voor zijn landschappelijke kwaliteiten. Ze wilde een dubbele slag slaan: een nieuwe basisschool (actieve pedagogie) én nieuwe lokalen voor de scouts bouwen. Tussen de treinsporen vlakbij het gemeentelijke perceel en het te bebouwen perceel, lag ook een terrein met collectieve moestuinen die behouden moest blijven. Het doel van het nieuwe project is dan ook om het samengaan van deze 3 functies vlot te laten verlopen: schools (basisschool en kleuterschool); recreatief (de scoutsafdeling) en

verenigingsleven (les potagers d’Ernest). Het project maakt dan deel uit van een globale reflectie. De keuze viel op het zetten van twee afzonderlijke gebouwen, van elkaar gescheiden door de speeltuin die vanuit beide gebouwen toegankelijk is.

De school heeft een compact volume en bevindt zich aan de achterzijde van het terrein, om zo kwaliteitsvolle buitenruimtes te genereren en de impact en overlast van het programma op de omliggende woningen te verminderen. Door de vorm van het gebouw ontstaat er op natuurlijke wijze een grote vrije ruimte (de speelplaats

van de basisschool) tussen de school en de scoutslokalen, evenals een speeltuin voor de kleuterschool in de punt van de driehoek die door het terrein wordt gevormd.

Beide speelplaatsen worden omkaderd door aanplanting op verschillende kanten van

hun omtrek, wat het bevoorrechte contact van kinderen en leerkrachten met de

groene omgeving van de aangrenzende tuinen en moestuinen versterkt. Er zijn geen ruimtes op overschot in de omgeving. De beide gebouwen in CLT-houtskeletbouw behouden zo de groene omgeving van de Cambier-site.

Het project optimaliseert het beheer van de driehoekige ruimte van het perceel en laat toe dat de verschillende actoren op het terrein zich ontplooien en elkaar ontmoeten. De school bevindt zich achteraan het perceel, de scouts aan de straatzijde en de collectieve moestuinen tussen de speelplaats en de spoorlijn eronder. Het project is de ruimtelijke vertaling van de verschillende functies van de site en die in een dichtbewoonde stedelijke context zo essentieel zijn. Deze gelijktijdige of over de week gespreide gebeurtenissen leiden tot een samenleven dat bevorderlijk is voor ontmoetingen en dus voor het mogelijk delen van ruimtes. De interactie tussen de verschillende actoren wordt door de ruimte beheerst, ze functioneert als een virtueuze cirkel, een echte plaats van uitwisseling op de schaal van de wijk. Op landschapsniveau worden de gebouwen omringd door de vegetatie van het binneneiland van het en de groentetuinen langs de spoorlijn. Het project probeert zo goed mogelijk in dialoog te treden met de omgeving. Er werd gekozen om een echte transparantie te laten tussen de speelplaats en de moestuinen om zo de nieuwsgierigheid van de kinderen te wekken. De tuinen zijn vectoren van zintuiglijke prikkels (geuren, kleuren, vormen…). Ze dragen onder meer bij aan de ontwikkeling van tijdsgevoel (groeitijd en evolutie van een plant), en ze maken een concrete benadering van de seizoenen mogelijk. De aanwezigheid van de moestuinen maakt de kinderen vertrouwd met de natuur en maakt hen van kleins af aan milieubewust.

Het geoptimaliseerde, rechthoekige volume van de school rationaliseert de werking van het plan met een centrale circulatie. Het gekozen 3x3m raster maakt het mogelijk om oppervlakken te genereren die overeenkomen met het programma en de benodigde ruimte per lokaal. Het rationaliseert ook het bouwsysteem. Door een niveauverschil tussen het gelijkvloers en de eerste verdieping van het schoolgebouw ontstaat de overdekte ruimte, die de belangrijkste overdekte toegang tot de school vormt.

De scoutslokalen zijn opgenomen in het hoekgebouw dat grenst aan het naburige huis, dat het gebouw aan de straatkant uitbreidt met een aangrenzende voor- en achtertuin. De breedte en de indeling volgen de logica van een typisch Brussels huis: een trap tegen de gevel en twee achtereenliggende woonruimtes. Het gebouw heeft een derde open gevel gericht naar het westen en de spoorbrug. De ingang van de school is met andere woorden op een natuurlijke manier georganiseerd, en is bewegwijzerd vanaf de Ernest Cambierstraat tussen de scoutslokalen en hun bergruimtes.

Agentschap van de Solidaris-samenwerking in Verviers

Meerwaarde van het gebouw voor de omgeving:

Het door ons ontworpen gebouw beantwoordt aan bijzondere omgevingsvereisten. De uitvoering van het project duurde zeven maanden dankzij de prefabricage van de structuurelementen in de fabriek. Het monteren van alle vloerplaten en draagmuren was op vier weken klaar, en dat voor een gebouw van vier verdiepingen. De overlast door het beslag op de openbare ruimte werd tot het absolute minimum beperkt. We kozen er al snel voor om de structuur van het gebouw in hout te ontwerpen. Vanuit het oogpunt van het milieu is CLT een oplossing voor de toekomst. Deze keuze biedt een dubbel voordeel: de snelheid van uitvoering en het comfort van de bewoners door de geringe thermische inertie van het gebouw waarvoor het gebruik van hout van het type CLT zorgt. Dit op zich al zeer goed isolerende materiaal vult het geplaatste isolerende complex perfect aan en biedt tegelijk een interessante structurele performantie voor de hoogte van het gebouw dat wij ontwierpen. Zo maken we gebruik van twee kenmerken van eenzelfde materiaal. Voor het milieu zijn er alleen maar voordelen. Er werd weinig gebruikgemaakt van gewapend beton en betonblokken met het oog op een optimale efficiëntie op het vlak van de koolstofbalans van het gebouw in zijn geheel. Dit zijn de meest zichtbare aspecten die een belangrijke impact hebben op de omgeving, zowel tijdens de bouw als bij het dagelijks gebruik van het gebouw.

Integratie en geschiktheid van het gebouw in sociale, milieu, landschappelijke en economische context:

De sociale context van het stadscentrum van Verviers vereiste een verdichting van het commercieel weefsel en de tertiaire sector. De bouwheer, het ziekenfonds Solidaris, die op een locatie tegenover het nieuwe door ons ontworpen gebouw gevestigd was, wenste in het centrum van de stad te blijven om actief bij te dragen tot de passage van voetgangers in de omgeving.

Optimalisatie van de beschikbare bouwoppervlakte in overeenstemming met de stedenbouwkundige regels: In overleg met de stad Verviers kozen we voor de bouwhoogte ‘benedenverdieping +3’, wat met het profiel van het vorige gebouw overeenkwam. Dat was structureel verouderd en weinig efficiënt. We kozen voor lichte gevelbekledingen en gebruikten bij voorkeur isolatiemateriaal van grote dikte zodat het gebruik van dure bevestigingselementen niet op het budget woog.

Le chai Gourmand

De Chai Gourmand, het nieuwe restaurant van chef-kok Pierre Massin, ligt in het hart van het platteland rond Gembloux. Het gebouw speelt met de ambivalentie van het landschap en profiteert van de dubbelzinnigheid tussen het respect voor de traditionele geometrische regels enerzijds en de nabijheid van industriële gebouwen anderzijds. Het maakt gebruik van de geografische en reglementaire beperkingen door zich een geometrische herinterpretatie van het dogma van het traditionele huis toe te staan. Om de dynamiek van de plek te versterken, zowel binnen als buiten, zijn de dakruggen omgedraaid. Ze staan noch evenwijdig aan, noch loodrecht op de weg. De gevelmuren zijn bijgevolg noch frontaal, noch lateraal. Deze geometrische manipulatie laat ook de verbinding tussen de twee volumes toe en draagt bij tot de creatie van een archetypische vorm die het mentale beeld van het gebouw versterkt. Zijn integratie in het landschap wordt versterkt door het groendak, dat tegelijk zorgt voor een vertraagde doorstroming van het water.

Het restaurant ligt in de buurt van een nationale autoweg en profiteert van deze gemakkelijke toegang. Tegelijk ligt het ver genoeg om de rust voor de klanten te garanderen. Het gebouw geeft uitzicht op de velden en zet zo de regio in de verf waar het voedsel dat in de keuken wordt gebruikt vandaan komt. Het hele perceel werkt nauw samen met het restaurant en voorziet een deel van het fruit, de groenten en de aromatische kruiden die op de borden worden geserveerd. De aangebrachte landschapselementen (hagen, boomgaarden) verfijnen de integratie in de context doordat ze herinneren aan de typische bosrijke structuren en boomgaarden van de regio.

Crèche Les Ecureuils

Aan de rand van een bos, een ideale plek om een kinderdagverblijf in te planten. Aan de voet van een beboste heuvel werd dit kinderdagverblijf volledig gelijkvloers gebouwd onder één groot overhangend dak om al te ingrijpende uitgravingen en een overbelasting van de onderliggende bodem te vermijden. Het dak is door zijn omvang en vrije vormgeving het element dat meteen de aandacht trekt en de link vormt met de natuurlijke en de bebouwde omgeving. De voorgestelde architectuur benut de eigenschappen van dit voormalige braakland dat door een beek wordt doorkruist en oriënteert de ruimten in de richting van deze feeërieke context. Het gebouw, dat gelijkloopt met de straat, werd ingeplant in overeenstemming met de lokale bouwhoogten en vormt een tussenschot/buffer tussen de openbare ruimte en de privéruimte waar de kinderen in een idyllisch kader veilig kunnen spelen en zich ontwikkelen.  

Net als de vegetatie in het bos is het project uit verschillende lagen opgebouwd. De vloer werd als een directe link tussen binnen en buiten geconcipieerd dankzij de chromatische continuïteit van zijn oranje-rode bekleding waarvan de kleur op de kleiachtige bodem uit de streek geïnspireerd is. De witte muren zorgen voor lichtheid en transparantie maar zijn tegelijk volledig in overeenstemming met de lokale materialiteit. De vorm van het dak en zijn bewegingen is bepalend voor de binnenruimten en zorgt door de volumetrische verschillen voor telkens een andere sfeer. Door de opeenvolging van de visuele sequenties die de hoge lichtkoepels en grote glaspartijen tot stand brengen, biedt het project op verschillende manieren uitzicht op de beboste heuvel terwijl het licht tot in het hart van het gebouw doordringt.

In sociaaleconomisch opzicht draagt het kinderdagverblijf bij tot de activering van zijn onmiddellijke omgeving. Het brengt een in een hoofdzaak residentiële buurt weer tot leven en geeft structuur aan het verwaarloosde lokale landschap op het einde van een groene, feeërieke vallei. Omdat het vlak bij de École Normale ligt, versterkt het kinderdagverblijf de onderwijscluster in de gemeente en beperkt het in aanzienlijke mate het aantal verplaatsingen van ouders die op beide plaatsen kinderen hebben. Daarnaast draagt het kinderdagverblijf bij tot het imago van Loverval door de zorg die aan de landschappelijke integratie en de materialiteit werd besteed. Tot slot zorgt het voor heel wat extra opvangplaatsen in een sterk bevraagde sector. Al deze dingen vormen de basis van een vertrouwensrelatie tussen ouders en opvoeders, en creëren een gastvrije en warme omgeving die de ontplooiing van de kinderen ten goede komt.

Kijktoren Fondatie van Boudelo

Het natuurgebied “de Fondatie van Boudelo’ is één van de laatste Vlaamse stiltegebieden.  De gevarieerde landschappen in dit waardevol gebied zijn de thuis voor een grote verscheidenheid aan planten en dieren. Rond de vijvers zijn verschillende vogelsoorten, libellen, de zeldzame boommarter en reeën waar te nemen. Tot nu toe bleven vele stukken van deze prachtige plek onontdekt. Daarom schreven VZW Durme en de stad Sint-Niklaas de opdracht uit voor de bouw van een kleinschalige kijktoren die de bezoeker het natuurgebied helpt ontdekken. 

De kijktoren is ingeplant aan de rand van de voornaamste dreef die het natuurgebied doorkruist, de liniedreef.  Het bovenste deel van de constructie torent uit boven de wilgenstruiken die de rand van de dreef en het natuurdomein afbakenen. De donkergroen gebeitste houten toren blendt met zijn overwegend groene omgeving.  Er werd specifiek gekozen voor een donkergroene beits zodat de toren een dialoog aangaat met de omringende natuur echter zonder zichzelf weg te cijferen. Door zijn positie langs de dreef fungeert de kijktoren als een kleine landmark in de omgeving en geeft hij het natuurgebied meer bekendheid. De nieuwsgierigheid van de voorbijganger wordt aangewakkerd en de aanwezigheid van de toren doet hem/haar vermoeden dat er meer te ontdekken valt. Een smal pad en een grote wenteltrap leiden de bezoeker tot het kijkplatform dat zich op 5m hoogte bevindt.

De kijktoren vormt een aantrekkingspool voor natuurliefhebbers en vogelaars van alle leeftijden. VZW Durme – opdrachtgever voor de bouw van de kijktoren – organiseert geleide wandelingen om jong en oud in contact te brengen met de natuur, de kijktoren wordt daarbij gebruikt als belangrijk punt in de wandeling. En een geduldige bezoeker kan er zo nu en dan een ree of boommarter spotten. 

In de jaren 50 waren er in het gebied van de Fondatie van Boudelo vele recreatie-gronden met kleine vakantiehuisjes terug te vinden. Deze werden door de jaren heen stelselmatig opgekocht door VZW Durme huisjes werden afgebroken en het natuurlijke karakter van het gebied werd hersteld.  De fondatie van boudelo is volgens het gewestplan gelegen in ‘valleigebied’.   In deze gebieden zijn enkel agrarische bedrijven of woningen van exploitanten toegelaten.  De kijktoren is dus principieel niet in overeenstemming met het geldende gewestplan. Omwille van zijn zeer beperkte footprint (13,3m2), zijn educatieve en recreatieve meerwaarde voor het gebied en de beperkte impact op de agrarische hoofdbestemming werd een uitzondering gemaakt voor de vergunning van het torentje.

van Hoorebeke Timber

Over water verbonden met de wereldzeëen is de site op de kade in de haven van Gent een schakel tussen de houtproducerende landen en de continentale afzetmarkt. Ruw hout wordt per schip gelost, opgeslagen, verwerkt en getransporteerd over land. Tussen de opslaggebouwen voor hout die wel eindeloos lijken door te gaan en de schaverij, vervolledigt het gebouw met centrale administratie de productiesite. Het is een onthaalgebouw voor

vrachtwagenbestuurders die op de site ruw of verwerkt hout ophalen en voor

klanten die de site bezoeken.

Als alternatief voor een generisch kantoorgebouw dat tussen de grootschalige loodsen onmogelijk representatief zou zijn, herinnert het gebouw aan een loods. Bij verdere observatie blijkt dat het gebouw een veelzijdig karakter heeft met huiselijke eigenschappen. Op deze wijze zorgt het gebouw voor een verruiming van de industriële havenarchitectuur.

Sociale context:

Het gebouw wil op een vernieuwende wijze het Nieuwe Werken mogelijk maken. Gedacht als een bos van verticale houten elementen, strak in het gelid geplaatst, vinden de programma elementen hun plaats onder het overmaatse, zacht hellende houten dak waar het licht doorpriemt. Elke medewerker zoekt elke dag een plaats in deze ruimte. Er zijn zeer veel interne zichtrelaties en medewerkers komen elkaar op spontane wijze tegen in het gebouw. Een overdekte buitenruimte, met houtvuur, wordt een kwalitatieve verzamelplaats te midden het logistieke verkeer. Het is een luwte op het bedrijfsterrein, een veilige plaats, ‘a

clearance in the forest’.

Milieu context:

Naast een doorgedreven duurzaam ontwerp (zie verder) vormt de site een schakel in de logistiek van de toekomst. De haven is verbonden met de Gentse binnenstad. Op termijn kan de site over water de stad van constructiehout bevoorraden.

Landschappelijke context:

Door de werkplekken op verdieping te situeren kijken de medewerkers net over een talud naar het landschap ten noord-oosten van Gent. Elke werkplek krijgt bovendien een eigen groene buitenruimte en het licht gebeitst hout voorkomt de neutraliteit van een genormeerde werkplek.

Economische context:

De site zorgt naast overslag en logistiek ook voor economisch toegevoegde waarde. In de zagerij wordt het ruwe hout verwerkt tot halffabricaten geschikt voor talrijke toepassingen.

Het ontwerpproces dat de footprint van het gebouw bepaalde volgde een radicale methode: de overgebleven vrije ruimte tussen de loodsen werd in eerste stap volledig ingenomen. In een tweede stap werd deze footprint bijgeschaafd tot een veelhoekige vorm, gedicteerd door circulatieroutes op de productiesite. Het resultaat is een gebouw dat in weze te groot is voor het programma. De overmaat werd toegewezen aan een overdekte buitenruimte onder het hellende dak. Dit werd uiteindelijk de voornaamste plaats op het terrein: een veilige plek,

zowel vestibule als lunchplaats van waaruit de logistiek, de zagerij, het onthaal kan worden geobserveerd. Het brandpunt van de site.

Watersportclub ‘Surfing Elephant’

‘Een surfclub ontworpen door surfers.. een gebouw dat als een zandvormpje ingekapseld zit in het strand en de mensen uitnodigt om te ontspannen in onze drukke wereld.. wegdromend bij het geluid van de brekende golven..’

De watersportclub Surfing Elephant heeft als uitgangspunt een U-vorm waarbij een deels ingesloten binnengebied ontstaat, afgeschermd van de overheersende windrichtingen. Het rechtse been van de U, aan de zijde van de Dijk, wordt benut als clubruimte met als troef een gebruiksruimte die 180° zicht heeft op de zee. Door het ingesloten karakter garandeert de club ook als niet-storend element op te treden tov zijn directe omgeving. Binnen op het terras schermt het gebouw de naburige hoogbouw af en word je aandacht maximaal op de zee herleid. Door het ingesneden terras wordt het strandgevoel gemaximaliseerd in de clubruimte. Het strand dat doorloopt in het binnengebied geeft dan ook weer de mogelijkheid aan kinderen om beschut in het zand te kunnen spelen terwijl de ouders een oogje in het zeil kunnen houden.

De club loopt aan de publieke zijde via ruime trappen over in het zand waardoor er rondom rond spontane zitplaatsen ontstaan. Een troef van deze club is de toegankelijkheid voor mindervaliden. Alle publiek toegankelijke delen zijn hierop aangepast.

Als fundering werd gekozen voor een duurzame constructie op heipalen, wat ze in Nederland frequent toepassen om opgewassen te zijn tegen extreem hoge waterstanden. Tevens draagt deze werkwijze bij tot de natuurlijke vorming van de duinen.

Uitgezonderd de vloerplaat – die bestaat uit betonnen prefabwelfsels – is de rest volledig opgevat als een duurzame houtbouw. De buitengevels zijn bekleed met natuurlijk te vergrijzen houten planken die volgens een speels en natuurlijk ritme bevestigd zijn. Dit principe geeft een knipoog naar het nabij gelegen Oosterstaketsel of de Kastanje houten afsluitingen die men terugvindt in de duinen.

Het licht golvende dak sluit vormelijk aan op de glooiingen van de duinen. Vanuit zee gezien, gaat het gebouw volledig op in zijn omgeving. Als dakbedekking werd er gekozen voor een esthetische staalplaat, dat typerend is voor een echte surfclub en tevens niet als storend kan ervaren worden voor nabij gelegen buren die erop zouden kijken.

Op een eerder beperkte oppervlakte – tevens opgelegd volgens de voorschriften – wordt hier een uitgebreid programma aangeboden in een gebouw dat zich optimaal integreert in de omgeving. Het gebouw combineert een volwaardige watersportclub met verscheidene publieke functies. Zo kun je ernaast het watersporten ook aangenaam vertoeven in de bar en heb je er de mogelijkheid om een polyvalente zaal afzonderlijk te benutten voor feestjes, seminaries of vergaderingen.

Aan de zijde van de Dijk start het hellend dak aan een minimale hoogte van ca. 3m waarna het golvend overwaait naar een hoger volume aan de andere zijde. Hierdoor wordt het gebouw aan de publieke zijde laag ervaren en wordt de hoge loods aan het publieke zicht onttrokken.

Tuinatelier ‘The Banyan Tree’

Het project situeert zich aan de rand van de stadskern van Genk, op amper 500m van het stadhuis en het station. In een oude woonwijk met grote kavels, werd een woning uit de jaren zestig gekocht en opgeknapt. Het huis miste echter nog een ruimte die geschikt was als ‘bureau’ of ‘atelier’. Beide eigenaars zijn immers creatievelingen (architect en creatief-spiritueel coach) die vaak thuis aan het werk zijn en er mensen ontvangen.

De typische ‘uitbreiding’ achteraan de woning, zou de oorspronkelijke kwaliteit van de bestaande woning weinig eer aandoen. Bovendien werd een échte aanvulling gewenst op het wonen – een intieme werkplek met een eigen beleving die vooral gericht is op de tuin, zonder echter de privacy van de woning of de buren te hypothekeren.

Na wat wikken en wegen werd daarom besloten om niet de woning uit te breiden, maar een vrijstaand atelier te bouwen achteraan in de grote, groene tuin.

Het atelier werd daarom opgevat als een ’tuinhuis’ van 40m2 (de maximaal toegelaten oppervlakte voor bijgebouwen) en werd zorgvuldig geplaatst onder een haag van hazelaars, en tussen enkele andere bomen.

De gevelbekleding in zwart geblakerde planken zorgt ervoor dat het atelier subtiel verdwijnt in het omliggende groen.

Het atelier voorziet in één grote flexibele ruimte, die vlot aangepast kan worden aan verschillende activiteiten  – van werkplek over meditatieruimte tot zaaltje voor schilderworkshops of zelfs familiefeestjes – en speelt met beschutting en openheid.

De grote ramen en het royale dakvenster zijn zodanig geplaatst dat de ruimte vooral beleefd wordt als een lichte plek in het groen – de sfeer van een beschutte open plek in een bos.

Op zomerse dagen kan één van de wanden volledig neergelaten worden als een terras, waardoor het atelier volledig op de tuin betrokken wordt.