Prix: Genomineerde

Appartementsgebouw – Les Jardins de Stockem

Het project wordt gebouwd in het achterste gedeelte van Stockem, een dorp aan de rand van Eupen.

Appartementen op het platteland, maar in de onmiddellijke omgeving van de stad (direct toegankelijk met het openbaar vervoer, met de fiets of zelfs te voet) en dicht bij alle voorzieningen zoals winkels, scholen, diensten, …

Het hele terrein werd gesaneerd. Hangars en vervallen bijgebouwen werden afgebroken en grote gebetonneerde oppervlakten werden uitgebroken.

De inplanting is geïnspireerd op de lokale typologie door de creatie van twee duidelijk afgebakende in- en uitspringende volumes.

De bouwdichtheid is aangepast aan de geografische ligging, het woningtype en de behandelde oppervlakte.

De typologie en het uitzicht van het gebouw zijn in harmonie met de omliggende gebouwen.

Het project integreert zich perfect in de natuurlijke omgeving en de aanwezige krachtlijnen.

(vorm van het terrein, inplanting naar achter, reliëf naar het noorden, vijver, bestaande vegetatie, …).

Het project bestaat uit 20 wooneenheden.

Om de diversiteit te bevorderen, omvat het project 1-, 2- en 3-slaapkamerappartementen die als volgt verdeeld zijn:

– 5 eenkamerappartementen,

– 11 appartementen met 2 slaapkamers,

– 4 appartementen met 3 slaapkamers.

De woonomgeving werd met aandacht ingericht en er werd prioriteit gegeven aan groene zones en waterdoorlaatbare verhardingen.

De inrichting van de woonomgeving voorziet bovendien in extra overvloedige begroeiing (bomen, hagen, …).

Om de levensvatbaarheid van het project op mobiliteitsvlak te garanderen, werden talrijke indoor parkeerplaatsen voorzien, evenals buitenparkeerplaatsen in tegels/gazon.

Er werd bijzondere aandacht besteed aan zachte mobiliteit via aansluitingen met de voetgangers- en fietspaden naar het stadscentrum. Er is ook een indoor fietsenstalling evenals een tweede overdekte fietsenstalling buiten, …

De behandeling van de gevels is sober en privilegieert het gebruik van lokale materialen en van kleurtinten die afgestemd zijn op de omgeving.

Ook wordt sociaal contact aangemoedigd door de beschikbaarstelling van gemeenschappelijke ruimtes (tuin, petanqueveld, …).

Cohousing Drongen “De nieuwe W”

Deze onbebouwde percelen vlak bij het station van Drongen lagen in het midden van een verkaveling uit de jaren 80. Ze bleven onbebouwd omwille van de nadelige vorm en de aanwezigheid van een gracht. Het grenst ongeveer aan 50 buren en uiteindelijk vonden er 6 families hun stuk, ze delen de grote tuin en een gemeenschappelijk paviljoen.

Het opwaarderen van deze middenzone voor nieuwe bebouwing was de basis voor het oprichten van een mini-cohousing. Met 6 units in 2 bouwblokken, werd een juiste schaal op maat van de wijk gevonden.  De woningen werden quasi noord-zuidgericht. Aan de zuidzijde liggen privé-tuintjes en aan de noordkant de grote gemeenschappelijke tuin.

Door te werken met een wisselende houten gevelbekleding en een aangepaste alineëring van het buitenschrijnwerk, bekomen we twee gedifferentieerde bouwvolumes die het gemeenschappelijke benadrukken en ruimte laten voor accenten die individueel verschillen.  De vorm is een archetypische woning met 2 bouwlagen en een hellend dak, die je vaak in deze buurt terugvindt.

Vooraan op het terrein werd in overleg met monumentenzorg de oorspronkelijke historische boerenarbeiderswoning behouden en ingevuld als gemeenschappelijk paviljoen bij wijze van schakel naar de straat en buffer voor mechanisch verkeer. Aan de Schuiterstraat kun je parkeren, maar daarna kom je in een oase van rust, een paradijs voor kinderen.

Door een evenwichtig plan, voldoende overleg met de buurt en het respecteren van de afstand tot de perceelsgrenzen ontstond een nieuwe wijk in een wijk. Alles is perfect geïntegreerd.

Het project is gestoeld op de principes van duurzaamheid en cohousing :

– duidelijke scheiding van gemotoriseerd verkeer en ander verkeer. Wagens worden aan de rand van de site gehouden. Bewoners gebruiken de fiets, de bolderkar of gaan te voet om hun woning te bereiken. Die verplaatsing geeft ruimte voor ontmoeting.

– het paviljoen als gemeenschapsruimte staat als een baken aan de ingang. Het is de centrale plek.

– er zijn verder collectieve voorzieningen voor regenwaterverzameling en -verdeling. De overloop van de regenwaterputten gaat naar de wadi. Hiervoor werden de bestaande grachten uitgebreid en gebruikt als infiltratie.

Dwars op de principes van de traditionele verkaveling waarbij iedereen op z’n kavel leeft, krijgen we hier een gemeenschappelijkheid en open ruimte. Ook in deze COVID-19 crisis blijkt deze woonvorm een goede oplossing te bieden voor wederzijdse solidariteit en versterking.

Residentie De Kloef

A. Meerwaarde

Op de site stond vroeger een oud fabriekspand, bouwvallig en deels ingestort.

Het was geen fraai beeld en een duidelijke kankerplek voor de aanpalende woningen, waarvan hun tuinen uitgaven op de site.

De naam van de residentie legt de link naar het verleden. Het fabriekspand deed aanvankelijk dienst als klompenfabriek.

Het perceel had een groot niveauverschil tussen de voorliggende straat en de

achterperceelsgrens.

Het gebouw is redelijk uitgestrekt in de lengte, maar door het niveauverschil en de laag overhangende dakconstructie achteraan komt het gebouw zeker niet dominerend over.

Daarenboven is het grote dak voorzien van een uitgestrekt groendak, zodat de aanpalende

buren enkel het groendak zien.

B. Integratie

Het gebouw bevat 16 assistentieflats. Het concept van het gebouw bootst een dorpsstraat na. Alle flats geven met hun voordeur uit op de straat. De straat is aan de andere zijde begrensd door de grote glasgevel en de cirkelvormige zuil, die dienst doet als ontmoetingsplaats (dorpspleintje).

De bewoners kunnen met hun stoel of bank voor de deur zitten en de passage in de straat aanschouwen. Het sociaal weefsel in dit gebouw wordt sterk gevoed door dit concept. Men vertoeft het grootste deel van de dag in de straat.

Het groendak (dat voor de evaporatieve koeling van het gebouw zorgt) is aangelegd omdat de infiltratie van het regenwater onmogelijk was op het terrein (gebrek aan oppervlakte + sterke kleihoudende ondergrond).

Het water van het groendak wordt verzameld in grote regentanks en wordt dagelijks terug op het dak gepompt. Daarbij creëren we een extra koeling voor het gebouw.

C. Optimalisatie

Het bouwperceel werd optimaal ingevuld, zonder een te groot en te dominant volume in de omgeving te creëren. Mede door het niveauverschil op het terrein, gaat het laag doorhangende dak naadloos over in het groen van de tuin. De hoger liggende tuinen van de achter aanpalende buren sluiten visueel aan op het groendak.

Huis R-D

De bouwheer, een aannemer gespecialiseerd in isolatie en houtbouw, wilde een ecologische en energiezuinige woning.

Zijn woning moest plaats bieden aan zijn gezin met 3 kinderen en er moest een werkplaats/opslagruimte bij worden geplaatst.

Houtskeletbouw bood hem de mogelijkheid om een performante buitenschil te creëren met hernieuwbare en lokale materialen waarvan de fabricage weinig energie vereist.

Het terrein bevindt zich in een kleine, smalle dorpsstraat en helt af. Het vertoont een uitgesproken reliëf met een niveauverschil van 3 meter. De twee volumes werden ingeplant aan de straatkant op het laagste deel van het perceel.

Het huis loopt gelijk met de straat terwijl de werkplaats, die loodrecht op de straat ingeplant werd, op de perceelgrens met de buurman staat.

De werkplaats omvat een kantoor en een tegen diefstal beveiligde opslagplaats voor bouwgereedschap en -materiaal.

De lange en smalle vorm van het perceel, gezien vanaf de straat, is typisch voor een rurale omgeving en versterkt het ‘plattelandskarakter’ van de Chemin Goffin.

Om de bouwprofielen zo goed mogelijk te integreren in dit plattelandsgebied in de dorpskern van Tourinnes-La-Grosse dat onderworpen is aan het RGBSR (Règlement Général sur les Bâtisses en Site Rural – Algemeen reglement voor de bouw in rurale gebieden), werden de 2 volumes traditioneel gehouden en zijn de materialen die vanaf de straat zichtbaar zijn, voornamelijk baksteen en natuurleisteen.

Een kleine binnenplaats, op hetzelfde niveau als de weg en het atelier, geeft toegang tot het huis. Enkele trappen leiden naar een toegangszone in een insprong van de gevel, beschut tegen de regen.  Voor de aannemer is het een ware luxe om op zijn eigen terrein een werkplaats te hebben. Hij kan ’s ochtends al zijn materiaal inladen voor hij naar zijn bouwplaatsen rijdt, doorgaans in de onmiddellijke omgeving. 

De gevel van de woning, die dieper op het perceel ingeplant werd, loopt gelijk met de aangrenzende gevels aan de straatkant. Het volume is aan de ene kant in de helling ingewerkt en steekt aan de andere kant boven het perceel uit. Aan de achterkant zijn de tuin en het terras in trapvorm aangelegd om het niveauverschil te overwinnen.

De noordgevel aan de straatkant is samengesteld uit een spel van materialen en volumes waarin zowel de lokale traditie als het hedendaagse karakter tot uiting komen. Het grote leien dak en de bakstenen muur waarin grote openingen zitten, herinnert aan de oude plattelandsgebouwen.

Onder de dakgoot loopt een horizontale strook van ruwe planken uit douglashout waarin kleine raampjes zitten. Dit doorbreekt het metselwerk en maakt het gebouw lichter.

We merken op dat het gebruik van bakstenen van variabele lengte zonder voegen in wildverband geen invloed heeft op de integratie van het gebouw.

Maison C

Toen hun gezinswoning te groot werd, vroeg het echtpaar C zich af wat er met hun huis moest gebeuren en hoe hun toekomstige woning eruit moest zien. Al gauw werden ze het eens over de volgende twee wensen:

1. Wonen in een huis dat beter op hun behoeften afgestemd was.

2. Oud worden met hun kinderen en kleinkinderen om hen heen.

Door zijn afmetingen kon het perceel in de breedte worden verdeeld en bood het plaats aan hun toekomstige woning terwijl het hoofdhuis kon blijven staan voor de kinderen.

De tuin (inclusief moestuin) en de toegangen tot de straat werden dus gedeelde ruimten. Leven in familieverband was weliswaar de drijfveer achter het project, maar toch moest er een evenwicht worden gevonden tussen de gewenste nabijheid en de behoefte aan privacy van elke wooneenheid. De gevelopeningen en de eigen buitenruimten moesten dus met de nodige voorzichtigheid worden aangepakt. Met behulp van enkele architecturale elementen die de rechtstreekse en diagonale inkijk beperken, kon voor de nodige afstand worden gezorgd met het oog op een harmonieus samenleven.

De ontwerpers kregen betrekkelijk veel vrijheid, aangezien er geen specifieke stedenbouwkundige voorschriften van toepassing waren. Het voornaamste opzet: de omgeving respecteren door de afmetingen van het gebouw zo klein mogelijk te houden en het bouwwerk maximaal in de grote tuin integreren. Het gebouw werd ingeplant in het verlengde van de gezinswoning, op enkele meters afstand. Door zijn bescheiden omvang, teruggetrokken inplanting en materialiteit valt het vanaf de straat niet erg op. Voor het project werd voornamelijk met hout gewerkt, onder meer voor de buitenstructuren en -bekledingen. De voorgevel staat vlak bij een boom die het huis ’s zomers verbergt. Aan de achterkant gaat het groendak perfect op in de tuin met wisselende kleuren naargelang van het seizoen.

Dankzij de eenvoud van het project, de doeltreffendheid van het grondplan en de keuze voor bepaalde bouwtechnieken – houtskelet met cellulose-isolatie, ramen zonder kozijnen – konden de bouwkosten worden beperkt zonder afbreuk te doen aan de ecologische ambitie van het project.

Een open structuur voor een aanpasbaar gebruik

Het gebouw maakt deel uit van een fijnmazig netwerk van straten, kleine dorpskernen en groepjes woningen in de landelijke omgeving van Wieze, gelegen tussen Lebbeke en Aalst. Landelijke typologieën zoals boerderijen, schuren en loodsen worden afgewisseld met recenter gebouwde, alleenstaande woningen.

Oudere gebouwen in Bontegem zijn in de meeste gevallen met de voorgevel op de perceelsgrens gebouwd, op ongeveer twee meter afstand van de straat, zoals de boerderij naast het gebouw. Nieuwere woningen en gebouwen bevinden zich door de recente stedenbouwkundige voorschriften op twaalf meter van de perceelsgrens. Deze combinatie van in- en uitspringende volumes resulteert in een straatbeeld met afwisselende dieptezichten die af en toe ook gepaard gaan met vergezichten op de achterliggende velden en akkers.

De volumetrie van het gebouw is een combinatie van drie volumes die ten opzichte van elkaar verschoven en gedraaid zijn. Deze verschuiving en verdraaiing genereren oksels tussen de beide volumes die beschermde buitenruimtes in de volumetrie integreren, in relatie met de zijstroken van de tuin. In de noordoostelijk georiënteerde oksel bevinden zich de ingangen van de woning en van de dokterspraktijk. In de zuidwestelijk georiënteerde, meer intieme, oksel is een open zitruimte voorzien die uitkijkt op de achtertuin. Het volume aan de straatzijde, met de praktijk, garage en kinderkamers, positioneert zich parallel ten opzichte van de straat terwijl het volume aan de tuinzijde, het woongedeelte van de woning met keuken en ouderkamer, zich draait naar de tuin en het mooie vergezicht daarachter op de velden en akkers.

Door het uiteenschuiven van de volumes ontstaat er aan de binnenzijde een tussenruimte die dienst doet als articulatie tussen de verschillende functies van de woning. Ze verbinden zowel visueel, door middel van een vide, als fysiek, door middel van de trap, de twee verdiepingen maar ook de relatie tussen de praktijk met de woning en de verbinding tussen de inkom en de zithoek. Natuurlijk licht valt via deze tussenruimte zenitaal naar binnen. De splitsing van volumes fragmenteert het geheel waardoor het minder imposant oogt. Bovendien biedt deze ontdubbeling een enorm potentieel met het oog op de toekomst. Het gebouw kan doorheen de tijd aan de noden van de gebruikers aangepast worden.

De buitenberging, een tuinmuur en een open houten structuur aan de voorzijde van het gebouw creëren een derde “volume” in de schakeling.

De open structuur positioneert zich in lijn van de voorgevel van de rechterbuur en de voorgevel van de achterliggende woning is uitgelijnd met de voorgevel van de linkerbuur. Er ontstaan interessante perspectieven tussen de verschillende volumes en hun buren.

De ommuurde ruimte, een typologie die terugkomt in boerderijen uit de buurt, vindt hier een hedendaagse invulling. Ze wordt gebruikt als parkeerruimte (voor patiënten), als toegangsruimte, als speelruimte voor de kinderen en als buitenwerkruimte (dicht bij de buitenberging en de garage).

De volumes van de woning zelf zijn ook opgevat als ommuurde ruimtes. De woning is een lege doos omwikkeld door een gevel uit houtskelet. De houten buitenschrijnwerkelementen zijn prefab tussen de wanden geplaatst, net zoals de houtskeletelementen. Ook in het buitenschrijnwerk zijn de diepe verticale stijlen structureel.

Het gevelparament is niet meer dan een drapering van de houtskelet, die openingen laat ter hoogte van het buitenschrijnwerk.

Woning JV

-De perceelsvorm was een gevolg van de reeds vergunde opsplitsing van een bestaand

perceel en kadert op deze wijze in een lokale verdichtingsstrategie. Hierbij werd ruimte

geboden om een halfopen bebouwing te voorzien tegen de bestaande zijgevel aan van de

bestaande aanpalende woning.

Kenmerkend voor het tuinlandschap is de aanwezigheid van een mooie loofboom en het

zicht op het achterliggende rurale landschap: grasland begraasd door schapen. Deze

elementen werden als basis ingezet voor het ruimtelijke ontwerp.

De woning kreeg een uitgesproken hedendaags karakter, waarbij de uitkragingen

(luifel-dakboord) subtiel aansluiten op de aangrenzende interbellumwoningen. Een

consequent grid staat garant voor een dialoog tussen de buiten- en binnenomgeving en

zorgt voor een heldere ruimteopbouw met veel aandacht voor lichtinval.

-Door de korte bouwtijd, was er voor de klant een groot voordeel. Bovendien is de klant

in staat om op een korte termijn inzicht in de schaal van de ruimten te verwerven tijdens de bouw.

-Budgettair was het systeem een goede oplossing, aangezien er op de meeste plaatsen

(behalve de keuken en de badkamer) niets moest worden afgewerkt.

De bouwdiepte en het gabarit (verplicht hellend dak) lagen vast ten gevolge van de

stedenbouwkundige voorschriften. Het grid is dan ook afgesteld op de eisen van de

bouwheer en deze stedenbouwkundige eisen. Door te werken met beperkte uitkragingen kon

aan de wens om 3 slaapkamers te voorzien worden voldaan.

De bomen maken het huis

Het gebouw is gelegen in een residentiële wijk met verschillende bouwstijlen, bestaande

uit voornamelijk eengezinswoningen. Van de verkaveling uit 1970 blijven nog maar

enkele vrije percelen over. Het perceel van dit project bevindt zich aan de rand van de

wijk en kijkt aan de achterzijde uit op een open weidelandschap.

Op het perceel is een klein bos gelegen, gebed tussen de villa’s van de verkavelingswijk.

Her en der verspreide beuken, berken en naaldbomen maken het bos en onderscheiden

zich van het kortgeknipte gras, enkele verdwaalde bomen en de rechthoekige hagen van

de buren.

De woning, twee balkvormige volumes die ten opzichte van elkaar verschoven zijn, past

zich in tussen de bomen. Er worden zo weinig mogelijk bomen gerooid, waardoor het bos

zo veel mogelijk intact blijft.

De volumetrie van de woning is ontstaan uit een evenwichtsoefening waarbij rekening

gehouden is met de wettelijke en de functionele randvoorwaarden, de integratie in de

omgeving en de oriëntatie. De woning bestaat op het gelijkvloers uit twee afgeschuinde,

balkvormige volumes die ten opzichte van elkaar verschoven zijn. Op de verdieping zijn

de uitstekende delen van de balken voor -en achteraan verwijderd om zo de bouwdiepte te

beperken en de verdieping zo compact mogelijk te maken. De dakoppervlaktes van het

gelijkvloers die op die manier vrijkwamen, zijn voorzien van groendak.

De verschuiving en hoekverdraaiingen in de gevels zorgen voor een minder monolithisch

uiterlijk aan de buitenzijde. Het volume lijkt minder groot en past zich in tussen de

bestaande bomen. Door de toegangen van de woningen aan de zijkanten te situeren,

ontstaat er een volwaardige voorzijde en wordt het straatbeeld niet ingenomen door een

oprijlaan en garagepoort. De bomen zelf zorgen hier voor de voorgevel als natuurlijke

buffer tussen straat en woning.

Voor de materialisatie van de buitenschil werd geopteerd voor materialen en kleuren die

niet afsteken ten opzichte van de omgeving. De zwarte gevelbekleding abstraheert het

gebouw, dat zich verbergt achter een gevel van bomen. Pas als je dichterbij komt, ontdek

je de verfijnde details, de variatie in de verschillende stroken en de geleding.

De gevel bestaat uit vier horizontale stroken. In de plankenbekisting van de lage betonnen

sokkel is het ritme van de zwarthouten planken aanwezig. Het ritme, de hoogte en de

breedte van de gevelbeplanking zijn in elke strook anders. De ramen, de buitendeuren en

de garagepoort hebben telkens de hoogte van de band waarin ze zich bevinden en zijn

opgenomen in de ritmering van de gevels. In de bovenste strook worden de verticale

latten doorgetrokken voor de ramen, als zonwering of om de privacy van de bewoners te

garanderen.

G1508 reconversie voormalige zeefdrukkersatelier tot woning

Een oud magazijn achter een rijwoning in Ledeberg maakt plaats voor een nieuwe woning. Een nieuwe rechthoekige houten dakstructuur wordt zorgvuldig ingepast op het perceel, bijgesneden door het hoofdgebouw en de grillige perceelsvorm.

Waar het dakvlak loskomt van de gemene muren, ontstaan twee ruime patio’s.

De beglaasde garagepoort wordt de nieuwe voordeur, geeft vanop de straat een gelaagd zicht doorheen de woning en stelt het binnenkomen uit.

Twee houten moerbalken in een T-figuur dragen het dak, op hun snijpunt gesteund door een nieuwe ronde betonkolom. De roostering volgt de richting die door de hoofdbalken gedicteerd wordt en suggereert verschillende ruimten in het open plan.

De twee patiogevels van de woning worden volledig uitgevoerd in hoge aluminium schuiframen en de tuinmuren begrenzen de ruimte.

Lichte wanden uit cellenbeton creëren kamers onder het dak en isoleren de gemene muur.

Het ontwerp vindt zijn kwaliteit door de spanning die ontstaat tussen de grilligheid van de aangetroffen situatie en de helderheid van de interventie.

Op het niveau van het plan resulteert dit in de twee patio’s, die door hun verschillende vorm en oriëntatie elk een eigen verhouding krijgen tot de binnenruimte, met een gedifferentieerde lichtinval doorheen de dag.

De houten dakstructuur reageert in haar detaillering op de verschillende aansluitingen: opgelegd in balkschoenen waar ze de bestaande constructies raakt of op ingewerkte betonsloffen in de nieuwe wanden, opgehangen aan de bovenliggende randbalken aan de patio’s.

De detaillering van de dakrand geeft extra hoogte aan de schrijnwerkgevels en laat de roostering uitrafelen naar de patio’s, waardoor de ruimte visueel volledig uitloopt in de buitenruimte en een uitzonderlijke lichtheid krijgt.

Een kort trapje maakt de verbinding met de bestaande hoofdbouw en geeft de woning de flexibiliteit om probleemloos een wijzigende gezinssituatie of alternatieve woonvormen te accommoderen.

Boshuis DL

RESPECT VOOR DE OMGEVING: De woning is volledig opgebouwd uit natuurlijke materialen zoals hout, beton en kleiklinkers, waardoor deze opgaat in de omgeving. De inplanting houdt rekening met de omgeving. De woning bestaat uit verschillende volumes die gepositioneerd zijn tussen en rond de bestaande bomen. Bij de aanvraag werd er bij de gemeente gepleit voor een terugspringende rooilijn zodat de woning enerzijds omringd wordt door de natuur, maar er anderzijds een deel natuur voelbaar blijft aan de straatzijde, wat bijdraagt tot een groenere straat. In de voortuin wordt een voedselbos gerealiseerd dat mee bouwt aan de biodiversiteit van de omgeving. Een deel hiervan is zelfs publiek toegankelijk. Rondom de woning zijn geen verhardingen (terras, oprit od.) zodat de natuur voelbaar is tot aan de gevels.

SOCIALE CONTEXT: Het ontwerp is zo bedacht dat het huis opsplitsbaar is in 3 units, waardoor de woning erg flexibel en duurzaam is. Momenteel is deze woonst geschikt voor een gezin van 4, maar is aanpasbaar aan toekomstige noden van een groeiend gezin of nieuwe bewoners. Op het terrein vervagen de perceelsgrenzen. De voortuin is deels toegankelijk voor passanten. Zij kunnen iets plukken uit het voedselbos of passeren langs het blotevoetenpad. Achteraan ontstond er een vorm van collectief wonen. De achtertuin grenst nl. aan een gemeenschappelijk bos dat gedeeld wordt met de 3 aangrenzende woningen.

MILIEU: Er is nauwelijks materiaal afgevoerd tijdens de bouw van deze woonst. Veelal werd het materiaal gerecupereerd. Er werd ook gewerkt met lokale grondstoffen (zie onderdeel circulair materiaalgebruik). Het regenwater wordt uiteraard gerecupereerd en gebruikt voor toiletten en buitenkranen. Er is geen aansluiting op de riolering, maar alles infiltreert op eigen terrein.

LANDSCHAPPELIJKE CONTEXT: De keuze gaat heel bewust naar natuurlijke materialen die lokaal geproduceerd worden (zie onderdeel bioklimatisme).

Het ontwerp houdt rekening met de natuurlijke glooiing van het terrein. Er is geen aan- of afvoer van grond.

ECONOMISCHE CONTEXT: Omdat het zelf bouwen van de woning een wens was, is er gekozen voor een authentieke en traditionele manier van bouwen. Deze draagt bij tot de sfeer van deze woning alsook aan de budgettaire haalbaarheid. Beton en baksteen voor de plint als draagstructuur en een hout als lichter materiaal voor de verdieping. Zo werd het mogelijk om alles ter plaatse en handmatig te verwerken, zonder een bouwkraan die een te grote impact zou hebben op de bestaande omgeving en beplanting. Er werd gekeken naar wat aanwezig was en/of zelf verwerkt kon worden. Zo werd dit een budgettair haalbaar project dat voor € 1000 per m2 werd gebouwd. Het ruwbouw-is-afwerking-principe draagt daar ook toe bij. Zoals bv. de houten balkenstructuur in het plafond of het keukenmeubilair in beton en hout. Zelfs de toestellen en afwerking bestaan uit recuperatiemateriaal of eigen ambachtsproducten.

BOUWOPPERVLAKTE:  De woning werkt met sublevels en begint pas op -1.00 m waardoor er 3 niveaus mogelijk waren binnen de opgelegde kroonlijsthoogte. Ondanks deze 3 niveaus blijft het toch een laag volume dat ondergeschikt blijft aan de omringende boomtoppen. De bewoonbare oppervlakte werd dus geoptimaliseerd binnen een beperkte bouwhoogte, wat eveneens bijdraagt tot de ruimtelijke inpasbaarheid in de omgeving. BUITENKAMERS: De leefzones binnen worden verlengd door de gratis buitenkamers die ontstaan omwille van de specifieke inplanting van de verschillende volumes.